Uitspraak
1.DE PROCEDURE
- het verzoekschrift ingediend op 2 juni 2015;
- de minderjarigenverhoor van de moeder op 23 september 2015.
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Op 3 november 2015 heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba een beschikking gegeven in een voogdijzaak. Het verzoek werd ingediend door de Voogdijraad, die optrad als verzoeker. De belanghebbenden in deze zaak zijn de minderjarige X, de moeder Y en de vader Z, allen woonachtig in Aruba. De procedure begon met een verzoekschrift dat op 2 juni 2015 werd ingediend, gevolgd door een minderjarigenverhoor van de moeder op 23 september 2015.
De feiten van de zaak zijn als volgt: de minderjarige X is geboren op 13 november 2014 uit de moeder Y, die op haar beurt op 12 december 1997 in Aruba is geboren. De minderjarige is erkend op 18 november 2014. Het verzoek van de Voogdijraad strekt tot het belasten van de vader Z met het gezag over de minderjarige, aangezien de minderjarige momenteel gezagloos is. De vader heeft aangegeven bereid te zijn om het gezag over de minderjarige op zich te nemen, en de moeder heeft ingestemd met de toewijzing van het verzoek.
Het gerecht heeft geoordeeld dat, gezien het feit dat de moeder minderjarig is, zij onbevoegd is om het ouderlijk gezag uit te oefenen. Daarom is het noodzakelijk om in het gezag over de minderjarige te voorzien. Aangezien er geen bezwaren zijn tegen het verzoek, heeft het gerecht besloten om het verzoek toe te wijzen. De beschikking houdt in dat de vader Z met het gezag over de minderjarige X wordt belast, en deze beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard. De uitspraak is gedaan door mr. E.M.D. Angela, rechter bij het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, in aanwezigheid van de griffier.