ECLI:NL:OGEAA:2015:417

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
20 oktober 2015
Publicatiedatum
26 oktober 2015
Zaaknummer
EJ nr. 1297 van 2015
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek tot wijziging ouderlijk gezag over minderjarige na overlijden moeder

Op 20 oktober 2015 heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba een beschikking gegeven in een zaak betreffende de wijziging van het ouderlijk gezag over een minderjarige. De zaak werd aangespannen door de Voogdijraad, die verzocht om de tante moederszijde, C, met het gezag over de minderjarige A te belasten. De minderjarige A was gezagloos geworden na het overlijden van haar moeder, die op een onbekende datum in Aruba was overleden. De vader, B, was het niet eens met het verzoek van de Voogdijraad en vroeg om zelf met het ouderlijk gezag belast te worden.

Tijdens de procedure, die begon met een verzoekschrift op 16 juni 2015, werd op 7 september 2015 een minderjarigenverhoor gehouden. De vader en de voorgestelde voogdes waren aanwezig bij de mondelinge behandeling op 8 september 2015. De rechter heeft vastgesteld dat de minderjarige A, die op 29 oktober 2001 is geboren, bij haar tante woont en dat er gegronde vrees bestaat dat het belang van de minderjarige zou worden verwaarloosd indien de vader met het gezag zou worden belast. De minderjarige heeft aangegeven niet bij haar vader te willen wonen en de vader heeft verklaard zich niet tegen de wens van de minderjarige te verzetten.

De rechter heeft op basis van artikel 253g van Boek 1 van het BWA besloten dat de tante moederszijde, C, met het gezag over de minderjarige A wordt belast. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de beslissing onmiddellijk van kracht is, ongeacht eventuele hoger beroep procedures.

Uitspraak

Beschikking van 20 oktober 2015
behorend bij EJ nr. 1297 van 2015
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
BESCHIKKING
op het verzoek van
DE VOOGDIJRAAD,
kantoorhoudend in Aruba,
VERZOEKER,
vertegenwoordigd.
Belanghebbenden:
A, de minderjarige,
B, de vader,
C, de tante moederszijde tevens de voorgestelde ,
allen wonend in Aruba.

1.DE PROCEDURE

De procedure blijkt uit:
  • het verzoekschrift ingediend op 16 juni 2015;
  • het minderjarigenverhoor op 7 september 2015;
  • de griffiersaantekeningen van de mondelinge behandeling van 8 september 2015
waaruit blijkt dat zijn verschenen de vader en de voorgestelde voogdes in persoon. Namens de Voogdijraad is aanwezig: mevrouw [naam] en [naam].
De uitspraak is bepaald op heden.

2.DE FEITEN

2.1
Op [geboortedatum] is in Aruba uit [naam] (hierna: de moeder) geboren: [naam] (hierna: de minderjarige). De minderjarige is door de vader 29 oktober 2001.
2.2
De moeder is op [geboortedatum] in Aruba overleden. De minderjarige is sindsdien gezagloos.
2.3
De minderjarige woont bij de tante moederszijde.

3.HET VERZOEK

Het verzoek strekt tot het belasten van C met over de minderjarige. Daartoe wordt gesteld dat de minderjarige thans gezagloos is en haar belang vordert dat in het gezag over haar wordt voorzien.

4.DE BEOORDELING

4.1
Nu de moeder is overleden en de minderjarige niet meer onder ouderlijk gezag staat, dient in het gezag over de minderjarige te worden voorzien. De voorgestelde heeft zich bereid verklaard de voogdij over de minderjarige op zich te nemen.
Standpunt van de vader
4.2
De vader kan zich niet verenigen met het verzoek van de Voogdijraad en verzoekt om hem met het ouderlijk gezag over de minderjarige te belasten.
4.3
Op grond van artikel 253g van Boek 1 van het BWA kan de rechter op verzoek van de overlevende ouder of ambtshalve, bepalen dat de overlevende ouder of een derde met het gezag over dit kind wordt belast. Het verzoek om de overlevende ouder met het gezag te belasten wordt slechts afgewezen indien gegronde vrees bestaat dat bij inwilliging de belangen van het kind zouden worden verwaarloosd.
4.4
Uit de stukken en het verhandelde ter zitting is voldoende gebleken dat indien de vader met het gezag over de minderjarige wordt belast er gegronde vrees bestaat dat het belang van de minderjarige zou worden verwaarloosd. De minderjarige gaat akkoord met het verzoek en wil niet bij de vader gaan wonen. De vader heeft ter zitting aangevoerd dat hij zich niet tegen de wens van de minderjarige zal verzetten.
4.5
Dit leidt tot de volgende beslissing.

5.DE BESLISSING

Het gerecht:
belast de tante moederszijde C, geboren op [geboortedatum] in Aruba, met het ouderlijk het gezag over de minderjarige [naam], geboren op [geboortedatum] in Aruba,
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven op 20 oktober 2015 door mr. E.M.D. Angela, rechter bij dit gerecht, in tegenwoordigheid van de griffier.