ECLI:NL:OGEAA:2015:440

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
21 oktober 2015
Publicatiedatum
2 november 2015
Zaaknummer
A.R. 379 van 2015
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • W.J. Noordhuizen
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Incident tot schorsing van de executoriale kracht van een vonnis in een derdenverzetprocedure

In deze zaak, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, is op 21 oktober 2015 een vonnis uitgesproken in een incident tot schorsing van de executoriale kracht van een eerder vonnis. De zaak betreft een vordering van X tegen de naamloze vennootschap Mantbraca Corporation N.V. en de rechtspersoon Sociedad Inversion y Gestion Arcope S.L.U. X had eerder derdenverzet aangetekend tegen een vonnis van 28 januari 2015, waarin Mantbraca was veroordeeld tot betaling aan Arcope. X vorderde schorsing van de uitvoering van dit vonnis totdat in de hoofdzaak op het verzet zou zijn geoordeeld. Mantbraca en Arcope verzetten zich tegen deze schorsing.

De rechter oordeelde dat het mogelijk is om een verzoek tot schorsing van de uitvoering van een vonnis waartegen derdenverzet is aangetekend, toe te wijzen, zelfs als het vonnis in kracht van gewijsde is gegaan. Echter, de rechter wees het verzoek van X af, omdat niet voldoende was toegelicht waarom de uitvoering van het vonnis geschorst zou moeten worden. X werd veroordeeld in de proceskosten van Mantbraca en Arcope. De hoofdzaak werd verwezen naar de rolzitting van 18 november 2015 voor conclusie van repliek door X. Het vonnis werd uitgesproken door rechter W.J. Noordhuizen in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

Vonnis van 21 oktober 2015
Behorend bij A.R. 379 van 2015
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
VONNIS
in het incident tot schorsing van de executoriale kracht van een vonnis waartegen derdenverzet is ingesteld:
X,
te Aruba,
hierna ook te noemen: X,
gemachtigde: de advocaat mr. M.B. Boyce,
tegen:
de naamloze vennootschap
MANTBRACA CORPORATION N.V.,
te Aruba,
hierna ook te noemen: Mantbraca,
gemachtigde: de advocaat mr. Z.T.M. Arendsz-Marchena,
en
de rechtspersoon naar buitenlands recht
SOCIEDAD INVERSION Y GESTION ARCOPE S.L.U.
woonplaats gekozen hebbend te Aruba,
hierna ook te noemen: Arcope,
gemachtigde: mr. H.G. Figaroa.

1.DE PROCEDURE

Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de incidentele vordering van X;
- de conclusie van antwoord in het incident van Mantbraca,
- de conclusie van antwoord in het incident van Arcope.
De zaak is daarna verwezen naar de rol voor vonnis in het incident.

2.DE VASTSTAANDE FEITEN

2.1
Bij beschikking van 9 december 2014 is Mantbraca uitvoerbaar bij voorraad – veroordeeld om aan X een bedrag van Afl. 35.102,28 te betalen, te vermeerderen met de wettelijke verhoging, de wettelijke rente, 13,85 nog niet uitbetaalde vakantiedagen en proceskosten.
2.2
Bij vonnis van 28 januari 2015 is Mantbraca uitvoerbaar bij voorraad veroordeeld om aan Arcope te betalen een bedrag van US$ 2.410.165,, te vermeerderen met de overeengekomen rente, boete en proceskosten.
2.3
Bij verzoekschrift, ingekomen op 25 februari 2015 heeft X derdenverzet als bedoeld in artikel 287 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering aangetekend tegen het vonnis van 28 januari 2015.

3.HET VERZOEK

3.1
X vordert op voet van artikel 290 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering incidenteel schorsing van het vonnis van 28 januari 2015 totdat in de hoofdzaak op het verzet zal zijn geoordeeld.
3.2
Mantbraca en Arcope verzetten zich daartegen

4.DE BEOORDELING

4.1.
Anders dan Mantbraca en Arcope aanvoeren is toewijzing van een verzoek tot schorsing van de uitvoering van een vonnis waartegen derdenverzet is aangetekend ook mogelijk als het desbetreffende vonnis in kracht van gewijsde is gegaan.
4.2.
De vordering wordt niettemin afgewezen omdat niet is toegelicht waarom de uitvoering van het desbetreffende vonnis moet worden geschorst.
4.3.
Als de in het ongelijk te stellen partij zal X de proceskosten van Mantbraca en Arcope in dit incident moeten vergoeden.
4.4.
In de hoofdzaak hebben zowel Mantbraca als Arcope op de algemene rol van 9 september 2015 geantwoord. Het gerecht is van oordeel dat een comparitie van partijen in deze zaak op dit moment geen redelijk doel dient. De hoofdzaak zal daarom worden verwezen naar de rolzitting van 18 november 2015 voor conclusie van repliek zijdens X.

5.DE UITSPRAAK:

De rechter in dit gerecht:
in het incident:
wijst het verzoek af;
veroordeelt X in de kosten van dit incident, die tot de datum van uitspraak aan de kant van Mantbraca en Arcope voor ieder van hen worden begroot op Afl. 900, aan salaris van de gemachtigde;
in de hoofdzaak:
verwijst de zaak naar de rolzitting van woensdag 18 november 2015 voor conclusie van repliek;
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. W.J. Noordhuizen, rechter in dit gerecht, en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting van woensdag 21 oktober 2015 in aanwezigheid van de griffier.