ECLI:NL:OGEAA:2015:324

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
12 juni 2015
Publicatiedatum
21 september 2015
Zaaknummer
P-2014/19366, 199 van 2015
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Seksueel misbruik van minderjarigen en toepassing jeugdsanctierecht met bijzondere voorwaarden

In deze zaak, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, is de verdachte, geboren in 2001, beschuldigd van seksueel misbruik van vier minderjarigen. Het onderzoek vond plaats op 22 mei 2015, waarbij de verdachte werd bijgestaan door zijn raadsvrouw, mr. E.M.J. Cafarzuza. De officier van justitie, mr. C.D. Kardol, eiste een jeugddetentie van 365 dagen, waarvan 158 dagen voorwaardelijk, met bijzondere voorwaarden waaronder opname in een jeugdinstelling en behandeling door een psychiater. De verdachte heeft de feiten bekend, maar zijn raadsvrouw betoogde dat de officier van justitie niet-ontvankelijk moest worden verklaard voor bepaalde feiten, omdat de verdachte ten tijde van die feiten nog niet de vereiste leeftijd van twaalf jaar had bereikt.

Het gerecht oordeelde dat de dagvaarding geldig was en dat het gerecht bevoegd was om kennis te nemen van de zaak. De verdachte werd schuldig bevonden aan de tenlastegelegde feiten, met uitzondering van enkele feiten die niet bewezen konden worden. Het gerecht oordeelde dat de verdachte strafbaar was, ondanks zijn jonge leeftijd, en dat de feiten een ernstige inbreuk op de rechtsorde vormden. De verdachte werd veroordeeld tot jeugddetentie, met een deel van de straf voorwaardelijk, en onderworpen aan bijzondere voorwaarden, waaronder begeleiding door de jeugdreclassering en opname in een orthopedagogisch centrum.

De rechter benadrukte de ernst van de feiten en de impact op de slachtoffers, die zich in een kwetsbare positie bevonden. De verdachte toonde enige spijt en inzicht in zijn daden, wat in zijn voordeel werd meegewogen. De rechter besloot dat de bijzondere voorwaarden niet onmiddellijk uitvoerbaar waren, maar dat de voorlopige hechtenis van de verdachte werd geschorst. De uitspraak werd gedaan op 12 juni 2015.

Uitspraak

GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA

S T R A F V O N N I S
in de zaak tegen de verdachte:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] 2001 in [geboorteplaats],
wonende in [woonplaats],
thans […] gedetineerd.

1.Onderzoek van de zaak

Het onderzoek ter openbare terechtzitting heeft plaatsgevonden op 22 mei 2015. De verdachte is verschenen, bijgestaan door zijn raadsvrouw, mr. E.M.J. Cafarzuza.
De officier van justitie, mr. C.D. Kardol, heeft ter terechtzitting gevorderd de verdachte ter zake van de feiten te veroordelen tot jeugddetentie voor de duur van driehonderd-envijfenzestig (365) dagen, waarvan honderdenachtenvijftig (158) dagen voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaren, met aftrek van voorarrest. De officier van justitie heeft tevens gevorderd dat aan deze straf (naast de algemene voorwaarde, dat verdachte zich niet schuldig zal maken aan een nieuw strafbaar feit) de navolgende bijzondere voorwaarden worden gekoppeld:
  • dat verdachte zich, in overleg met de jeugdreclassering, gedurende de proeftijd zich bij die instelling meldt, zolang die instelling dit noodzakelijk acht;
  • dat verdachte zich, in overleg met de jeugdreclassering, gedurende de proeftijd (ingaande [datum] 2015) zal laten opnemen in het Orthopedagogisch Centrum (OC) van Aruba, waarbij veroordeelde zich zal houden aan de aanwijzingen die hij in het kader van de behandeling door of namens de (geneesheer-)directeur van die instelling zullen worden gegeven;
  • dat verdachte zich, in overleg met de jeugdreclassering, gedurende de proeftijd onder behandeling zal stellen van een (kinder)psychiater op de tijden en plaatsen als door of namens die deskundige aan te geven,
met de opdracht aan de jeugdreclassering om hulp en steun te verlenen ter zake van de naleving van de bijzondere voorwaarden en de verdachte ten behoeve daarvan te begeleiden.
Voorts heeft de officier van justitie primair gevorderd dat de rechter de onmiddellijke uitvoerbaarheid van voormelde bijzondere voorwaarden beveelt.
Subsidiair heeft de officier van justitie schorsing van de voorlopige hechtenis van de verdachte gevorderd onder het stellen van voormelde voorwaarden ingaande [datum] 2015, met de bepaling dat het geschorste bevel tot voorlopige hechtenis wordt opgeheven bij het onherroepelijk worden van het vonnis.
De raadsvrouw heeft het woord tot verdediging gevoerd conform de door haar overgelegde pleitnota.

