ECLI:NL:OGEAA:2015:321

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
16 september 2015
Publicatiedatum
21 september 2015
Zaaknummer
K.G. 1046 van 2015
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • W.J. Noordhuizen
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis in kort geding over opheffing van executoriaal beslag op inboedel

In deze zaak, die op 16 september 2015 werd behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, vorderde A, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. G. de Hoogd, de opheffing van een executoriaal beslag dat was gelegd op de inboedel van haar woning. Het beslag was gelegd op 27 maart 2015 ten laste van haar broer, de debiteur, die op dat moment op het adres van A stond ingeschreven. A stelde dat de inboedel haar eigendom was en dat deze zich niet op de bodem van de debiteur bevond op het moment van beslaglegging. Land Aruba, vertegenwoordigd door mevrouw mr. Geerman-Ruiz, voerde verweer en vorderde A in de proceskosten te veroordelen.

De rechter oordeelde dat A voldoende spoedeisend belang had bij haar vordering, aangezien het beslag was gelegd op zaken waarvan zij stelde dat deze haar eigendom waren. De rechter merkte op dat Land Aruba niet voldoende had aangetoond dat A geen spoedeisend belang had. De rechter ging voorbij aan stellingen van Land Aruba met betrekking tot een inbeslaggenomen auto, omdat de vordering enkel betrekking had op de inboedel.

De rechter concludeerde dat de vordering van A voor toewijzing in aanmerking kwam. Het gerecht oordeelde dat Land Aruba het beslag op de inboedel van A binnen twee dagen na betekening van het vonnis moest opheffen. Daarnaast werd Land Aruba veroordeeld tot betaling van de proceskosten aan A, die werden begroot op Afl. 450 aan griffierecht, Afl. 227,55 aan explootkosten en Afl. 1.500 aan salaris van de gemachtigde. Het vonnis werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard en het meer of anders gevorderde werd afgewezen.

Uitspraak

Vonnis in kort geding van 16 september 2015
Behorend bij K.G. 1046 van 2015
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
VONNIS IN KORT GEDING
in de zaak van:
te Aruba,
hierna ook te noemen: A,
gemachtigde: de advocaat mr. G. de Hoogd,
tegen:
de publiekrechtelijke rechtspersoon
LAND ARUBA,
te Aruba,
hierna ook te noemen: Land Aruba,
gemachtigde: de mevrouw mr. Geerman-Ruiz.
DE PROCEDURE
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift;
- de pleitnota van A;
- de pleitnota van Land Aruba;
- de aantekeningen ter gelegenheid van de mondelinge behandeling op 29 mei 2015;
- de akten uitlating op de zitting van 24 juni 2015 met de mededeling dat partijen niet tot een regeling zijn gekomen.
Aan partijen is kenbaar gemaakt dat vandaag vonnis zou worden gewezen.

2.DE VASTSTAANDE FEITEN

2.1
Op 27 maart 2015 om 10:00 uur is ten laste van [naam], verder: debiteur, executoriaal fiscaal beslag gelegd op de inboedel van de woning gelegen te [adres], verder: de woning.
2.2
A woont ter plaatse. Zij is de zus van debiteur.
2.3
Bij de fiscus was bovengenoemd adres bekend als woonplaats van debiteur. Debiteur stond in het bevolkingsregister tot 27 maart 2015 om 09:30 ingeschreven op het desbetreffende adres.

3.3. DE STANDPUNTEN VAN PARTIJEN

3.1
A vordert opheffing van het beslag op de inboedel, met veroordeling van Land Aruba tot vergoeding van de proceskosten.
3.2
A grondt de vordering erop dat beslag is gelegd op zaken die haar eigendom zijn en de zaken zich op het moment van beslaglegging niet (meer) op de bodem van debiteur bevonden.
3.3
Land Aruba voert hiertegen verweer, met vordering tot veroordeling van A in de proceskosten.

4.DE BEOORDELING

4.1.
Partijen zijn het er kennelijk over eens dat in kort geding Land Aruba kan worden betrokken en niet (ook) de Ontvanger.
4.2.
Nu executoriaal beslag is gelegd op zaken waarvan A stelt dat die haar eigendom zijn is daarmee het spoedeisend belang in beginsel gegeven. Door Land Aruba is niet voldoende aannemelijk gemaakt dat A geen spoedeisend belang heeft.
4.3.
Aangezien alleen opheffing van het beslag op de inboedel wordt gevorderd gaat de kort gedingrechter voorbij aan stellingen met betrekking tot een inbeslaggenomen auto.
4.4.
Artikel 8 van de Landsverordening, houdende regeling van de invordering van belastingen, bijdragen en vergoedingen door middel van dwangschriften alsmede van de rechtspleging inzake van belastingen, bijdragen en vergoedingen (AB 1988 no. GT 12) luidt:
Behoudens ingeval een recht van terugvordering bestaat jegens degene die een zaak onrechtmatig of van een onbevoegde heeft verkregen, kunnen derden nimmer verzet in rechte doen tegen de inbeslagneming ter zake van belastingen, bijdragen, vergoedingen, verhogingen en boeten, van roerende zaken, tot stoffering van een huis of ten gebruike van een plantage dienende, alsmede van ingeoogste vruchten, indien die zaken of vruchten zich tijdens de inbeslagneming bevinden in het bezit van de schuldenaar of in het huis, op de plantage of het erf, door hem bewoond of bij hem in gebruik.
4.5.
Volgens A heeft debiteur niet daadwerkelijk op het adres gewoond maar gebruikte hij dat alleen als postadres en was op het moment van beslaglegging ook daarvan geen sprake meer.
4.6.
Gebruik dient te worden beoordeeld aan de hand van de feitelijke situatie op het moment van beslaglegging. Daaronder valt ook medegebruik.
4.7.
Door Land Aruba is niet voldoende gemotiveerd gesteld dat debiteur daadwerkelijk van het adres, anders dan als ‘postbus’, gebruik maakte. De enkele omstandigheid dat debiteur het adres als woonadres had opgegeven bij de belastingdienst en daar tot kort voor beslaglegging als wonende in het bevolkingsregister stond ingeschreven brengt niet reeds mee dat sprake is van bewoning of gebruik in de zin van artikel 8 van de Landsverordening. Uit de in beslag genomen zaken blijkt ook niet anders.
4.8.
De vordering komt derhalve voor toewijzing in aanmerking. Het gerecht ziet geen aanleiding om dwangsommen aan Land Aruba op te leggen. Als de in het ongelijk te stellen partij zal Land Aruba de proceskosten van A moeten vergoeden.

5.DE UITSPRAAK

De rechter in dit gerecht:
veroordeelt Land Aruba om binnen twee dagen na betekening van dit vonnis het beslag op de inboedel van A in de woning op te (doen) heffen;
veroordeelt Land Aruba in de kosten van de procedure, die tot de datum van uitspraak aan de kant van A worden begroot op Afl. 450, aan griffierecht, Afl. 227,55 aan explootkosten en Afl. 1.500, aan salaris van de gemachtigde;
verklaart de veroordelingen in dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. W.J. Noordhuizen rechter, en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting van woensdag 16 september 2015 in aanwezigheid van de griffier.

Voetnoten

1.De voor- en achternaam van A worden verschillend gespeld. De kort geding rechter volgt de spelling in het inleidend verzoek.