Uitspraak
1.DE PROCEDURE
].;
2.DE VASTSTAANDE FEITEN
3.DE STANDPUNTEN VAN PARTIJEN
4.DE BEOORDELING
[gedaagden]. dienen bij hun opstelling rekening te houden met het deposito waarvan de ontvangst door [eiser] is erkend.
5.DE UITSPRAAK
P1);
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
In deze zaak, die voor het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba werd behandeld, betreft het een huurincasso tussen de eiser, vertegenwoordigd door advocaat mr. J.J. Steward, en de gedaagden, vertegenwoordigd door advocaat mr. E. Duijneveld. De eiser vordert betaling van een aanzienlijk bedrag aan achterstallige huur en bijkomende kosten, terwijl de gedaagden de hoogte van de huurachterstand betwisten. De procedure omvatte een tussenvonnis van 29 januari 2015 en een comparitie van partijen, waarbij de gedaagden niet persoonlijk aanwezig waren.
De eiser heeft een huurovereenkomst met de gedaagden en heeft aanspraak gemaakt op betaling van Afl. 21.979,30, vermeerderd met wettelijke rente en proceskosten. De gedaagden hebben verweer gevoerd en vorderden op hun beurt dat de eiser in de proceskosten wordt veroordeeld. Het gerecht heeft vastgesteld dat de gedaagden de huurachterstand niet betwisten, maar wel de hoogte ervan. Het gerecht heeft hen opgedragen om een overzicht te overleggen van de betalingen die zij hebben gedaan, met bewijsstukken.
Het gerecht heeft ook geoordeeld dat de vordering van de eiser met betrekking tot herstelkosten moet worden afgewezen, omdat deze niet is onderbouwd. De buitengerechtelijke incassokosten zijn niet toegewezen, omdat de eiser niet heeft aangetoond dat er buitengerechtelijke werkzaamheden zijn verricht. De zaak is verwezen naar de rol voor verdere behandeling op 22 april 2015, waarbij de rechter iedere verdere beslissing aanhield. Dit vonnis is uitgesproken op 25 maart 2015.