2.Tenlastelegging

Aan de verdachte is tenlastegelegd:
1. dat hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 01 september 2013 tot en met 31 augustus 2014 te Aruba, meermalen, althans eenmaal, met iemand beneden de leeftijd van twaalf jaren, te weten [slachtoffer 1], geboren op [geboortedatum] 2008, handelingen heeft gepleegd, die (mede) bestaan hebben uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer 1], immers heeft hij, verdachte, toen aldaar (telkens) meermalen, althans eenmaal,
- de broek en/of onderbroek, althans kleding van die [slachtoffer 1] uit/naar beneden getrokken, en/of
- zijn (verdachtes) penis in de anus van die [slachtoffer 1] geduwd/gebracht;
2. dat hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 01 mei 2013 tot en met 31 augustus 2014 te Aruba, meermalen, althans eenmaal, met iemand beneden de leeftijd van twaalf jaren, te weten [slachtoffer 2], geboren op [geboortedatum] 2006, handelingen heeft gepleegd, die (mede) bestaan hebben uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer 2]
,immers heeft hij, verdachte, toen aldaar (telkens) meermalen, althans eenmaal,
- de hand(en) van die [slachtoffer 2] achter diens rug vastgehouden en/of vastgebonden met draad, en/of
- die [slachtoffer 2] op de mond gekust, en/of
- zijn (verdachtes) penis in de anus van die [slachtoffer 2] geduwd/gebracht;
3. dat hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 01 augustus 2011 tot en met 31 augustus 2014 te Aruba, meermalen, althans eenmaal, met iemand beneden de leeftijd van twaalf jaren, te weten [slachtoffer 3], geboren op [geboortedatum] 2007, handelingen heeft gepleegd, die (mede) bestaan hebben uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer 3], immers heeft hij, verdachte, toen aldaar (telkens) meermalen, althans eenmaal,
- die [slachtoffer 3] op een bed gegooid, en/of
- de broek en/of onderbroek, althans kleding van die [slachtoffer 3] uit/naar beneden getrokken, en/of
- de hand(en) van die [slachtoffer 3] achter diens rug vastgehouden, en/of
- zijn (verdachtes) penis in de anus van die [slachtoffer 3] geduwd/gebracht;
4. dat hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 15 september 2012 tot en met 31 augustus 2014 te Aruba, meermalen, althans eenmaal, met iemand beneden de leeftijd van twaalf jaren, te weten [slachtoffer 4], geboren op [geboortedatum] 2012, handelingen heeft gepleegd, die (mede) bestaan hebben uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer 4], immers heeft hij, verdachte, toen aldaar (telkens) meermalen, althans eenmaal,
- de broek en/of luier, althans kleding van die [slachtoffer 4] uit/naar beneden getrokken, en/of
- zijn (verdachtes) vinger, althans een deel van zijn vinger, in de anus van die [slachtoffer 4] geduwd/gebracht, en/of
- zijn (verdachtes) penis in de anus van die [slachtoffer 4] geduwd/gebracht;

