Uitspraak
1.DE PROCEDURE
2.DE STANDPUNTEN VAN PARTIJEN
gemachtigdensalaris en voorts met proceskosten waaronder begrepen de door verzoeker voldane vaste griffierechten zegels en kosten, kosten rechtens.”.
3.DE BEOORDELING
met betrekkelijk hoge snelheid” reed levert evenmin dergelijke grond op. Daarvan zou sprake kunnen zijn indien de bestuurster de ter plaatse van het ongeval geldende maximum snelheid zou hebben overtreden. Gesteld noch gebleken dat dit het geval is. Dit klemt temeer omdat uit de door Eiseres overgelegde niet door Gedaagde bestreden satellietfoto van de plaats van ongeval blijkt dat het ongeval heeft plaatsgevonden op een plaats die is gelegen kort nadat de bestuurster door een vrijwel haakse bocht was gereden. Alleen een door een ervaren coureur bestuurde formule-1 bolide zou wellicht over die korte afstand de ter plaatse geldende maximum snelheid overschreden kunnen hebben. De stelling van Gedaagde dat de bestuurster vrijwel niet zou hebben geremd kan zonder nadere onderbouwing - die ontbreekt - niet leiden tot vaststelling van bedoelde medeschuld. Gesteld noch gebleken is met name dat de bestuurster van de auto op het moment dat Gedaagde voor haar op onrechtmatige wijze links af sloeg nog voldoende gelegenheid had om te remmen of eerder en krachtiger te remmen dan ze heeft gedaan. Al het vorenstaande brengt verder mee dat de stelling van Gedaagde, dat de bestuurster geen bijzondere voorzichtigheid in acht heeft genomen, voldoende grondslag mist. Die stelling wordt daarom gepasseerd. De slotsom op dit onderdeel luidt dat het beroep van Gedaagde op het bepaalde in artikel 6:101 BW faalt.