ECLI:NL:OGEAA:2015:216

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
19 augustus 2015
Publicatiedatum
24 augustus 2015
Zaaknummer
A.R. 3183 van 2013
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van een schuld door borgstelling in faillissement

In deze civiele zaak, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, vorderde de eiseres, RBC Royal Bank (Aruba) N.V., betaling van een schuld van Afl. 12.889.006,66 van de gedaagden, die zich als borg hadden gesteld voor de failliete vennootschap Fang Fu N.V. De eiseres stelde dat de gedaagden persoonlijk aansprakelijk waren voor de schulden van de vennootschap, die inmiddels failliet was verklaard. De gedaagden erkenden dat zij borg stonden, maar betwistten de hoogte van de vordering en stelden dat er betalingen aan de bank waren gedaan door de huidige uitbater van de bedrijfsruimte van de failliete vennootschap. De gedaagden voerden aan dat de bank eerst het onroerend goed moest uitwinnen voordat zij de borgstellingen kon inroepen.

Het gerecht beoordeelde de vordering en oordeelde dat de eiseres voldoende bewijs had geleverd voor de hoogte van de vordering. De gedaagden hadden hun betwisting niet onderbouwd met voldoende bewijs, zoals bankafschriften. Het gerecht oordeelde dat er geen rechtsregel was die de eiseres verhinderde om de gedaagden als borg aan te spreken, en dat er geen sprake was van misbruik van recht of strijd met de redelijkheid en billijkheid. De vordering werd gegrond verklaard, en de gedaagden werden veroordeeld tot betaling van het gevorderde bedrag, vermeerderd met rente en kosten van de procedure.

Uitspraak

Vonnis van 19 augustus 2015
Behorend bij A.R. 3183 van 2013
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
VONNIS
in de zaak van:
de naamloze vennootschap
RBC ROYAL BANK (ARUBA) N.V.,
gevestigd te Aruba,
eiseres,
gemachtigde: de advocaat mr. W.G.T.M. Kloes,
tegen:
A, en
B,
wonende te Aruba,
gedaagden,
gemachtigde: de advocaat mr. M.G.A. Baiz.

1.DE PROCEDURE

Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift;
- de conclusie van antwoord;
- de conclusie van repliek;
- de rolbeschikking d.d. 11 juni 2014 waarin de zaak tegen de gedaagde failliete vennootschap Fang FU N.V. ambtshalve werd doorgehaald en waarin de zaak wat betreft de gedaagden Li naar de rol werd verwezen;
- de conclusie van dupliek;
- de akte uitlating producties.
De zaak is daarna verwezen naar de rol voor vonnis.

2.DE STANDPUNTEN VAN PARTIJEN

2.1
Eiseres vordert veroordeling – bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad – van gedaagden, des dat de een betalend, de ander zal zijn gekweten, tot betaling van Afl. 12.889.006,66, te vermeerderen met de contractuele rente vanaf 2 november 2013, kosten rechtens.
2.2
De vordering is gebaseerd op geldleningen die eiseres heeft verstrekt aan de inmiddels failliete Fang Fu N.V.. De gedaagden hebben zich persoonlijk borg gesteld voor de schulden van de vennootschap en wel tot een bedrag van Afl. 11.800.000,00, vermeerderd met rente en kosten. Eiseres stelt dat de vennootschap failliet is en de bank met haar vordering is blijven zitten. De bank heeft beslagstukken overgelegd betreffende onder gedaagden gelegd beslag.
2.3
Gedaagden erkennen dat zij borg staan voor de schulden van de NV. Zij betwisten echter de hoogte van de schulden. Zij stellen dat in een van de panden van de NV door een derde een nieuwe supermarkt is begonnen. De betaling voor de inventaris en de huur van het pand zou eiseres toekomen en aan haar zijn betaald. Dat bedrag, dat Afl. 13.500,-- per maand beloopt, moet in mindering worden gebracht van de vordering. Tevens stellen zij dat eiseres misbruik maakt van recht of althans handelt in strijd met de redelijkheid en billijkheid door het nu reeds inroepen van persoonlijke garanties. Eiseres moet eerst het onroerend goed uitwinnen van de NV, waarop zij recht van hypotheek heeft. De waarde daarvan is ruim voldoende om de schulden te dekken.

3.DE BEOORDELING

3.1
Wat betreft de hoogte van de vordering van eiseres op de NV (en op gedaagden als borg) overweegt het gerecht als volgt. Na betwisting van de hoogte van de verschuldigde som heeft eisers stukken overgelegd ter onderbouwing van haar vordering. Het gerecht zal daarvan uitgaan. Gedaagden hebben hun stelling dat de vordering te hoog is, slechts onderbouwd met een beroep op de betalingen die de huidige uitbater van de supermarkt in Meiveld zou doen aan eiseres. Eiseres heeft betwist dat die maandelijkse betalingen aan haar worden gedaan. Hierop hebben gedaagden een overzicht gemaakt van hetgeen deze betalingen zouden moeten inhouden. Bankafschriften of andere betalingsbewijzen ontbreken echter, zodat het gerecht uitgaat van de juistheid van de stelling van eiseres.
3.2
Anders dan gedaagden menen, staat geen rechtsregel eraan in de weg om gedaagden als borg aan te spreken. De NV is failliet. Gedaagden hebben blijkens de borgstelling afstand gedaan van alle voorrechten, rechten en excepties bij de wet aan borgen toegekend. Van misbruik van recht of van handelen in strijd met de eisen van redelijkheid en billijkheid is geen sprake. Overigens heeft eiseres aangetoond reeds tweemaal een mislukte poging te hebben gedaan het onroerend goed Meiveld openbaar te verlopen.
3.3
Partijen hebben nog gediscussieerd of de bank al of niet op de hoogte was van de verhuur van de bedrijfsruimte in Meiveld en de overdracht van de inventaris. Voor de beoordeling van het onderhavige geschil is zulks echter niet van belang.
3.4
Uit het voorgaande blijkt dat de vordering gegrond is. Gedaagden zullen als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de kosten van de procedure aan de zijde van eiseres.

4.DE UITSPRAAK

De rechter in dit gerecht:
veroordeelt gedaagden, des dat de een betalend, de ander zal zijn gekweten, tot betaling van Afl. 12.889.006,66, te vermeerderen met de contractuele rente vanaf 2 november 2013;
veroordeelt gedaagden in de kosten van de procedure, die tot de datum van uitspraak aan de kant van eiseres worden begroot op Afl. 7.050,-- aan griffierecht, Afl. 1.659,65 aan explootkosten en Afl. 18.300,-- aan salaris van de gemachtigde;
verklaart de veroordelingen in dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. P.A.H. Lemaire, rechter in dit gerecht, en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting van woensdag 19 augustus 2015 in aanwezigheid van de griffier.