3.Voorvragen

Geldigheid van de dagvaarding
Bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken dat de dagvaarding aan alle wettelijke vereisten voldoet en dus geldig is.
Bevoegdheid van het gerecht
Krachtens de wettelijke bepalingen is het gerecht bevoegd van het tenlastegelegde kennis te nemen.
Ontvankelijkheid van de officier van justitie
feiten 1 en 2
Bij het onderzoek ter terechtzitting zijn geen feiten of omstandigheden gebleken die aan de ontvankelijkheid van de officier van justitie ten aanzien van de onder 1 en 2 tenlastgelegde feiten in de weg staan.
feiten 3 en 4
De raadsvrouw heeft - naar het gerecht begrijpt - betoogd dat de officier van justitie niet- ontvankelijk dient te worden verklaard in haar vervolging van de verdachte ten aanzien van de onder 3 en 4 tenlastegelegde feiten. Zij heeft daartoe aangevoerd dat de verdachte ten tijde van de in die feiten aangeduide periode niet de voor vervolging vatbare leeftijd van twaalf jaren had bereikt.
Ingevolge artikel 477 van het Wetboek van Strafvordering kan niemand strafrechtelijk worden vervolgd wegens een feit begaan voordat hij de leeftijd van twaalf jaren heeft bereikt. De verdachte had in de onder 3 en 4 tenlastegelegde periode van 1 augustus 2011 tot 19 maart 2013 nog niet de voor strafrechtelijke vervolging vereiste twaalfjarige leeftijd bereikt. Het gerecht verklaart de officier van justitie ten aanzien van voornoemde periode dan ook niet-ontvankelijk in haar vervolging van de verdachte. Het verweer van de raadsvrouw slaagt in zoverre.
Redenen voor schorsing van de vervolging
Bij het onderzoek ter terechtzitting zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging gebleken.

4.Bewijsbeslissingen

Bewezenverklaring
Het gerecht heeft uit het onderzoek op de terechtzitting door de inhoud van wettige bewijsmiddelen de overtuiging bekomen dat de verdachte het tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat het bewezen acht:
1. dat hij op
één of meertijdstip
(pen
)in
of omstreeksde periode van
1september 2013 tot en met 31 augustus 2014 te Aruba, meermalen,
althans eenmaal,met iemand beneden de leeftijd van twaalf jaren, te weten [slachtoffer 1], geboren op [geboortedatum] 2008, handelingen heeft gepleegd, die
(mede
)bestaan hebben uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer 1], immers heeft hij, verdachte, toen aldaar
(telkens
)meermalen,
althans eenmaal,
- de broek en
/ofonderbroek
, althans kledingvan die [slachtoffer 1] uit/naar beneden getrokken, en
/of
- zijn (verdachtes) penis in de anus van die [slachtoffer 1] geduwd/gebracht;
2. dat hij op
één of meertijdstip
(pen
)in
of omstreeksde periode van
126 mei 2013 tot en met 31 augustus 2014 te Aruba, meermalen,
althans eenmaal,met iemand beneden de leeftijd van twaalf jaren, te weten [slachtoffer 2], geboren op [geboortedatum] 2006, handelingen heeft gepleegd, die
(mede
)bestaan hebben uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer 2]
,immers heeft hij, verdachte, toen aldaar
(telkens
)meermalen,
althans eenmaal,
- de hand
(en
)van die [slachtoffer 2] achter diens rug vastgehouden en
/ofvastgebonden met draad, en
/of
-
die [slachtoffer 2] op de mond gekust, en/of
- zijn (verdachtes) penis in de anus van die [slachtoffer 2] geduwd/gebracht;
3. dat hij op
één of meertijdstip
(pen
)in
of omstreeksde periode van 19 maart 2013 tot en met 31 augustus 2014 te Aruba, meermalen,
althans eenmaal,met iemand beneden de leeftijd van twaalf jaren, te weten [slachtoffer 3], geboren op [geboortedatum] 2007, handelingen heeft gepleegd, die
(mede
)bestaan hebben uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer 3], immers heeft hij, verdachte, toen aldaar
(telkens
)meermalen,
althans eenmaal,
-
die [slachtoffer 3] op een bed gegooid, en/of
- de broek en
/ofonderbroek
, althans kledingvan die [slachtoffer 3] uit/naar beneden getrokken, en
/of
-
de hand(en) van die [slachtoffer 3] achter diens rug vastgehouden, en/of
- zijn (verdachtes) penis in de anus van die [slachtoffer 3] geduwd/gebracht;
4. dat hij op één of meer tijdstip
(pen
)in
of omstreeksde periode van 19 maart 2013 tot en met 31 augustus 2014 te Aruba, meermalen, althans eenmaal, met iemand beneden de leeftijd van twaalf jaren, te weten [slachtoffer 4], geboren op [geboortedatum] 2012, handelingen heeft gepleegd, die
(mede
)bestaan hebben uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer 4], immers heeft hij, verdachte, toen aldaar
(telkens
)meermalen, althans eenmaal,
- de broek en
/ofluier, althans kleding van die [slachtoffer 4] uit/naar beneden getrokken, en
/of
- zijn (verdachtes) vinger
, althans een deel van zijn vinger,in de anus van die [slachtoffer 4] geduwd/gebracht, en
/of
- zijn (verdachtes) penis in de anus van die [slachtoffer 4] geduwd/gebracht.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd, zoals doorgestreept in de tekst, is niet bewezen, zodat de verdachte hiervan zal worden vrijgesproken.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring
cursief weergegevenverbeterd. Blijkens het verhandelde ter terechtzitting is de verdachte daardoor niet geschaad in de verdediging.

