ECLI:NL:OGEAA:2015:292
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- A.H.M. van de Leur
- Rechtspraak.nl
Toestemming tot onderhandse verkoop van onroerend goed in nalatenschap met verdeling van opbrengsten
In deze zaak, die voor het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba werd behandeld, vorderden A c.s. toestemming voor de onderhandse verkoop van een perceel eigendomsgrond in Aruba, dat deel uitmaakt van de nalatenschap van de overleden curandus. De eisers, A, B en C, zijn erfgenamen van de curandus en stelden dat de verkoopopbrengst van het perceel, na aftrek van kosten, verdeeld moet worden tussen hen. De gedaagde, D, voerde verweer en stelde dat A c.s. niet-ontvankelijk verklaard moesten worden in hun verzoek. Het Gerecht heeft de procedure gevolgd, waarbij onder andere de dood van de curandus en de erfgenamenstatus van de partijen aan de orde kwamen. Het Gerecht oordeelde dat er geen gronden waren om A c.s. niet-ontvankelijk te verklaren en dat de onderhandse verkoop van het perceel kon plaatsvinden. De vorderingen van A c.s. werden toegewezen, met inachtneming van de verdeelsleutel van de nalatenschap. De reconventionele vordering van D werd afgewezen wegens gebrek aan belang, aangezien A c.s. afstand hadden gedaan van hun aandelen in de nalatenschap. Het vonnis werd uitgesproken op 2 september 2015, waarbij het Gerecht de proceskosten compenseerde en D in de kosten van de reconventionele procedure veroordeelde.