ECLI:NL:OGEAA:2015:343

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
9 september 2015
Publicatiedatum
21 september 2015
Zaaknummer
K.G. 1702 van 2015
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • W.J. Noordhuizen
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontslag op staande voet en doorbetaling van loon in kort geding

In deze zaak, die voor het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba werd behandeld, heeft Eiseres, werkzaam als Front Office Manager bij Divi Phoenix N.V., een kort geding aangespannen na haar ontslag op staande voet op 23 juli 2015. Eiseres was sinds 8 september 2010 in dienst en was verantwoordelijk voor het beheer van geldswaarden. Op 28 april 2015 werd ontdekt dat een envelop met bijna US$ 5.000 ontbrak, wat leidde tot een intern onderzoek en uiteindelijk haar ontslag. Eiseres betwistte de rechtmatigheid van het ontslag en vorderde doorbetaling van haar loon vanaf juli 2015, met een wettelijke verhoging.

De rechter oordeelde dat het ontslag niet aan de vereisten van onverwijldheid voldeed, aangezien Divi Phoenix op 25 juni 2015 al op de hoogte was van de vermissing van het geld. De tijd die verstreek tussen de ontdekking van de vermissing en het ontslag was te lang om als onverwijld te worden beschouwd. De rechter concludeerde dat er onvoldoende rechtvaardiging was voor het ontslag en dat Eiseres recht had op doorbetaling van haar loon. De vordering van Eiseres werd toegewezen, met een verhoging van 15% op het loon, en Divi Phoenix werd veroordeeld in de proceskosten.

De uitspraak benadrukt het belang van de onverwijldheidseis bij ontslag en de noodzaak voor werkgevers om tijdig en adequaat te handelen in arbeidsconflicten. De rechter wees erop dat een werknemer tijdig op de hoogte moet worden gesteld van zijn positie in een geschil, vooral wanneer er sprake is van schorsing of ontslag.

Uitspraak

Vonnis in kort geding van 9 september 2015
Behorend bij K.G. 1702 van 2015
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
VONNIS IN KORT GEDING
in de zaak van:
Eiseres,
te Aruba,
hierna ook te noemen: Eiseres,
gemachtigde: de advocaat mr. A.A. Ruiz,
tegen:
de naamloze vennootschap
DIVI PHOENIX N.V.,
te Aruba,
hierna ook te noemen: Divi Phoenix,
gemachtigde: de advocaat mr. M.E.D. Brown.
DE PROCEDURE
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift;
- de pleitnota van Eiseres, voor zover voorgedragen;
- de pleitnota van Divi Phoenix, voor zover voorgedragen;
- de aantekeningen van de mondelinge behandeling op 21 augustus 2015.
Aan partijen is meegedeeld dat vandaag vonnis zou worden gewezen.

2.DE VASTSTAANDE FEITEN

2.1
Eiseres is op 8 september 2010 in dienst getreden van Divi Phoenix. Haar meest recente functie was Front Office Manager. Kort daarvoor (tot 1 mei 2015) was zij werkzaam als General Cashier/Accounting Clerc. In die laatste functie moest Eiseres geld(swaarden) in ontvangst nemen, hoeveelheden administreren en zorgdragen voor afgifte daarvan aan het waardetransportbedrijf. Uit dien hoofde beschikte Eiseres over een eigen afsluitbare kantoorkamer met een kluis.
2.2
Op 28 april 2015 heeft Eiseres geld(swaarden) ontvangen en geadministreerd en, verdeeld over een aantal enveloppen (voorzien van depositslips), in afsluitbare geldzakken gedeponeerd. Een van die geldzakken is enige tijd geopend gebleven. Daaruit mist uiteindelijk bijna US$ 5.000, aan dollars. Op 30 april 2015 zijn de (inmiddels) verzegelde geldzakken door het waardetransportbedrijf opgehaald en vervoerd naar de bank.
2.3
Op 25 juni 2015 heeft de assistent controller bij het consolideren van de bankstortingen ontdekt, dat volgens de depositslip een bedrag van US$ 4.957,23 zou moeten zijn gestort, dat niet op de bankafschriften voor kwam. Op 1 juli 2015 komt, na intern administratief onderzoek zijdens Divi Phoenix en aan de hand van de beveiligingsbeelden van de bank aan het licht, dat een enveloppe met US$ 4.957,23 niet is afgegeven bij de bank. Op die dag zijn ook Eiseres en een collega door Divi Phoenix gehoord. Beiden zijn die dag op non-actief gesteld, met behoud van loon. Nadien heeft Divi Phoenix de videobeelden zelf nog gezien en een dag later is aangifte bij de politie gedaan door Divi Phoenix. Op 6 juli 2015 zijn Eiseres en haar collega nogmaals uitgenodigd om het voorval te bespreken. Eiseres en haar collega zijn een dag later in staat gesteld de beelden van de beveiligingscamera van de bank te bekijken. Op woensdag 22 juli is Eiseres in de gelegenheid gesteld zelf ontslag te nemen. Toen zij weigerde van die gelegenheid te gebruik te maken is zij op 23 juli 2015 op staande voet ontslagen.
2.4
De ontslagbrief van die laatste datum vermeldt als grond voor beëindiging van de arbeidsovereenkomst, kort gezegd, dat onder verantwoordelijkheid van Eiseres een enveloppe met US$ 4.957,23 is verdwenen en Eiseres daarvoor geen andere reden kan geven dan dat zij de onverzegelde geldzak met daarin de desbetreffende enveloppe onbeheerd heeft gelaten.

