ECLI:NL:OGEAA:2015:414

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
13 oktober 2015
Publicatiedatum
16 oktober 2015
Zaaknummer
E.J. 145 van 2015
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Loonvordering in verband met arbeidsongeschiktheid en de vraag naar doorbetaling van loon

In deze zaak, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, heeft eiser X een loonvordering ingediend tegen zijn werkgever, de naamloze vennootschap Allegro Palm Beach, h.o.d.n. Occidental Grand Aruba. De vordering betreft de doorbetaling van loon over de maand april 2015, waarbij X stelt dat hij volledig arbeidsongeschikt was en recht heeft op doorbetaling van zijn loon gedurende tenminste 13 weken, te rekenen vanaf 20 februari 2014. De procedure omvatte een verzoekschrift, een verweerschrift, en een behandeling ter zitting op 12 mei 2015. De rechter heeft vastgesteld dat X op 20 februari 2014 arbeidsongeschikt werd geacht en op 31 maart 2014 arbeidsgeschikt werd verklaard. X heeft echter zijn werkzaamheden niet hervat en er zijn geen documenten overgelegd die aantonen dat de SVB op dit standpunt is teruggekomen. De rechter oordeelt dat, volgens de hoofdregel van artikel 7A:1614b BWA, geen arbeid betekent geen loon. Daarom wordt de vordering van X afgewezen. De rechter heeft X ook veroordeeld in de kosten van de procedure, die aan de kant van Occidental worden begroot op Afl. 500,00 aan salaris van de gemachtigde.

Uitspraak

Beschikking van 13 oktober 2015
Behorend bij E.J. 145 van 2015
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
BESCHIKKING
in de zaak van:
X
wonende te Aruba,
hierna ook te noemen: X,
gemachtigde: de advocaat mr. S. O.R.’G Faarup,
tegen:
de naamloze vennootschap
ALLEGRO PALM BEACH
h.o.d.n. Occidental Grand Aruba
gevestigd te Aruba,
hierna ook te noemen: Occidental,
gemachtigde: de advocaat mr. A.E. Barrios.

1.DE PROCEDURE

Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift;
- het verweerschrift;
- de behandeling ter zitting van 12 mei 2015 en de daarvan gemaakte aantekeningen;
- de mondelinge akte ter rolle van 1 september 2013 met verzoek om beschikking te wijzen.
Aan partijen is meegedeeld dat vandaag beschikking zou worden gegeven.

2.DE VASTSTAANDE FEITEN

2.1
X is op 1 augustus 2007 in dienst getreden bij Occidental in de functie van waiter.
2.2
In artikel 9 lid 1 sub b van de toepasselijke cao is bepaald:
‘[…] the company will during the time that the employee is certifiably ill, supplement his of her salary to 100% for the first six weeks to be increased by one (1) week for each year of uninterrupted service since the last date of employment’.
2.3
SVB acht X arbeidsongeschikt van 20 februari tot 31 maart 2014.
2.5.
X heeft in de periode 31 maart tot 5 mei 2014 niet gewerkt.
2.6
Over de periode 1 april 2014 tot 6 mei 2015 heeft X geen salaris ontvangen.

3.DE STANDPUNTEN VAN PARTIJEN

3.1
X verzoekt een verklaring voor recht dat hij recht heeft op doorbetaling van zijn loon over de maand april 2015 (twee quincena’s) gelijk aan Afl. 4.224,04 en verzoekt - uitvoerbaar bij voorraad - veroordeling van Occidental tot betaling van dit bedrag, te vermeerderen met de wettelijke verhoging en wettelijke rente, alsmede met veroordeling van X in de kosten van de procedure.
3.2
X stelt dat hij in deze periode volledig arbeidsongeschikt was en recht heeft op doorbetaling van zijn loon gedurende tenminste 13 weken te rekenen vanaf 20 februari 2014.
3.3
Occidental voert verweer, dat zo nodig bij de beoordeling aan de orde komt.

4.DE BEOORDELING

4.1
De kern van het geschil betreft de vraag of X aanspraak kan maken op loonbetaling in over twee quincena’s in de maand april 2014.
4.2
Met X is het gerecht van oordeel dat in geval van arbeidsongeschiktheid in beginsel recht heeft op zijn volledig loon gedurende 13 weken, ingaande 20 februari 2015.
4.3
Uit het door Occidental overgelegde werkgeversmeldingsformulier van SVB volgt dat X op 20 februari 2014 arbeidsongeschikt wordt geacht en op 31 maart 2014 arbeidsgeschikt wordt verklaard. Dat betekent dat X op 31 maart 2014 zijn werkzaamheden diende te hervatten. X heeft zijn werkzaamheden evenwel niet hervat, noch heeft hij bescheiden overgelegd waaruit blijkt dat SVB op dit standpunt is terug gekomen. Nu niet is komen vast te staan dat X onafgebroken arbeidsongeschikt werd geacht tot 6 mei 2015, geldt de hoofdregel ex artikel 7A:1614b BWA, inhoudende geen arbeid, geen loon. De vordering wordt om deze reden afgewezen.

5.DE UITSPRAAK

De rechter in dit gerecht:
5.1
wijst het verzoek af;
5.2
veroordeelt X in de kosten van de procedure, die tot de datum van uitspraak aan de kant van Occidental worden begroot op Afl. 500,00 aan salaris van de gemachtigde.
Deze beschikking is gegeven door mr. Y.M.Vanwersch, rechter in dit gerecht, en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting van dinsdag 13 oktober 2015 in aanwezigheid van de griffier.