ECLI:NL:OGEAA:2015:395
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- W.J. Noordhuizen
- Rechtspraak.nl
Vonnis inzake huurovereenkomst en betalingsverplichtingen tussen Eiser en Gedaagden
In deze zaak, die voor het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba werd behandeld, vorderde Eiser, vertegenwoordigd door advocaat mr. R.C. Samuels, een hoofdelijke veroordeling van Gedaagden tot betaling van Afl. 22.701,40, vermeerderd met incassokosten en wettelijke rente. Eiser stelde dat Gedaagden tekortgeschoten waren in de nakoming van hun verplichtingen uit de huurovereenkomst. Gedaagden, vertegenwoordigd door advocaat mr. C.B.A. Coffie, voerden verweer en vroegen om veroordeling van Eiser in de proceskosten.
De rechter oordeelde dat Gedaagden niet konden ontkennen dat zij gebruik hadden gemaakt van de woning van Eiser, ondanks het ontbreken van de originele huurovereenkomst. De rechter concludeerde dat er sprake was van een huurovereenkomst en dat Gedaagden na het verstrijken van de huurtermijn de woning niet hadden ontruimd. Eiser vorderde ook schadevergoeding voor de periode waarin hij de woning niet kon verhuren, wat door de rechter werd toegewezen. Daarnaast vorderde Eiser betaling van utiliteitsrekeningen, waarvan de hoogte niet werd betwist, met uitzondering van de kosten voor de maand november 2013.
De rechter wees de vorderingen van Eiser grotendeels toe, met uitzondering van enkele onderdelen die niet voldoende onderbouwd waren. Gedaagden werden hoofdelijk veroordeeld tot betaling van Afl. 21.663,61, vermeerderd met wettelijke rente, en moesten de proceskosten van Eiser vergoeden. Het vonnis werd uitgesproken op 7 oktober 2015.