ECLI:NL:OGEAA:2015:478

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
28 oktober 2015
Publicatiedatum
3 november 2015
Zaaknummer
K.G. nr. 2130 van 2015
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • A.H.M. van de Leur
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontruiming van gehuurde woning in kort geding met verstek

In deze zaak heeft Eiser, wonende in Aruba, op 21 september 2015 een verzoekschrift in kort geding ingediend met als doel de ontruiming van een gehuurde woning. De mondelinge behandeling vond plaats op 8 oktober 2015, waarbij Eiser samen met zijn advocaat, mr. J.F.M. Zara, aanwezig was. Gedaagde, die ook in Aruba woont, is niet verschenen op de zitting, waardoor verstek tegen haar is verleend. Eiser heeft zijn verzoekschrift mondeling toegelicht en het vonnis is op 28 oktober 2015 uitgesproken.

Eiser vorderde de ontruiming van de woning binnen twee dagen na het vonnis, met de mogelijkheid om de ontruiming desnoods met behulp van de sterke arm te laten uitvoeren. Gedaagde heeft geen verweer gevoerd tegen de vordering van Eiser. Het Gerecht heeft geoordeeld dat het spoedeisend belang van Eiser bij de ontruiming evident is, en dat de vordering niet onrechtmatig of ongegrond is. Echter, het Gerecht heeft besloten om een ontruimingstermijn van 30 dagen te hanteren in plaats van de door Eiser gevraagde termijn van twee dagen.

Het vonnis bepaalt dat Gedaagde binnen 30 dagen na betekening van het vonnis de woning moet ontruimen en verlaten, met afgifte van de sleutels. Daarnaast is Gedaagde veroordeeld in de kosten van de procedure, die zijn begroot op Afl. 676,67 aan verschotten en Afl. 1.500,-- aan salaris voor de gemachtigde van Eiser. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het meer of anders gevorderde is afgewezen.

Uitspraak

Vonnis van 28 oktober 2015
Behorend bij K.G. nr. 2130 van 2015
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
VONNIS
in het kort geding tussen:
E*,
wonende in Aruba,
eiser, hierna ook te noemen: Eiser,
gemachtigde: de advocaat mr. J.F.M. Zara,
tegen:
G*,
wonende in Aruba,
gedaagde, hierna ook te noemen: Gedaagde,
niet verschenen.

1.DE PROCEDURE

Eiser heeft op 21 september 2015 een verzoekschrift in kort geding ingediend. De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden ter terechtzitting van 8 oktober 2015. Eiser is ter zitting verschenen samen met zijn gemachtigde. Hoewel deugdelijk opgeroepen is Gedaagde niet verschenen. Tegen haar is verstek verleend. Eiser heeft zijn verzoekschrift mondeling toegelicht, waarna vonnis is bepaald op heden.

2.DE STANDPUNTEN VAN PARTIJEN

2.1
Eiser vordert, kort gezegd, de ontruiming van het gehuurde binnen twee dagen na het in deze te wijzen vonnis met afgifte van de sleutels en al hetgeen tot het gehuurde behoort, met machtiging om bij gebreke hiervan de ontruiming te doen bewerkstelligen, desnoods met behulp van de sterke arm, met veroordeling van Gedaagde in de kosten van dit geding.
2.2
De niet verschenen Gedaagde heeft geen verweer gevoerd.

3.DE BEOORDELING

3.1
Het spoedeisend belang van Eiser bij zijn vordering volgt uit de aard van die vordering en de daaraan ten gronde liggende stellingen.
3.2
Gedaagde heeft die vordering en die stellingen niet betwist. Tegen die achtergrond valt in een bodemprocedure het oordeel te verwachten dat de vordering van Eiser onrechtmatig noch ongegrond voorkomt, en daarom zal worden toegewezen. Dat brengt met zich dat de thans door Eiser verzochte voorziening zal worden gegeven, met inachtneming van het volgende.
3.3
Een ontruimingstermijn van 30 dagen komt het Gerecht - anders dan de door Eiser verzochte veel kortere ontruimingstermijn van twee dagen - redelijk en billijk voor. Die ontruimingstermijn zal daarom in aanmerking worden genomen als hierna te melden.
3.4
Uit het eerste lid van artikel 556 Rv volgt dat Eiser de ontruiming niet zelf ter hand mag nemen, en dat gedwongen ontruiming het exclusieve terrein is van de deurwaarder. Eiser heeft voldoende aan dit vonnis om de deurwaarder te mogen inschakelen indien Gedaagde niet vrijwillig tot nakoming daarvan overgaat. In het licht daarvan heeft Eiser derhalve geen machtiging nodig om de ontruiming zelf te doen bewerkstelligen. Voorwaarde is dat het ontruimingsvonnis door de deurwaarder wordt betekend aan Gedaagde, en dat aan Gedaagde overeenkomstig het bepaalde in artikel 555 Rv bevel wordt gedaan om binnen drie dagen (na ommekomst van de aan haar gegunde termijn van 30 dagen dus) te ontruimen. De deurwaarder op zijn beurt behoeft geen rechterlijke machtiging om bevoegd te zijn de hulp van de sterke arm van politie en justitie in te roepen indien de deuren van het te ontruimen pand gesloten zijn of de opening daarvan geweigerd wordt. Die bevoegdheid ontleent de deurwaarder immers rechtstreeks aan artikel 557 Rv, waarin artikel 444 Rv van overeenkomstige toepassing wordt verklaard. Voorziet de instrumenterende deurwaarder problemen, dan kan hij op de voet van (strekking en geest van) de Algemene Politieverordening - zonder dat daartoe rechterlijke machtiging nodig is - bijstand van de politie inroepen. In het licht van dit alles valt van de bodemrechter het oordeel te verwachten dat dit onderdeel van het door Eiser verzochte moet worden afgewezen. Dat betekent dat dit onderdeel van de thans door Eiser verzochte voorziening zal worden geweigerd.
3.5
Gedaagde zal, als de in het ongelijk gestelde partij, worden veroordeeld in de kosten van deze procedure gevallen aan de zijde van Eiser, tot aan deze uitspraak begroot op (450,-- + 226,67 =) Afl. 676,67 aan verschotten en Afl. 1.500,-- aan salaris voor de gemachtigde.

4.DE BESLISSING

Het Gerecht:
-veroordeelt Gedaagde om binnen 30 dagen na betekening aan haar van dit vonnis de in Aruba te Alto Vista nr. 56 gelegen woning te ontruimen en te verlaten met alle zich daarin van harentwege bevindende personen en goederen en die woning onder afgifte van de sleutels daarvan en al hetgeen daartoe behoort ter vrije en algehele beschikking te stellen van Eiser;
-veroordeelt Gedaagde in de kosten van deze procedure gevallen aan de zijde van Eiser, tot aan deze uitspraak begroot op Afl. 676,67 aan verschotten en
Afl. 1.500,-- aan salaris voor de gemachtigde.
-verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
-wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door mr. A,H,M van de Leur, rechter, en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting van woensdag 28 oktober 2015 in aanwezigheid van de griffier.