ECLI:NL:OGEAA:2015:39

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
20 mei 2015
Publicatiedatum
28 mei 2015
Zaaknummer
A.R. 1934 van 2014
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • W.J. Noordhuizen
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis inzake lening of schenking tussen partijen met bewijsvoering via WhatsApp

In deze zaak, die diende voor het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, heeft eiser [eiser] een vordering ingesteld tegen gedaagde [gedaagde] tot betaling van Afl. 4.200, vermeerderd met wettelijke rente en proceskosten. Eiser stelt dat hij dit bedrag aan gedaagde heeft geleend, maar dat gedaagde in gebreke is gebleven om het geleende bedrag terug te betalen. Gedaagde heeft verweer gevoerd en vordert op zijn beurt dat eiser in de kosten wordt veroordeeld en dat een conservatoire derdenbeslag wordt opgeheven.

De procedure omvatte onder andere een tussenvonnis van 15 oktober 2014 en een mondelinge behandeling op 10 december 2014. Eiser heeft als bewijs WhatsApp-berichten overgelegd waaruit zou moeten blijken dat de lening daadwerkelijk heeft plaatsgevonden. Gedaagde ontkent niet dat er communicatie via WhatsApp heeft plaatsgevonden, maar betwist de authenticiteit van de overgelegde berichten en stelt dat deze gemanipuleerd zijn. Gedaagde heeft de berichten gewist na het beëindigen van de relatie, waardoor hij niet kan aantonen wat de inhoud van de berichten was.

Het gerecht heeft geoordeeld dat eiser de feiten moet bewijzen die zijn vordering ondersteunen. Dit bewijs kan geleverd worden door een deskundigenonderzoek naar de WhatsApp-berichten. Het gerecht is voornemens om een deskundige te benoemen die moet vaststellen of de overgelegde berichten daadwerkelijk tussen partijen zijn uitgewisseld of dat ze zijn gemanipuleerd. Eiser moet zijn mobiele telefoon ter beschikking stellen aan de deskundige, en indien nodig moet ook gedaagde haar telefoon beschikbaar stellen. Eiser zal de kosten van het deskundigenonderzoek moeten voorschieten.

De zaak is aangehouden voor verdere behandeling en zal op 17 juni 2015 opnieuw op de rol komen voor akte uitlating door eiser over de deskundige en de bijbehorende vragen. Het vonnis is uitgesproken door mr. W.J. Noordhuizen op 20 mei 2015 in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

Vonnis van 20 mei 2015
Behorend bij A.R. 1934 van 2014
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
VONNIS
in de zaak van:
[eiser],
te Aruba,
hierna ook te noemen: [eiser],
gemachtigde: de advocaat mr. P.M.E. Mohamed,
tegen:
[gedaagde],
te Aruba,
hierna ook te noemen: [gedaagde],
procederend in persoon.

1.DE PROCEDURE

Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 15 oktober 2014;
- de conclusie van antwoord in reconventie,
- de aantekeningen van de mondelinge behandeling van 10 december 2014;
- de conclusie van repliek;
- de conclusie van dupliek.
De zaak is daarna verwezen naar de rol voor vonnis.

2.DE VASTSTAANDE FEITEN

2.1
Partijen zijn bekenden van elkaar.
2.2
Zij hebben met elkaar onder meer contact gehad via WhatsApp.

3.DE STANDPUNTEN VAN PARTIJEN

3.1 [
[eiser] vordert – uitvoerbaar bij voorraad – veroordeling van [gedaagde] tot betaling van Afl. 4.200,, te vermeerderen met de wettelijke rente, met veroordeling van [gedaagde] tot vergoeding van de proceskosten waaronder de beslagkosten.
3.2 [
[eiser] grondt de vordering erop dat hij voormeld bedrag aan [gedaagde] heeft geleend, dat opeisbaar is en [gedaagde] toerekenbaar in gebreke is om het geleende terug te betalen.
3.3 [
[gedaagde] voert hiertegen verweer, met vordering tot veroordeling van [eiser] in de kosten en opheffing van het conservatoire derdenbeslag.
4. DE BEOORDELING
4.1
Naar stelling van [eiser] heeft hij in totaal Afl. 4.200, aan [gedaagde] geleend. [gedaagde] zou dit bedrag volgens [eiser] terugbetalen maar heeft dat niet gedaan.
4.2 [
[eiser] legt als bewijs uitdraaien van WhatsApp-verkeer tussen partijen over waaruit zou kunnen blijken dat [eiser] gelijk heeft.
4.3 [
[gedaagde] ontkent niet dat partijen met elkaar via WhatsApp hebben gecommuniceerd maar betoogt dat het overgelegde bewijs daarvan gemanipuleerd is. [gedaagde] kan niet bewijzen wat het WhatsApp-verkeer tussen partijen dan wel is geweest want zij heeft, toen de relatie eindigde, de berichten gewist.
4.4
Nu [eiser] zich op een overeenkomst van geldlening beroept dient hij de feiten die dat oordeel kunnnen schragen te bewijzen. Dat bewijs kan geleverd worden doordat aangetoond wordt dat de door [eiser] overgelegde tekst van het WhatsApp-berichtenverkeer tussen partijen daadwerkelijk heeft plaatsgevonden. Daartoe acht het gerecht, zoals besproken ter comparitie, een deskundigenbericht nodig.
4.5
Het gerecht is voornemens aan een te benoemen deskundige de volgende vraag voor te leggen:
Heeft het WhatsApp-berichten verkeer dat door [eiser] in deze procedure is overgelegd daadwerkelijk tussen partijen plaatsgevonden? Of is het berichtenverkeer achteraf gemanipuleerd?
4.6 [
[eiser] dient zijn mobiele telefoon op eerste verlangen aan de deskundige ter beschikking te stellen. Indien de deskundige van oordeel is dat, ondanks het wissen van berichten door [gedaagde], ook uit onderzoek van de telefoon van [gedaagde] nog van verkeer tussen [eiser] en [gedaagde] kan blijken dient ook [gedaagde] haar mobiele telefoon aan de deskundige ter beschikking te stellen. Als de deskundige dat nodig vindt dienen partijen hem/haar ook machtiging te verlenen om bij de provider op partijen betrekking hebbende data op te vragen.
4.7
Als partij op wie de bewijslast rust zal [eiser] de kosten van het onderzoek dienen voor te schieten.
4.8
Het gerecht zal de zaak naar de rol verwijzen voor akte uitlating [eiser] met betrekking tot de voorgenomen vraagstelling aan de deskundige en de naam van een voorgestelde deskundige.
4.9
Nadien kan [gedaagde] daarop bij antwoord- akte reageren.
4.1
Het verdient uiteraard de voorkeur dat partijen gezamenlijk tot een te benoemen deskundige komen.
4.11
Iedere verdere beslissing zal worden aangehouden.

5.DE UITSPRAAK

De rechter in dit gerecht:
verwijst de zaak naar de rol van 17 juni 2015 voor akte uitlating zijdens [eiser] met betrekking tot de persoon van de te benoemen deskundige, de hoogte van het voorschot en de aan deze te stellen vragen;
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. W.J. Noordhuizen rechter in dit gerecht, en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting van woensdag 20 mei 2015 in aanwezigheid van de griffier.