Uitspraak
1.DE VERDERE PROCEDURE
2.DE VERDERE BEOORDELING
3.DE UITSPRAAK
16 november 2015 van 14.00 tot 16.00 uurin het gerechtsgebouw te Aruba;
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
In de zaak tussen eiseres X, vertegenwoordigd door mr. O.R. van Trikt, en gedaagde Y, vertegenwoordigd door mr. Z.T.M. Arendsz-Marchena, heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba op 21 oktober 2015 een vonnis uitgesproken. Deze zaak betreft een civiele procedure waarin de bewijslast van de stelling dat Z gemachtigd was om een beëindigingsovereenkomst namens X aan te gaan, op Y rust. Dit volgt uit een eerdere uitspraak van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie op 16 september 2014, waarin het hof het vonnis waarvan beroep heeft vernietigd en de zaak heeft terugverwezen naar het Gerecht in Eerste Aanleg voor verdere behandeling.
De procedure is voortgezet na het tussenvonnis van 9 januari 2013, waartegen tussentijds appel is ingesteld. Het Gerecht heeft Y in de gelegenheid gesteld om te bewijzen dat Z gemachtigd was om de beëindigingsovereenkomst aan te gaan. Het vonnis van 21 oktober 2015 bepaalt dat Y, indien hij het bewijs door middel van getuigen wil leveren, dit getuigenverhoor zal plaatsvinden op 16 november 2015. Tevens zijn er voorwaarden gesteld voor het indienen van bewijsstukken en het verzoeken om een nadere dag- en uurbepaling indien een partij niet kan verschijnen.
Het Gerecht houdt iedere verdere beslissing aan totdat Y de gelegenheid heeft gehad om het bewijs te leveren. Dit vonnis is uitgesproken ter openbare terechtzitting in aanwezigheid van de griffier, en benadrukt het belang van de bewijslast in civiele procedures.