ECLI:NL:OGEAA:2015:432

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
21 oktober 2015
Publicatiedatum
2 november 2015
Zaaknummer
A.R. no. 3082 van 2011
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bewijslast en bewijslevering in civiele procedure tussen eiseres en gedaagde

In de zaak tussen eiseres X, vertegenwoordigd door mr. O.R. van Trikt, en gedaagde Y, vertegenwoordigd door mr. Z.T.M. Arendsz-Marchena, heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba op 21 oktober 2015 een vonnis uitgesproken. Deze zaak betreft een civiele procedure waarin de bewijslast van de stelling dat Z gemachtigd was om een beëindigingsovereenkomst namens X aan te gaan, op Y rust. Dit volgt uit een eerdere uitspraak van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie op 16 september 2014, waarin het hof het vonnis waarvan beroep heeft vernietigd en de zaak heeft terugverwezen naar het Gerecht in Eerste Aanleg voor verdere behandeling.

De procedure is voortgezet na het tussenvonnis van 9 januari 2013, waartegen tussentijds appel is ingesteld. Het Gerecht heeft Y in de gelegenheid gesteld om te bewijzen dat Z gemachtigd was om de beëindigingsovereenkomst aan te gaan. Het vonnis van 21 oktober 2015 bepaalt dat Y, indien hij het bewijs door middel van getuigen wil leveren, dit getuigenverhoor zal plaatsvinden op 16 november 2015. Tevens zijn er voorwaarden gesteld voor het indienen van bewijsstukken en het verzoeken om een nadere dag- en uurbepaling indien een partij niet kan verschijnen.

Het Gerecht houdt iedere verdere beslissing aan totdat Y de gelegenheid heeft gehad om het bewijs te leveren. Dit vonnis is uitgesproken ter openbare terechtzitting in aanwezigheid van de griffier, en benadrukt het belang van de bewijslast in civiele procedures.

Uitspraak

Vonnis van 21 oktober 2015
Behorend bij A.R. no. 3082 van 2011
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
VONNIS in de zaak van:
X,
wonende te Aruba,
EISERES,
nader te noemen: X,
gemachtigde: mr. O.R. van Trikt,
tegen
Y,
wonende te Aruba,
GEDAAGDE,
nader te noemen: Y,
gemachtigde: mr. Z.T.M. Arendsz-Marchena.

1.DE VERDERE PROCEDURE

Voor het eerdere verloop van de procedure wordt verwezen naar het tussenvonnis d.d. 9 januari 2013. Tegen dit tussenvonnis werd – na verkregen verlof – tussentijds appel ingesteld. Het Gemeenschappelijk hof van Justitie heeft hierop bij uitspraak van 16 september 2014 beslist, het vonnis waarvan beroep vernietigd en de zaak voor verdere behandeling terugverwezen naar het Gerecht in eerste aanleg van Aruba, met veroordeling van Y in de kosten van het hoger beroep.
Het vonnis van dit gerecht werd vervolgens nader bepaald op heden.

2.DE VERDERE BEOORDELING

In zijn uitspraak van 16 september 2014 heeft het hof geoordeeld dat de bewijslast van de stelling dat Z gemachtigd was om de beëindigingsovereenkomst namens X aan te gaan, op Y rust. Het gerecht zal Y derhalve in de gelegenheid stellen zulks te bewijzen. In afwachting hiervan zal iedere verdere beslissing worden aangehouden.

3.DE UITSPRAAK

De rechter in dit gerecht, recht doende:
Stelt Y in de gelegenheid te bewijzen dat Z gemachtigd was om de beëindigingsovereenkomst namens X aan te gaan;
Bepaalt dat, indien Y het bewijs door middel van getuigen wil leveren, het getuigenverhoor zal plaatsvinden op
16 november 2015 van 14.00 tot 16.00 uurin het gerechtsgebouw te Aruba;
Bepaalt dat de partij die op genoemd tijdstip niet kan verschijnen, binnen twee weken na de datum van dit vonnis schriftelijk en gemotiveerd aan het gerecht om een nadere dag- en uurbepaling dient te vragen onder opgave van de verhinderdata van beide partijen in de drie maanden volgend op genoemde datum;
Bepaalt dat Y, indien hij het bewijs niet door getuigen wil leveren maar wel door overlegging van bewijsstukken en/of door een ander bewijsmiddel, hij dit binnen twee weken na de datum van deze uitspraak schriftelijk aan de het gerecht en aan de wederpartij moet opgeven; in dat geval zal het getuigenverhoor geen doorgang vinden en zal de zaak naar een nader te bepalen rolzitting worden verwezen voor het nemen van een akte met dit doel door Y;
Bepaalt dat, indien Y het bewijs door middel van getuigen en door overlegging van bewijsstukken en/of door een ander bewijsmiddel wil leveren, Y uiterlijk twee weken voor het eerste getuigenverhoor alle beschikbare bewijsstukken aan het gerecht en de gemachtigde van X moet toesturen;
Houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. P.A.H. Lemaire, rechter, en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting van woensdag 21 oktober 2015 in aanwezigheid van de griffier.