ECLI:NL:OGEAA:2015:303

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
2 september 2015
Publicatiedatum
14 september 2015
Zaaknummer
K.G. 1689 van 2015
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
  • W.J. Noordhuizen
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis in kort geding over nakoming van een vaststellingsovereenkomst betreffende de verkoop van een woning

In deze zaak, die voorlag bij het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, betreft het een kort geding tussen A en B over de nakoming van een vaststellingsovereenkomst. De procedure begon met een verzoekschrift en de mondelinge behandeling vond plaats op 21 augustus 2015. De partijen hadden eerder een overeenkomst gesloten waarin B zich verplichtte om uiterlijk 18 april 2013 aan A te berichten of hij de woning wilde kopen. B heeft echter niet tijdig een bewijs van financiering overgelegd, waardoor A de woning aan een derde kon aanbieden. A vorderde in deze procedure de nakoming van de overeenkomst en vergoeding van proceskosten.

Tijdens de zitting werd duidelijk dat B en zijn dochter de woning binnen de familie willen houden, maar dat de financiering niet rondkomt. De rechter oordeelde dat A recht heeft op duidelijkheid over de verkoop van de woning, vooral omdat er al veel tijd verstreken is sinds de oorspronkelijke overeenkomst. De rechter besloot de vordering van A toe te wijzen, maar gaf B een laatste kans om de woning te verwerven. De proceskosten werden gecompenseerd, gezien de familieband tussen de partijen.

De uitspraak van de rechter houdt in dat B uiterlijk op 1 oktober 2015 de woning moet verkrijgen, anders moet hij meewerken aan de verkoop aan een derde partij, op straffe van een dwangsom. De rechter verklaarde de veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad en wees het meer of anders gevorderde af.

Uitspraak

Vonnis in kort geding van 2 september 2015
Behorend bij K.G. 1689 van 2015
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
VONNIS IN KORT GEDING
in de zaak van:
A,
te Aruba,
hierna ook te noemen: A,
gemachtigde: de advocaat mr. M.M. Malmberg
tegen:
B,
te [adres] in Aruba,
hierna ook te noemen: B,
gemachtigde: de mevrouw [naam],

1.DE PROCEDURE (IN CONVENTIE EN IN RECONVENTIE)

Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift;
- de aantekeningen van de mondelinge behandeling op 21 augustus 2015.
Aan partijen is meegedeeld dat vandaag vonnis zou worden gewezen.

2.DE VASTSTAANDE FEITEN

2.1
Voor zover voor de beslissing van belang staan de volgende feiten vast.
2.2
Bij gelegenheid van de behandeling van een kort geding, nummer KG 282/13, hebben partijen een vaststellingsovereenkomst gesloten.
2.3
Die overeenkomst hield voor zover van belang in:
1. B zal uiterlijk 18 april 2013 aan A berichten of de koper zijdens B de woning te [adres] wil kopen, tegen een koopprijs van Afl. 101.000, onder overlegging van een bewijs van financiering. Blijft deze bevestiging uit, dan staat het A vrij de woning aan de geïnteresseerde koper zijdens haar aan te bieden tegen dezelfde prijs.2. Er dient binnen een maand nadat het bewijs van financiering is overgelegd een afspraak te worden gemaakt bij de notaris door degene die het bewijs van financiering heeft overgelegd, teneinde de overdracht c.q. verkoop (…) te bewerkstelligen.3. Voor zover een partij verhinderd zal zijn om op de dag dat de overdracht dient plaats te vinden aanwezig te zijn bij de notaris zal de andere partij als vertegenwoordiger optreden inzake de verkoop van de woning (…).
2.4
Het is B niet gelukt om uiterlijk 18 april 2013 een bewijs van financiering over te leggen.
2.5
A heeft eind 2014 de woning kunnen verkopen aan een geïnteresseerde die ook over een bewijs van financiering (zijdens FCCA) kan beschikken. De verkoop en overdracht zijn nog niet gerealiseerd. Bij brief van 15 juli 2015 heeft FCCA de potentiële koper erop gewezen dat de kans bestaat dat door het verstrijken van de tijd zijn financiering in gevaar komt.

3.DE STANDPUNTEN VAN PARTIJEN

3.1
A vordert – kort gezegd – veroordeling van B tot nakoming van de vaststellingsovereenkomst, met veroordeling van B tot vergoeding van de proceskosten.
3.2
A grondt de vordering erop dat B termijn heeft gehad de woning in volledige eigendom te verkrijgen maar de financiering niet rond kon krijgen. A kan de woning nu aan een derde verkopen maar daarmee is inmiddels haast geboden.
3.3
B voert hiertegen verweer.

4.DE BEOORDELING

4.1.
Ter zitting is duidelijk geworden dat B en zijn dochter ernaar streven het huis binnen de familie te houden als vervulling van de laatste wens van erflater. Zij zijn daarom druk doende geweest om voor overdracht van het geheel aan B, als medegerechtigde, dan wel aan een familielid zorg te dragen. Een en ander wordt mede bemoeilijkt doordat de notaris een geestelijke gezondheidsverklaring van B verlangt, gezien de hoge leeftijd van B.
4.2.
Dat de uitkoop van de overige medegerechtigden of de verkoop aan een ander familielid financieel haalbaar is, wordt echter niet onderbouwd. Daarmee is ook onzeker of dat binnen afzienbare tijd haalbaar is. Niet bestreden is dat het A pas na relatief veel tijd en moeite gelukt is om een financieel sterke koper te vinden. Die dreigt nu te moeten afhaken omdat FCCA het financieringsaanbod niet langer gestand dreigt te willen doen. Daarbij komt ook nog dat sinds 18 april 2013 lange tijd verstreken is en A er recht op heeft dat er duidelijkheid komt over het lot van de woning.
4.3.
De kort gedingrechter zal daarom de vordering toewijzen. Daarbij zal een iets ruimere termijn worden genomen om B of een familielid nog een aller allerlaatste gelegenheid te geven de woning geheel in eigendom te verkrijgen.
4.4.
Nu A veroordeling op straffe van een dwangsom vraagt is het belang bij de verdere vordering niet voldoende duidelijk gemaakt.
4.5.
Aangezien partijen in familieverhouding tot elkaar staan zullen de proceskosten worden gecompenseerd.

5.DE UITSPRAAK

De rechter in dit gerecht:
beveelt B om - als uiterlijk 1 oktober 2015 de woning niet door B of een familielid onder de condities van de vaststellingsovereenkomst van 21 februari 2013 kan worden verkregen – deze vaststellingsovereenkomst na te komen door medewerking aan de verkoop en levering van de woning aan [naam], op straffe van een dwangsom van Afl. 500, voor ieder dag, een gedeelte van een dag daaronder begrepen, dat B, na 1 oktober 2015 de overdrachtsakte bij notaris [naam] te ondertekenen;
compenseert de proceskosten aldus dat iedere partij de eigen kosten draagt;
verklaart de veroordelingen in dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. W.J. Noordhuizen rechter, en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting van woensdag 2 september 2015 in aanwezigheid van de griffier.