3.DE STANDPUNTEN VAN PARTIJEN

3.1
Eiseres vordert – samengevat – veroordeling van Divi Phoenix tot doorbetaling van haar loon vanaf juli 2015, te vermeerderen met de wettelijke verhoging totdat de arbeidsovereenkomst zal zijn geëindigd, met veroordeling van Divi Phoenix tot vergoeding van de proceskosten.
3.2
Eiseres grondt de vordering erop dat het ontslag nietig is.
3.3
Divi Phoenix voert hiertegen verweer, met vordering tot veroordeling van Eiseres in de proceskosten.

4.DE BEOORDELING

4.1.
In kort geding dient, in het licht van de afweging van de spoedeisende belangen van beide partijen te worden beoordeeld of voldoende aannemelijk is dat het ontslag in een bodemprocedure nietig zal worden bevonden. Naar voorlopig oordeel van de kort gedingrechter is dat het geval.
4.2.
Voor de rechtmatigheid van het beëindigen van een dienstbetrekking zonder opzegging of zonder inachtneming van de voor opzegging geldende bepalingen is ingevolge artikel 7A:1615o BW vereist, dat de dienstbetrekking om een dringende, aan de wederpartij onverwijld meegedeelde reden wordt beëindigd.
4.3.
In de onderhavige zaak heeft het aan die onverwijldheid ontbroken. Divi Phoenix was immers op 25 juni 2015 bekend dat een groot geldbedrag miste. Op 1 juli 2015 was haar duidelijk dat geen sprake was van malversaties of een fout bij de bank en bestond voor haar kennelijk voldoende aanleiding om Eiseres te schorsen in de uitoefening van haar functie. Er bestaat voorshands onvoldoende rechtvaardiging voor de omstandigheid dat vervolgens het tot en met 23 juli 2015 moest duren, voordat Eiseres wegens de vermissing van de enveloppe met geld en het niet volgen van voor de afhandeling van depots geldende procedures werd ontslagen. De kort gedingrechter ziet niet in waarom in verband met een ontslag naar Arubaans arbeidsrecht, van een Front Desk Manager in Aruba, met vijf jaar werkervaring bij Divi Phoenix, juristen in de Verenigde Staten moeten worden geraadpleegd. Het ontslag is uiteindelijk ook verleend door de directeur personeelszaken in Aruba. Dat na de ontdekking van de vermissing van 28/30 april 2015 nog onderzoek naar (andere) gevallen van “slepen” van geld heeft plaats gevonden is niet van doorslaggevend belang. Deze gevallen zijn niet aan de onverwijlde beëindiging van de arbeidsovereenkomst ten grondslag gelegd. Evenmin is duidelijk uitgelegd waarom het kennelijk tot 6 juli 2015 heeft geduurd voordat Eiseres wederom voor een gesprek werd uitgenodigd. De omstandigheid dat Eiseres geschorst werd vormt, ook in combinatie met de overige omstandigheden, onvoldoende grond om aan de onverwijldheidseis te voldoen. Een werknemer, ook een die in verband met een onderzoek geschorst is, dient immers tijdig hom of kuit te krijgen om zijn positie in het geschil tijdig te kunnen bepalen.
4.4.
De vordering is mitsdien toewijsbaar. Het beroep op matiging van de loonvordering wordt als onvoldoende toegelicht verworpen. Wel zal de wettelijke verhoging in kort geding worden gematigd tot de gebruikelijke 15%. Het beroep op verrekening faalt op grond van artikel 6:136 BW. Niet voldoende gemotiveerd gesteld is dat Divi Phoenix als werkgever een beroep op vergoeding van door haar geleden schade op haar werknemer toekomt, gezien de strenge eisen die voor de toewijsbaarheid daarvan worden gesteld. Als de in het ongelijk te stellen partij zal Divi Phoenix de proceskosten van Eiseres moeten vergoeden.

5.DE UITSPRAAK

De rechter in dit gerecht:
veroordeelt Divi Phoenix om aan Eiseres het overeengekomen loon plus emolumenten vanaf juli 2015, vermeerderd met een verhoging van 15% voor zover het loon niet op de gebruikelijke betaaldag is of zal worden voldaan te betalen, totdat de arbeidsovereenkomst op rechtsgeldige wijze is beëindigd;
veroordeelt Divi Phoenix in de kosten van de procedure, die tot de datum van uitspraak aan de kant van Eiseres worden begroot op Afl. 450, aan griffierecht, Afl. 229,77 aan explootkosten en Afl. 1.500, aan salaris van de gemachtigde;
verklaart de veroordelingen in dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. W.J. Noordhuizen rechter, en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting van woensdag 9 september 2015 in aanwezigheid van de griffier.