ECLI:NL:OGEAA:2015:38

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
20 mei 2015
Publicatiedatum
28 mei 2015
Zaaknummer
A.R. 3433 van 2012
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • W.J. Noordhuizen
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis inzake ziektekostenverzekering en uitsluitingsclausule

In de zaak tussen [eiseres], vertegenwoordigd door advocaat mr. E.M.J. Cafarzuza, en de naamloze vennootschap Elvira Verzekeringen, vertegenwoordigd door advocaat mr. M.S. Cabenda, heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba op 20 mei 2015 uitspraak gedaan. De procedure volgde op een tussenvonnis van 1 oktober 2014 en diverse akten van beide partijen. De kern van de zaak betreft een geschil over de dekking van een ziektekostenverzekering, waarbij [eiseres] een beroep deed op de verzekering voor kosten die verband hielden met haar ziekenhuisopname. Elvira Verzekeringen betwistte de dekking op basis van een uitsluitingsclausule in de verzekeringsvoorwaarden.

Het gerecht oordeelde dat [eiseres] niet voldoende had aangetoond dat haar ziekenhuisopname niet onder de uitsluitingsclausule viel. De rechter stelde vast dat de vertalingen die [eiseres] had overgelegd onvoldoende waren en dat de uitsluitingsclausule een kernbeding is dat niet onder de vernietigingsregeling van het Burgerlijk Wetboek valt. Het beroep op de uitsluitingsclausule werd niet onaanvaardbaar geacht. De vordering van [eiseres] werd afgewezen, maar zij werd wel toegestaan om kosteloos te procederen, gezien haar financiële situatie zoals aangetoond door een bewijs van onvermogen. De proceskosten werden aan [eiseres] opgelegd, begroot op Afl. 2.700 voor de kosten van de gemachtigde van Elvira.

Dit vonnis werd uitgesproken in aanwezigheid van de griffier en markeert een belangrijke uitspraak over de toepassing van uitsluitingsclausules in verzekeringscontracten.

Uitspraak

Vonnis van 20 mei 2015
Behorend bij A.R. 3433 van 2012
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
VONNIS
in de zaak van:
[eiseres],
te Aruba,
hierna ook te noemen: [eiseres],
gemachtigde: de advocaat mr. E.M.J. Cafarzuza,
tegen:
de naamloze vennootschap
ELVIRA VERZEKERINGEN,
te Aruba,
hierna ook te noemen: Elvira,
gemachtigde: de advocaat mr. M.S. Cabenda,

1.DE PROCEDURE

Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 1 oktober 2014;
- de akte van [eiseres]van 26 november 2014;
- de antwoordakte van Elvira van 8 april 2015.
De zaak is daarna verwezen naar de rol voor vonnis.

2.DE VERDERE BEOORDELING

2.1 [
[eiseres]heeft bij akte niet alsnog een (desnoods vrije) vertaling van de in de Spaanse taal opgestelde stukken overgelegd. Zij heeft alleen een zeer beperkt aantal passages uit Spaanstalige stukken vertaald in een van de in de Rijkswet Gemeenschappelijk Hof van Justitie toegelaten procestalen. Elvira heeft aangegeven zich niet in de vertaling te kunnen vinden en heeft daarenboven op haar beurt een aantal passages in het Nederlands vertaald waaruit zou kunnen blijken dat de ziekenhuisopname van [eiseres] ook verband hield met trombose en pijn in haar been.
2.2
Nu [eiseres] zich slechts beperkt heeft tot een vrije vertaling van voor haar welgevallige passages uit de medische rapportage is het gerecht van oordeel dat [eiseres] niet voldoende gemotiveerd bestreden heeft dat de ziekenhuisopname mede betrekking had op medische behandeling van haar been. Dat valt onder de uitsluitingsclausule van de verzekeringsvoorwaarden.
2.3
Een uitsluitingsclausule, ook als die is opgenomen in ‘algemene voorwaarden’ is een kernbeding in de zin van artikel 6:231 BW zodat het, voor zover [eiseres] bedoelt daarop een beroep te doen, niet onder de vernietigingsregeling van boek 6, titel 5 afdeling 3 BW valt. Het beroep op de uitsluitingsclausule is ook niet naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar. Veronderstellenderwijze uitgaande van de juistheid van de stelling dat [eiseres] geen reisverzekering zou hebben gesloten als haar was verteld wat de uitsluitingsclausule inhield, brengt dat mee, dat de op het bestaan van een verzekeringsovereenkomst gebaseerde vordering ook moet worden afgewezen.
2.4
Als de in het ongelijk te stellen partij zal [eiseres] de proceskosten van Elvira moeten vergoeden.
2.5
Nu [eiseres] een op 30 oktober 2012 door de directeur van de Directie Sociale Zaken afgegeven bewijs van onvermogen heeft overgelegd, is daarmee naar het oordeel van de rechter genoegzaam gebleken dat zij de proceskosten niet kan betalen. Aan de [eiseres] zal daarom toelating worden verleend om kosteloos te procederen.

5.5. DE UITSPRAAK

De rechter in dit gerecht:
staat [eiseres] toe kosteloos te procederen;
wijs de vordering af;
veroordeelt [eiseres] in de kosten van de procedure, in de kosten van de procedure, die tot de datum van uitspraak aan de kant van Elvira worden begroot op Afl. 2.700, aan salaris van de gemachtigde.
Dit vonnis is gewezen door mr. W.J. Noordhuizen rechter in dit gerecht, en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting van woensdag 20 mei 2015 in aanwezigheid van de griffier.