5.Bewijsmiddelen

De overtuiging dat de verdachte het bewezenverklaarde heeft begaan, is gegrond op de feiten en omstandigheden die in de wettige bewijsmiddelen zijn vervat.
De bewijsmiddelen zullen in geval van hoger beroep in een aan dit vonnis te hechten bijlage worden opgenomen.

6.Kwalificatie en strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Op 15 februari 2014 is een nieuw Wetboek van Strafrecht van Aruba (AB 2012 no. 24, gewijzigd bij AB 2014 no. 11) in werking getreden. Bij de invoering is niet voorzien in overgangsrechtelijke bepalingen, zodat de daarin neergelegde voorschriften onmiddellijk van toepassing zijn geworden. Voor zover de in de tenlastelegging beschreven feiten zijn begaan vóór deze datum, geldt evenwel het navolgende.
Ingevolge artikel 1:1, eerste lid, van dit wetboek is geen feit strafbaar dan uit kracht van een daaraan voorafgegane wettelijke strafbepaling. In het tweede lid van dit artikel is voorts bepaald dat bij verandering in de wetgeving na het tijdstip waarop het feit begaan is, de voor de verdachte gunstigste bepalingen worden toegepast. Deze artikelleden, in onderlinge samenhang bezien, brengen mee dat, voor zover de bepalingen van dit wetboek omtrent de strafwaardigheid van een delict of de zwaarte van de daarop bedreigde sanctie niet gunstiger zijn dan die, welke golden ten tijde van het tijdstip of de periode waarop de aan de verdachte verweten feiten volgens de tenlastelegging zijn gepleegd, de op dat moment geldende bepalingen dienen te worden toegepast. Indien zich naar het oordeel van het gerecht een dergelijk geval voordoet zal dit in dit vonnis, voor zover relevant en niet uitdrukkelijk nader gemotiveerd, tot uitdrukking komen in de kwalificatiebeslissing en de vermelding van de bij de oplegging van een straf of maatregel toegepaste wettelijke voorschriften.
Het bewezenverklaarde levert op:
Feiten 1, 2, 3 en 4 (telkens):
Met iemand beneden de leeftijd van twaalf jaren handelingen plegen, die mede bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam, meermalen gepleegd,
strafbaar gesteld bij artikel 250 van het Wetboek van Strafrecht (oud) en artikel 2:199 van het Wetboek van Strafrecht.
Het bewezenverklaarde is strafbaar, nu geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die de strafbaarheid ervan opheffen of uitsluiten.

7.Strafbaarheid van de verdachte

De verdachte is strafbaar nu geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die zijn strafbaarheid opheffen of uitsluiten.

