ECLI:NL:OGEAA:2015:222

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
19 augustus 2015
Publicatiedatum
24 augustus 2015
Zaaknummer
A.R. nr. 1164 van 2014
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • A.H.M. van de Leur
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Civiele procedure over betaling van een schuld tussen COLOR JEWELS INC. en SARITA’S GEMS INTERNATIONAL N.V.

In deze civiele zaak, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, vorderde de vennootschap COLOR JEWELS INC. (CJ) betaling van een schuld door de naamloze vennootschap SARITA’S GEMS INTERNATIONAL N.V. (Gems). CJ eiste een bedrag van US$ 15.863,71, vermeerderd met wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten. Gems voerde verweer en stelde dat zij een deel van de schuld al had betaald, maar kon dit niet voldoende onderbouwen. Het Gerecht oordeelde dat Gems de vordering van CJ onvoldoende had bestreden en wees het gevorderde bedrag toe, inclusief wettelijke rente vanaf 8 april 2013. Daarnaast werd Gems veroordeeld tot betaling van buitengerechtelijke incassokosten en de proceskosten van CJ. Het vonnis werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het meer of anders gevorderde werd afgewezen. De uitspraak vond plaats op 19 augustus 2015.

Uitspraak

Vonnis van 19 augustus 2015
Behorend bij A.R. nr. 1164 van 2014
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
VONNIS
in de zaak van:
de vennootschap naar vreemd recht
COLOR JEWELS INC.,
met onbekende plaats van vestiging, voor deze zaak gedomicilieerd ten kantore van haar hierna genoemde in Aruba gevestigde gemachtigde,
eiseres,
hierna ook te noemen: CJ,
gemachtigde: de advocaat mr. E.A.D.M.E.J. Wever,
tegen:
de naamloze vennootschap
SARITA’S GEMS INTERNATIONAL N.V.,
h.o.d.n. GEMS STONES INTERNATIONAL,
gevestigd in Aruba,
gedaagde,
hierna ook te noemen: Gems,
gemachtigde: de advocaat mr. D.C.A. Crouch.

1.DE PROCEDURE

1.1
Het verloop van deze procedure - waarin geen gelegenheid bestaat voor re- en dupliek - blijkt uit:
-het verzoekschrift, met producties;
-de conclusie van antwoord, met producties,
-de akte houdende uitlatingen producties.
1.2
Vonnis is nader bepaald op heden.

2.DE STANDPUNTEN VAN PARTIJEN

2.1
CJ vordert dat het Gerecht bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis Gems veroordeelt:
-om tegen kwijting te betalen aan CJ US$ 15.863,71 in hoofdsom, te vermeerderen met (1) wettelijke rente gerekend vanaf 16 augustus 2011 althans 21 mei 2014 althans een door het Gerecht te bepalen andere datum, (2) US$ 4.955,49 (althans 15% van voormelde hoofdsom) aan buitengerechtelijke incassokosten te vermeerderen met wettelijke rente gerekend vanaf de dag van de uitspraak van dit vonnis althans een door het Gerecht te bepalen andere datum;
-in de proceskosten.
2.2
Gems voert verweer en concludeert primair tot afwijzing van het door CJ verzochte. Subsidiair concludeert Gems tot toewijzing van het in hoofdsom door CJ verzochte tot een bedrag van US$ 4.795,71. Meer subsidiair concludeert Gems dat bij toewijzing van het in hoofdsom door CJ gevorderde bedrag dit vonnis niet uitvoerbaar bij voorraad moet worden verklaard, althans dat CJ zekerheid stelt ten behoeve van Gems gelijk aan het toe te wijzen bedrag. In elk geval concludeert Gems tot afwijzing van de gevorderde incassokosten, en tot compensatie van de proceskosten.

