In deze zaak, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, is op 24 augustus 2015 een beschikking gegeven in het kader van een eenzijdig echtscheidingsverzoek met nevenvoorzieningen. De verzoekster, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. M.B. Boyce, heeft op 18 december 2014 een verzoekschrift ingediend. De verweerder is niet verschenen, ondanks dat hij behoorlijk was opgeroepen. De partijen waren in gemeenschap van goederen met elkaar getrouwd en hebben een minderjarige zoon. De vrouw heeft verzocht om alleen belast te blijven met het gezag over de zoon, aangezien de man geen contact heeft met hen en zijn verblijfplaats onbekend is.
De rechter heeft vastgesteld dat de duurzame ontwrichting van het huwelijk niet is bestreden en dat het verzoek tot echtscheiding gegrond is. Ook het verzoek tot verdeling van de gemeenschap en de benoeming van een notaris is toegewezen. Wat betreft het ouderlijk gezag is geoordeeld dat het in het belang van de zoon is dat de vrouw alleen met het gezag wordt belast, gezien het gebrek aan contact van de man met de vrouw en de zoon. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad voor de nevenvoorzieningen.