8.Oplegging van straf of maatregel

De verdachte was ten tijde van het plegen van de feiten twaalf of dertien jaar oud. Dit betekent dat hij op grond van artikel 1:157 van het Wetboek van Strafrecht (Sr) overeenkomstig de in dit wetboek neergelegde bepalingen voor jeugdige personen zal worden bestraft.
Gelet op de aard en de ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde, op de omstandigheden waaronder de verdachte zich daaraan schuldig heeft gemaakt en op de persoon van de verdachte, zoals van één en ander uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken, acht het gerecht na te noemen beslissing passend. Daarbij wordt in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft vier zeer jonge en tot zijn familiekring behorende kinderen, van wie één een […] peuter, seksueel misbruikt. Verdachte, hoewel zelf jong maar ouder dan de minderjarigen, heeft bij het plegen van zijn daden misbruik gemaakt van het vertrouwen dat die zeer jonge minderjarigen in hem als ouder familielid stelden en ook mochten stellen. De verdachte heeft slechts het oog gehad op bevrediging van zijn eigen lustgevoelens, waarbij hij zich in het geheel niet heeft bekommerd om de schade die hij daarmee bij die minderjarigen aanrichtte. Zij bevonden zich, gelet op hun leeftijd, in een zeer kwetsbare positie en de verdachte heeft, misbruik makend van het overwicht dat hij als ouder familielid op hen had, ernstige inbreuk gemaakt op hun lichamelijke integriteit en de ontwikkeling van hun seksualiteit verstoord. De ervaring leert dat jeugdige slachtoffers, als zij op die leeftijd worden onderworpen aan dergelijk seksuele handelingen, grote psychische, lichamelijke en emotionele schade kunnen oplopen. Zij kunnen ook nog op latere leeftijd problemen ondervinden op het terrein van seksualiteit en relatievorming. Deze delicten behoren voorts tot een categorie van strafbare feiten die een ernstige inbreuk maken op de rechtsorde en gevoelens van onrust in de samenleving teweeg brengen. Oplegging van een vrijheidsontnemende straf is op zich geïndiceerd.
Ten voordele van verdachte geldt dat hij deels openheid van zaken heeft gegeven. Ter terechtzitting heeft verdachte blijk gegeven in te zien dat zijn handelingen jegens de minderjarigen laakbaar waren en dat hij spijt heeft die te hebben begaan.
Verdachte is door de kinder- en jeugdpsychiater drs. K.M.E. Hermans onderzocht. Zij heeft in haar rapport van [datum] 2015 onder meer geconcludeerd dat er sprake is van een bedreigde persoonlijkheidsontwikkeling. Zijn leeftijd kan bij het plegen van de tenlastegelegde feiten een rol hebben gespeeld in die zin dat de puberteit soms ondoordacht gedrag en zelfregulatie problemen met zich meebrengt. Het misbruik lijkt situationeel gebonden en het terugzetten van verdachte in hetzelfde milieu kan herhaling in de hand werken. De psychiater adviseert plaatsing van verdachte in een orthopedagogische setting met ambulante psychologische behandeling en reclasseringstoezicht.
Dit advies wordt onderschreven door de Stichting Reclassering en Jeugdbescherming Aruba in haar rapport van [datum] 2015.
Voorts heeft kinder- en jeugdpsychiater drs. W.R. Leeflang op [datum] 2015 een rapport uitgebracht omtrent de wijze waarop behandeling van verdachte zou dienen te geschieden. De psychiater concludeert onder meer dat er bij verdachte sprake is van een zorgelijke gewetensontwikkeling. Zijn psycho-seksuele ontwikkeling blijkt een scheefgroei te hebben doorgemaakt en zijn misvormde cognities over seksualiteit hebben mede geleid hebben tot het herhalen van het delict. Hij adviseert oplegging van een dwingende maatregel voor behandeling en begeleiding in het Orthopedagogisch Centrum van Aruba, waarbij rekening wordt gehouden met zijn jonge leeftijd.
Het gerecht kan zich verenigen met de conclusies van voornoemde getuige-deskundigen en houdt rekening met hun voorlichtingsrapporten.
Alles afwegende kan niet worden volstaan met een andere of lichtere straf dan jeugddetentie van na te melden duur. Het gerecht zal een deel van deze straf voorwaardelijk opleggen met het stellen van bijzondere voorwaarden, teneinde verdachte in te scherpen zich gedurende de proeftijd niet weer aan misdrijf schuldig te maken en om te bewerkstelligen dat verdachte de noodzakelijke behandeling en begeleiding zal ondergaan.
De officier van justitie heeft ter terechtzitting aangevoerd dat per [datum] 2015 een plek beschikbaar is gesteld voor de verdachte in het Orthopedagogisch Centrum van Aruba. In dat kader heeft de officier van justitie primair de onmiddellijke uitvoerbaarheid van de in het requisitoir vermelde bijzondere voorwaarden gevorderd.
Ten aanzien daarvan overweegt het gerecht als volgt. Ingevolge artikel 1:157 Sr zijn de artikelen die betrekking hebben op de berechting van volwassen verdachten van toepassing bij de berechting van jeugdige verdachten, voor zover daarvan niet bij de bijzondere bepalingen voor jeugdige personen - zijnde de artikelen 1:157 tot en met 1:189 Sr - wordt afgeweken. Ingevolge artikel 1:20, derde lid, Sr gelden opgelegde bijzondere voorwaarden pas indien de mededeling daarvan door of vanwege het openbaar ministerie aan de veroordeelde in persoon is betekend,
tenzij de rechter een bevel tot onmiddellijke uitvoerbaarheid van die bijzondere voorwaarden ex artikel 1:23 Sr heeft gegeven. Artikel 1:181, tweede lid, Sr verschilt van laatst genoemd artikel, in die zin dat de aan jeugdige verdachten opgelegde bijzondere voorwaarden pas gelding hebben, indien zij door of vanwege het openbaar ministerie aan de veroordeelde in persoon zijn betekend. De laatste zinsnede van artikel 1:20, derde lid, Sr is bij de redactie van artikel 1:181, tweede lid, Sr, achterwege gebleven. In de schakel bepaling (artikel 1:182 Sr) is ook niet verwezen naar artikel 1:20, derde lid, Sr. De oplegging en toezicht op de naleving van bijzondere voorwaarden is verder uitgebreid geregeld in de bepalingen voor jeugdige personen. Het gerecht concludeert uit het vorenstaande dat er sprake is van een afwijking als bedoeld in artikel 1:157 Sr en dat de tweede volzin van het derde lid van artikel 1:20 Sr niet op de berechting van jeugdige verdachten van toepassing is. Het gerecht zal het gevorderde bevel tot onmiddellijke uitvoerbaarheid van de op te leggen bijzondere voorwaarden dan ook achterwege laten. Het verzoek van de officier van justitie terzake de schorsing van de voorlopige hechtenis van verdachte acht het gerecht in casu wel op zijn plaats.

