2.1Bij toegelaten wijziging van eis en de grondslagen vorderen X e.a. dat het Gerecht bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis:
a. de tussen elk van X e.a. en Y gesloten overeenkomsten verband houdende met investeringen in het amusementspark project Danish Park N.V., h.o.d.n. “[amusementspark]”, ontbindt;
b. Y veroordeelt tot (terug)betaling van:
-US$ 225.311,66 aan eiser sub 1 te vermeerderen met wettelijke rente vanaf de stortingsdatum 25 januari 2010, 23 maart 2010, 14 april 2010, 10 juni 2010 en 8 februari 2011 tot de dag der algehele voldoening;
-US$ 155.000,00 aan eiseres sub 2 te vermeerderen met wettelijke rente vanaf de stortingsdatum 1 februari 2010, 18 maart 2010, 29 maart 2010, 5 april 2010, 6 augustus 2010 en 6 december 2010;
-US$ 144.065,52 aan eiseres sub 3 te vermeerderen met wettelijke rente vanaf de stortingsdatum 20 oktober 2009, 5 april 2010, 27 december 2010, 18 februari 2010, en 23 februari 2010;
-US$ 155.000,00 aan eiser sub 4 te vermeerderen met wettelijke rente vanaf de stortingsdatum 14 september 2009, 22 december 2009, 12 januari 2010, 26 januari 2010, 18 maart 2010, 27 maart 2010, 6 april 2010, 29 december 2010, 16 maart 2011, 30 juni 2011 en 8 februari 2011;
-US$ 122.132,11 aan eiser sub 5 te vermeerderen met wettelijke rente vanaf de stortingsdatum 15 september 2009, 27 december 2010, 18 februari 2010 en 23 februari 2010;
-US$ 112.655,79 aan eiser sub 6 te vermeerderen met wettelijke rente vanaf de stortingsdatum 22 december 2009, 1 oktober 2010 en 16 februari 2011;
-US$ 67.851,64 aan eiseres sub 7 te vermeerderen met wettelijke rente vanaf de stortingsdatum 9 december 2009, 23 februari 2010, 18 februari 2010, 31 maart 2011;
c. Y voorts veroordeelt om, ten titel van vergoeding van in verband met voormeld project gemaakte kosten, te voldoen aan:
-eiser sub 1: US$ 2.165,70;
-eiseres sub 2: US$ 2.165,70 ;
-eiseres sub 3: US$ 2.165,70;
-eiser sub 4: US$ 2.165,70;
-eiser sub 5: US $2.165,70;
-eiser sub 6: US $ 2.165,70;
-eiseres sub 7: US$ 2.165,70;
d. Y voorts veroordeelt om, ten titel van vergoeding van verlies van rendement op hun inbreng, te voldoen aan:
-eiser sub 1: US$ 127.439,36;
-eiseres sub 2: US$ 91.309,81;
-eiseres sub 3: US$ 90.015,20;
-eiser sub 4: US$ 90.245,63;
-eiser sub 5: US$ 79.342,18;
-eiser sub 6: US$ 71.898,10;
-eiseres sub 7: US$ 39.588,38,
te vermeerderen met wettelijke rente vanaf 5 februari 2014 tot aan de algehele voldoening;
e. Y voorts veroordeelt om ten titel van vergoeding van buitengerechtelijke kosten aan elk van X e.a. te betalen een bedrag van
US$ 1.675,95, zijnde 1/7 deel van de in totaal gemaakte buitengerechtelijke kosten ad
US$ 11.731,65, en in de kosten van dit geding, die van de gelegde beslagen daaronder begrepen, alles te vermeerderen met wettelijke rente.