ECLI:NL:OGEAA:2015:224

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
19 augustus 2015
Publicatiedatum
24 augustus 2015
Zaaknummer
A.R. 1928 van 2014
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot nakoming van betalingsverplichtingen en vervangende schadevergoeding

In deze civiele zaak, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, vorderde de eiseres, de naamloze vennootschap Servicio di Telecomunication di Aruba (SETAR) N.V., veroordeling van de gedaagde, Greg Auto Sales N.V., tot nakoming van een betalingsverplichting. De eiseres stelde dat de gedaagde niet had voldaan aan de verplichting om verschuldigde geldsommen aan deurwaarder Bernard Roos te voldoen, zoals vastgelegd in artikel 477 van het Wetboek van burgerlijke rechtsvordering. De eiseres had eerder een vonnis verkregen waarin de gedaagde was veroordeeld tot betaling van een bedrag van Afl. 3.816,15, vermeerderd met rente en kosten, wegens onbetaald gebleven internetdiensten.

De gedaagde erkende niet te hebben voldaan aan de betalingsverplichting en stelde in betalingsonmacht te verkeren. De gedaagde voerde aan dat de (ex-)echtgenote van haar gemachtigde, die in dienst was bij de gedaagde, al jaren geen salaris meer ontving. De eiseres betwistte deze claim en stelde dat de gedaagde nalatig was in het voldoen aan de verplichtingen die voortvloeiden uit een eerder afgegeven verklaring van derdenbeslag.

De rechter oordeelde dat de gedaagde gehouden was aan de verplichtingen die voortvloeiden uit de verklaring van derdenbeslag en dat de gedaagde zich niet kon beroepen op onbekendheid met de feiten. De vordering van de eiseres werd toegewezen, en de gedaagde werd veroordeeld in de kosten van de procedure. Het vonnis werd uitgesproken op 19 augustus 2015, waarbij de rechter de veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad verklaarde en het meer of anders gevorderde afwees.

Uitspraak

Vonnis van 19 augustus 2015
Behorend bij A.R. 1928 van 2014
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
VONNIS
in de zaak van:
de naamloze vennootschap
SERVICIO DI TELECOMUNICATION DI ARUBA (SETAR) N.V.,
gevestigd te Aruba,
eiseres,
gemachtigde: advocaat mr. M.E.D. Brown,
tegen:
GREG AUTO SALES N.V.,
gevestigd te Aruba,
gedaagde,
procederend in de persoon van haar directeur de heer [naam],

1.DE PROCEDURE

Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift;
- de conclusie van antwoord;
- de conclusie van repliek;
- de conclusie van dupliek;
- de akte uitlating producties.
De zaak is daarna verwezen naar de rol voor vonnis.

2.DE STANDPUNTEN VAN PARTIJEN

2.1
Eiseres vordert veroordeling van gedaagde tot nakoming van haar in artikel 477 van het Wetboek van burgerlijke rechtsvordering bedoelde verplichting om de volgens haar verklaring verschuldigde geldsommen aan deurwaarder [naam] te voldoen, alsmede tot vervangende schadevergoeding die zij in geval van niet-nakoming daarvan verschuldigd zal zijn, kosten rechtens.
2.2
Eiseres voert aan dat [naam] bij vonnis van 25 september 2013 jegens haar is veroordeeld tot betaling van Afl. 3.816,15, vermeerderd met rente en kosten, wegens onbetaald gebleven internetdiensten. Mevrouw [naam] is in dienst van gedaagde. Gedaagde heeft een Verklaring derdenbeslag d.d. 22 november 2013 afgelegd, met als bijlage een salarisstrook van oktober 2013. Eiseres stelt dat gedaagde nalatig is de ingevolge het beslag bepaalde bedragen af te geven aan de deurwaarder.
2.3
Gedaagde erkent niet voldaan te hebben aan de plicht bedragen af te geven. Zij geeft aan in betalingsonmacht te verkeren. Mevrouw [naam], de (volgens gedaagde inmiddels ex-)echtgenote van gedaagdes gemachtigde, krijgt al jaren geen salaris meer.

3.DE BEOORDELING

3.1
Bij conclusie van antwoord, genomen op 24 september 2014, heeft gedaagde aangegeven dat mevrouw [naam] al twee jaar geen salaris meer krijgt. Gedaagde heeft echter een Verklaring derdenbeslag d.d. 22 november 2013 overgelegd waarin wordt aangegeven wat mevrouw [naam] verdient. Ook de payslip van oktober 2013 vermeldt een salaris met inhoudingen. Gesteld noch gebleken is dat de arbeidsovereenkomst met [naam] sindsdien is beëindigd (integendeel, uit de stellingen van gedaagde blijkt dat de werkzaamheden zijn doorgegaan; [naam] zou alleen geen salaris meer ontvangen).
3.2
Met de Verklaring derdenbeslag heeft gedaagde een verplichting in het leven geroepen, waaraan zij naar het oordeel van het gerecht moet worden gehouden. Gedaagde beroept zich op feiten die – indien juist – ook al op 22 november 2013 aan haar bekend waren. Dat de verklaring feitelijk is ondertekend door haar administratiebureau, maakt dat niet anders. Gedaagde kan zich dus niet met succes beroepen op onbekendheid met die feiten.
3.3
De vordering komt dus voor toewijzing in aanmerking. Gedaagde zal worden veroordeeld in de kosten van de procedure aan de zijde van eiseres.

4.DE UITSPRAAK

De rechter in dit gerecht:
Veroordeelt gedaagde:
- tot nakoming van haar in artikel 477 van het Wetboek van burgerlijke rechtsvordering bedoelde verplichting om de volgens haar verklaring verschuldigde geldsommen aan deurwaarder Bernard Roos te voldoen, en
- in geval van niet-nakoming daarvan, tot vervangende schadevergoeding.
veroordeelt gedaagde in de kosten van de procedure, die tot de datum van uitspraak aan de kant van eiseres worden begroot op Afl. 450,-- aan griffierecht, Afl. 191,-- aan explootkosten en Afl. 1.800,-- aan salaris van de gemachtigde;
verklaart de veroordelingen in dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. P.A.H. Lemaire, rechter in dit gerecht, en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting van woensdag 19 augustus 2015 in aanwezigheid van de griffier.