Uitspraak
1.DE PROCEDURE
2.DE VASTSTAANDE FEITEN
Afl. 2.360,00.
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
In deze zaak, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, verzocht A, een werknemer van de FUNDACION PA MANEHO DI ADICCION ARUBA (FMAA), om haar terug te laten keren naar haar werk na een ontslag dat zij als nietig beschouwde. A was sinds 2 september 2013 in dienst bij FMAA als 2e medewerker verslavingszorg, met een bruto maandloon van Afl. 2.360,00. FMAA had de arbeidsovereenkomst opgezegd per 31 juli 2014, maar trok deze op 11 juni 2014 in. Op 23 juli 2014 werd de arbeidsovereenkomst opnieuw opgezegd, ditmaal met de mededeling dat FMAA geen subsidie meer ontving van het Land.
A stelde dat het ontslag nietig was en verzocht de rechter om FMAA te bevelen haar binnen twee dagen toe te laten tot haar werk, met een dwangsom van Afl. 1.000,00 per dag bij niet-naleving, en om doorbetaling van haar loon vanaf 1 augustus 2014. FMAA voerde verweer en stelde dat A niet ontvankelijk was omdat zij het Land in rechte had moeten betrekken, aangezien FMAA als publiekrechtelijk lichaam beschouwd zou moeten worden. De rechter verwierp dit verweer en oordeelde dat de Landsverordening Beëindiging Arbeidsovereenkomsten van toepassing was op de arbeidsrelatie.
De rechter oordeelde dat de opzegging van de arbeidsovereenkomst nietig was, omdat FMAA niet beschikte over een ontslagvergunning. A's verzoek om terug te keren naar haar werk werd echter afgewezen, omdat FMAA had aangetoond dat zij geen middelen had om het loon van A te betalen, gezien de beëindiging van de subsidie door het Land. De rechter kende A wel een loondoorbetaling toe voor de periode van augustus 2014 tot en met januari 2015, vermeerderd met wettelijke rente, en veroordeelde FMAA in de kosten van de procedure. De beschikking werd uitgesproken door mr. Y.M. Vanwersch op 8 september 2015.