Uitspraak
1.DE PROCEDURE
- het tussenvonnis van 4 februari 2015;
- de akte overlegging schriftelijk bewijs aan de zijde van Web;
- de antwoordakte van Gedaagde.
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
In de zaak tussen de naamloze vennootschap WEB ARUBA N.V. en een gedaagde die in persoon procedeert, heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba op 9 september 2015 uitspraak gedaan. De procedure volgde op een tussenvonnis van 4 februari 2015, waarin WEB was toegelaten om bewijs te leveren van de ontvangst van een sommatie door de gedaagde. WEB heeft een register van ter aantekening aangeboden stukken overgelegd, maar het gerecht oordeelde dat niet bewezen was dat de gedaagde daadwerkelijk een sommatie had ontvangen. De overgelegde documenten gaven geen duidelijkheid over de aard van de verzending en de datum van de sommatie kwam niet overeen met de bij het verzoekschrift overgelegde sommaties. Hierdoor concludeerde het gerecht dat de vordering van WEB was verjaard.
Het gerecht heeft WEB in de kosten van de procedure veroordeeld, die aan de zijde van de gedaagde op nihil zijn begroot, aangezien de gedaagde in persoon procedeerde. De rechter heeft het gevorderde afgewezen en de uitspraak werd gedaan in aanwezigheid van de griffier tijdens een openbare terechtzitting.