In de zaak tussen de vader en de moeder, beiden wonende in Aruba, is op 15 september 2015 door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba een beschikking gegeven met betrekking tot het gezamenlijk ouderlijk gezag over hun minderjarige kinderen. De vader, die de minderjarigen heeft erkend, heeft op 16 april 2015 een verzoekschrift ingediend waarin hij verzoekt om samen met de moeder belast te worden met het ouderlijk gezag. Tijdens de mondelinge behandeling op 23 juni 2015 zijn beide partijen in persoon verschenen, en was mevrouw S.M. Maduro aanwezig namens de Voogdijraad.
De feiten van de zaak zijn als volgt: de minderjarigen zijn geboren in respectievelijk 2002, 2005, 2008 en 2009. De moeder oefent van rechtswege het ouderlijk gezag uit, maar de vader wenst dit gezag gezamenlijk met de moeder uit te oefenen. Tijdens de zitting heeft de moeder aangegeven geen bezwaar te hebben tegen een gezamenlijke gezagsuitoefening, en er zijn geen andere bezwaren tegen het verzoek naar voren gebracht.
Het gerecht heeft geoordeeld dat de partijen goed met elkaar kunnen communiceren en dat er geen bezwaren zijn tegen het gezamenlijk ouderlijk gezag. Daarom heeft het gerecht besloten het verzoek van de vader toe te wijzen. De beschikking houdt in dat de vader voortaan gezamenlijk met de moeder belast zal zijn met het ouderlijk gezag over de minderjarigen. De griffier is opgedragen deze beslissing in het gezagsregister aan te tekenen. Deze beschikking is gegeven door mr. E.M.D. Angela ter terechtzitting van 15 september 2015.