In deze zaak, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, is FUNDACION CAS PA COMUNIDAD ARUBANO (FCCA) als eiseres opgetreden tegen een gedaagde die in persoon procedeerde. De procedure begon met een verzoekschrift dat op 8 juni 2015 werd ingediend, waarin FCCA een ontbinding van de huurovereenkomst en een ontruimingsvordering tegen de gedaagde heeft ingediend. De huurovereenkomst betreft een woning in Aruba, waarvoor de gedaagde een maandelijkse huurprijs van Afl. 536,-- verschuldigd is. FCCA heeft gesteld dat de gedaagde per 30 april 2015 een achterstand in huurbetalingen heeft van Afl. 7.785,67, wat meer dan 14 maanden huur vertegenwoordigt. Dit bedrag is door FCCA onderbouwd met een overzicht van de achterstallige betalingen.
Het Gerecht heeft in het tussenvonnis bepaald dat er een comparitie van partijen moet plaatsvinden om inlichtingen te verkrijgen en/of een minnelijke regeling te beproeven. De gedaagde moet in persoon verschijnen, terwijl FCCA vertegenwoordigd moet zijn door iemand die van de zaak op de hoogte is en bevoegd is om haar te vertegenwoordigen. Het Gerecht heeft partijen erop gewezen dat het niet verschijnen van een partij gevolgen kan hebben, ook in het nadeel van die partij.
De uitspraak van het Gerecht, gedaan op 9 september 2015, houdt in dat de gedaagde moet aangeven of zij in staat is om de woning binnen de door FCCA gevorderde termijn van één maand te ontruimen. Het Gerecht heeft verder bepaald dat iedere verdere beslissing wordt aangehouden, en dat de zaak op 12 oktober 2015 opnieuw zal worden behandeld voor het geven van inlichtingen en/of ter beproeving van een minnelijke regeling.