3.DE BEOORDELING

3.1
Gems stelt dat zij het door CJ
in hoofdsom gevorderde bedrag op US$ 4.955,49 na reeds heeft betaald. Ter onderbouwing van haar stelling heeft Gems als bewijzen van betalingen de bij partijen genoegzaam bekende afschriften van cheques overgelegd. Gesteld noch gebleken is echter dat die cheques zijn verzilverd door of voor CJ. Het had te dezen op de weg van Gems gelegen om bankafschriften in het geding te brengen waaruit kon blijken dat dit het geval is. Eén en ander brengt mee dat Gems de stelling van CJ, dat Gems het in hoofdsom gevorderde bedrag opeisbaar verschuldigd is aan CJ, onvoldoende onderbouwd heeft bestreden. Dat brengt mee dat dit onderdeel van de vordering van CJ zal worden toegewezen.
3.2
Wettelijke rente over de toe te wijzen hoofdsom is Gems verschuldigd vanaf 8 april 2013. Blijkens de overgelegde aan Gems gerichte aanmaningsbrief van CJ van 2 april 2013 is Gems immers wat betreft nakoming van de tussen partijen overeengekomen en bij hen genoegzaam bekende betalingsregeling per die datum in verzuim geraakt.
3.3.1
Ter zake van de door CJ verzochte vergoeding voor kosten van verkrijging van voldoening buiten rechte wordt het volgende overwogen. CJ heeft in dit verband onbestreden gesteld dat Gems aanvankelijk een bedrag ad US$ 48.863,71 opeisbaar verschuldigd was uit hoofde van onbetaald gelaten facturen met betrekking tot door CJ aan Gems geleverde juwelen. Na schriftelijke sommatie tot betaling van dat bedrag zijn partijen in de aanloop van een mogelijk door CJ te verkrijgen beslagverlof tot een betalingsregeling gekomen. Van die regeling heeft Gems het thans in hoofdsom gevorderde bedrag onbetaald gelaten. Alvorens deze zaak aanhangig te maken heeft CJ Gems andermaal schriftelijk onder termijnstelling aangemaand tot betaling van dat bedrag.
3.3.2
Uit vorenstaande volgt dat de werkzaamheden waarvan vergoeding wordt gevorderd zijn aan te merken als verrichtingen anders dan die ter voorbereiding van de gedingstukken en ter instructie van de zaak, waarvoor artikel 63a Rv een voorziening geeft. Gems is daarom op de voet van het bepaalde in het tweede lid sub c van artikel 6:96 BW gehouden de op dit punt door CJ geleden (vermogens)schade te vergoeden. Voor de vaststelling van de omvang daarvan neemt het Gerecht het gebruikelijke forfaitaire bedrag van 15% van de verschuldigde hoofdsom in aanmerking. Aldus zal Gems op dit onderdeel worden veroordeeld om aan CJ te betalen US$ 2.379,56.
3.4
Gems heeft de vordering ter zake van betaling van wettelijke rente over het toe te wijzen bedrag aan vergoeding voor buitengerechtelijke incassowerkzaamheden niet bestreden. Die vordering zal daarom worden toegewezen, met dien verstande dat bedoelde rente eerst verschuldigd is vanaf de vijftiende dag na de uitspraak van dit vonnis.
3.5
Het Gerecht ziet geen aanleiding om dit vonnis niet uitvoerbaar bij voorraad te verklaren, en evenmin ziet het Gerecht aanleiding om CJ ten behoeve van Gems zekerheid te laten stellen.
3.6
Gems zal, als de in het ongelijk gestelde partij, worden veroordeeld in de kosten van deze procedure gevallen aan de zijde van CJ, tot aan deze uitspraak begroot op (750,-- + 191,-- =) Afl. 941,-- aan verschotten en Afl. 1.350,-- aan salaris voor de gemachtigde (1,5 punt van liquidatietarief 5, ad Afl. 900,-- per punt).

4.DE UITSPRAAK

Het Gerecht:
-veroordeelt Gems om tegen kwijting te betalen aan CJ US$ 15.863,71 (of de tegenwaarde daarvan in Arubaans courant), te vermeerderen met (1) wettelijke rente gerekend vanaf 8 april 2013 en (2) US$ 2.379,56 (of de tegenwaarde daarvan in Arubaans courant) aan vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten te vermeerderen met wettelijke rente gerekend vanaf de vijftiende dag na de uitspraak van dit vonnis;
-veroordeelt Gems in de kosten van deze procedure gevallen aan de zijde van CJ, tot aan deze uitspraak begroot op Afl. 941,-- aan verschotten en Afl. 1.350,-- aan salaris voor de gemachtigde;
-verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
-wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.H.M. van de Leur, rechter, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting van woensdag 19 augustus 2015 in aanwezigheid van de griffier.