9.Toepasselijke wettelijke voorschriften

De op te leggen straf is mede gegrond op de artikelen 1:21, 1:62, 1:163, 1:165, 1:180; 1:181, 1:182, 1:183 en 1:189 van het Wetboek van Strafrecht.

10.Beslissing

Het gerecht:
verklaart bewezen dat de verdachte de tenlastegelegde feiten zoals hierboven bewezen geacht heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders is tenlastegelegd en spreekt verdachte daarvan vrij;
verklaart het bewezenverklaarde strafbaar en de verdachte hiervoor strafbaar;
kwalificeert het bewezenverklaarde als hierboven omschreven;
veroordeelt de verdachte tot
jeugddetentievoor de duur van
driehonderdenvijf-enzestig (365) dagen;
bepaalt dat de tijd die door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de opgelegde jeugddetentie in mindering wordt gebracht;
beveelt dat van deze straf een gedeelte, groot
honderdenachtenvijftig (158) dagen, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij later anders mocht worden gelast op grond dat de veroordeelde zich vóór het einde van een proeftijd, welke hierbij wordt bepaald op twee (2) jaren, aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt, dan wel gedurende die proeftijd de hierna gestelde bijzondere voorwaarden niet heeft nageleefd;
stelt als bijzondere voorwaarde dat de veroordeelde zich gedurende de proeftijd zal melden bij de Stichting Reclassering en Jeugdbescherming Aruba en zich zal gedragen naar de voorschriften en aanwijzingen, hem te geven door of namens deze instelling, zulks zolang die instelling dat gedurende de proeftijd nodig acht, ook als dat inhoudt dat de veroordeelde zich gedurende de proeftijd (ingaande [datum] 2015):
  • zal laten opnemen in het Orthopedagogisch Centrum van Aruba, waarbij hij zich zal houden aan de aanwijzingen die hij in het kader van de behandeling door of namens de (geneesheer-)directeur van die instelling zullen worden gegeven,
  • onder behandeling zal stellen van een (kinder)psychiater op de tijden en plaatsen als door of namens die deskundige aan te geven,
met opdracht aan die instelling als bedoeld in artikel 1:183, tweede lid, van het Wetboek van Strafrecht;
schorst de voorlopige hechtenis van de verdachte met ingang van [datum] 2015;
heft op het geschorste bevel tot voorlopige hechtenis met ingang van het tijdstip waarop dit vonnis onherroepelijk zal zijn geworden.
Dit vonnis is gewezen door de rechter mr. E.M.D. Angela en uitgesproken ter openbare terechtzitting van dit gerecht op 12 juni 2015, in tegenwoordigheid van de griffier.