ECLI:NL:OGEAA:2015:391

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
7 oktober 2015
Publicatiedatum
8 oktober 2015
Zaaknummer
A.R 1344 van 2013
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Incident tot zekerheidstelling in civiele procedure tussen eiser en naamloze vennootschap HIM

In deze zaak, die diende voor het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, betreft het een incident tot zekerheidstelling in een civiele procedure. De eiser, vertegenwoordigd door mr. Z.F.M. Zara, heeft een vordering ingesteld tegen de naamloze vennootschap HIM (Aruba), vertegenwoordigd door mr. D.L. Carolina. De procedure is gestart met een incidentele conclusie van HIM, waarin zij verzocht om het (verhoogde) griffierecht vast te stellen en de eiser te veroordelen tot het stellen van zekerheid voor de proceskosten, begroot op Afl. 15.000,00.

De rechter heeft de verzoeken van HIM beoordeeld. Het verzoek om het griffierecht vast te stellen werd afgewezen, omdat HIM niet in haar belangen werd geschaad indien de eiser niet het juiste griffierecht zou hebben voldaan. Bovendien procedeert de eiser kosteloos. Het verzoek tot het verstrekken van zekerheid werd als tardief afgewezen, omdat dit volgens artikel 122 Rv voorafgaand aan alle weren gedaan dient te worden.

De rechter heeft de eiser toestemming verleend om kosteloos te procederen en de zaak naar de rol van 21 oktober 2015 verwezen voor verdere behandeling. De hoofdzaak zal in de stand waarin deze is gebleven worden voortgezet, waarbij HIM peremptoir is gesteld, omdat zij door het indienen van dit incident de voortgang van de procedure heeft vertraagd. Het vonnis is uitgesproken op 7 oktober 2015 in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

Vonnis van 7 oktober 2015
Behorend bij A.R 1344 van 2013
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
VONNIS
in het incident tot zekerheidstelling in de zaak van:
Eiser
Wonende te Aruba,
hierna ook te noemen: Eiser,
gemachtigde: de advocaat mr. Z.F.M. Zara,
tegen:
de naamloze vennootschap
HIM (Aruba) h.o.d.n. Holiday Inn Resort Aruba,
gevestigd te Aruba,
hierna ook te noemen: HIM,
gemachtigde: de mr. D.L. Carolina

1.DE PROCEDURE

Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de incidentele conclusie van HIM;
- de conclusie van antwoord in het incident van Eiser.
De zaak is daarna verwezen naar de rol voor vonnis in het incident.

2.DE VORDERING EN HET VERWEER IN HET INCIDENT

3.1
HIM heeft bij incidentele conclusie na het tussenvonnis van 25 maart 2015, waarbij zij in de gelegenheid is gesteld een akte te nemen ‘uitlating bewijslevering’, verzocht
1) de griffie op te dragen het (verhoogde) griffierecht vast te stellen op grond van de gewijzigde eis;
2) Eiser te veroordelen tot het stellen van zekerheid voor de kosten verband houdende met de onderhavige procedure, begroot op Afl. 15.000,00.
3.3
Eiser voert gemotiveerd verweer dat voor zover voor de beslissing van belang hieronder zal worden besproken.

4.DE BEOORDELING IN HET INCIDENT

in het incident
4.1
Het verzoek om de griffie op te dragen gewijzigd griffierecht vast te stellen wordt afgewezen, nu HIM op niet in haar belangen wordt geschaad in het geval Eiser niet het juiste griffierecht zou hebben voldaan. Daar komt bij dat Eiser kosteloos procedeert.
4.2
Het verzoek tot het verstrekken van zekerheid is tardief, nu dit op grond van het bepaalde in artikel 122 Rv gedaan dient te worden voorafgaande alle weren, derhalve voorafgaande aan de conclusie van antwoord.
4.3
HIM zal bij eindvonnis in de proceskosten van dit incident worden veroordeeld.
in de hoofdzaak
4.4
De hoofdzaak zal worden voortgezet in de stand waarin deze is gebleven.
HIM wordt aanstonds peremptoir gesteld, nu zij door het opwerpen van dit nodeloze incident de voortgang van de procedure heeft vertraagd.

5.DE UITSPRAAK:

De rechter in dit gerecht:
in het incident
5.1
verleent Eiser toestemming om kosteloos te procederen;
5.2
wijst het verzochte af;
in de hoofdzaak
5.3
verwijst de zaak naar de rol van woensdag 21 oktober 2015 voor akte uitlating ‘bewijsvermoeden causaliteit’ peremptoir aan de zijde van HIM;
5.4
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. Y.M. Vanwersch, rechter in dit gerecht en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting van woensdag 7 oktober 2015 in aanwezigheid van de griffier.