ECLI:NL:OGEAA:2015:453
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Arbeidsrechtelijke geschil over beëindiging arbeidsovereenkomst en betaling achterstallig loon
In deze zaak, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, heeft verzoekster A, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. J.A.R. Bryson, een verzoek ingediend tegen de Stichting Desaroyo Educativo Comunitario. Het verzoek betreft de beëindiging van de arbeidsovereenkomst en de betaling van achterstallig loon. De procedure begon met een verzoekschrift dat op 18 mei 2015 werd ingediend, gevolgd door een exploot van betekening op 7 september 2015. De stichting heeft geen verweer gevoerd en is niet verschenen op de zitting.
A verzoekt de rechter om te verklaren dat de arbeidsovereenkomst op rechtsgeldige wijze is beëindigd op 31 mei 2015 en dat de opzegging kennelijk onredelijk is. Daarnaast vraagt A om veroordeling van de stichting tot betaling van achterstallig loon over de maanden februari tot en met mei 2015, de cessantia-uitkering, schadevergoeding en de kosten van de procedure. De rechter heeft vastgesteld dat A, na het verkrijgen van een ontslagvergunning, geen loon heeft ontvangen over de maanden februari tot en met mei 2015, wat heeft geleid tot haar beslissing om de arbeidsovereenkomst op te zeggen.
De rechter heeft A in het gelijk gesteld voor de betaling van het achterstallig loon van AWG 4.400,00, vermeerderd met wettelijke verhoging en rente. De gevorderde verklaring voor recht dat de opzegging onregelmatig is, is afgewezen omdat A zelf heeft opgezegd. De cessantia-uitkering van AWG 1.523,00 is eveneens toegewezen, met rente vanaf de datum waarop de stichting in verzuim raakte. De stichting is veroordeeld in de kosten van de procedure, die zijn begroot op AWG 50,00 griffierecht, AWG 203,40 aan explootkosten en AWG 900,00 aan salaris van de gemachtigde. De rechter heeft de veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad verklaard en het meer of anders verzochte afgewezen.