ECLI:NL:OGEAA:2015:497

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
11 november 2015
Publicatiedatum
19 november 2015
Zaaknummer
K.G. 2134 van 2015
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • W.J. Noordhuizen
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis in kort geding over nakoming van een vaststellingsovereenkomst tussen ex-echtelieden

In deze zaak, die voorlag bij het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, hebben ex-echtelieden E* en G* een geschil over de nakoming van een vaststellingsovereenkomst. Deze overeenkomst, gesloten op 15 april 2015, hield in dat Eiser de voormalige echtelijke woning zou krijgen, onder bepaalde voorwaarden. Eiser vordert in conventie nakoming van deze verdelingsafspraak en verzoekt de rechter om Gedaagde te veroordelen tot vergoeding van de proceskosten, inclusief beslagkosten. Eiser stelt dat Gedaagde tekortschiet in haar verplichtingen uit de overeenkomst door niet mee te werken aan de notariële akte voor de toedeling van de woning.

Gedaagde verzet zich tegen de vordering van Eiser en vordert in reconventie de afgifte van een schriftelijke opgave van betaalde rente op leningen van Island Finance, CMB en RBC, die zij nodig heeft voor haar belastingaangifte. Eiser verzet zich ook tegen deze vordering en vraagt om veroordeling van Gedaagde in de proceskosten.

De rechter heeft na de mondelinge behandeling op 11 november 2015 de zaak aangehouden en partijen verzocht om uiterlijk 18 november 2015 schriftelijk uit te laten over de uitvoering van de gemaakte afspraken. De rechter heeft aangegeven dat, indien partijen met goede wil samenwerken, zij alsnog tot uitvoering van de afspraken zouden moeten kunnen komen. De beslissing over de zaak is aangehouden, en de rechter heeft de zaak verwezen naar de rolzitting van 18 november 2015 voor verdere uitlating van beide partijen.

Uitspraak

Vonnis in kort geding van 11 november 2015
Behorend bij K.G. 2134 van 2015 enquête
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
VONNIS IN KORT GEDING
in de zaak van:
E*,
te Aruba,
hierna ook te noemen: Eiser,
gemachtigde: de advocaat mr. G.L. Griffith,
tegen:
G*,
te Aruba,
hierna ook te noemen: Gedaagde,
gemachtigde: de advocaat mr. M.B. Boyce.
DE PROCEDURE
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift;
- de pleitnota van Gedaagde met eis in reconventie;
- de aantekeningen ter gelegenheid van de mondelinge behandeling.;
- de akte van uitlating van Eiser van 20 oktober 2015;
- de akte van uitlating van Gedaagde van 22 oktober 2015.
Aan partijen is kenbaar gemaakt dat vandaag vonnis zou worden gewezen.

2.DE VASTSTAANDE FEITEN IN CONVENTIE EN IN RECONVENTIE

2.1
Partijen zijn ex-echtelieden.
2.2
Ter zitting van 15 april 2015 hebben partijen ter beëindiging van hun toenmalige geschil een vaststellingsovereenkomst gesloten.
2.3
Onderdeel van de afspraak tussen partijen is dat aan Eiser - onder nadere voorwaarden - de voormalige echtelijke woning werd toebedeeld.

3.DE STANDPUNTEN VAN PARTIJEN IN CONVENTIE EN IN RECONVENTIE

3.1
Eiser vordert in conventie – kort gezegd – nakoming van de verdelingsafspraak, met veroordeling van Gedaagde tot vergoeding van de proceskosten waaronder de beslagkosten.
3.2
Eiser grondt de vordering erop dat Gedaagde tekortschiet in de nakoming van de uit de vaststellingsovereenkomst voortvloeiende verplichting mee te werken aan toedeling door ondertekening van de daartoe strekkende notariële akte.
3.3
Gedaagde voert hiertegen verweer, met vordering tot veroordeling van Eiser in de proceskosten.
3.4
Gedaagde vordert in reconventie afgifte van de schriftelijk opgave van betaalde rente op leningen van Island Finance, CMB en RBC, met veroordeling van Eiser tot vergoeding van de proceskosten.
3.5
Gedaagde grondt de vordering erop dat zij deze opgave nodig heeft voor haar belastingaangifte.
3.6
Eiser voert tegen de vordering in reconventie verweer, met vordering tot veroordeling van Gedaagde in de proceskosten.

4.DE BEOORDELING IN CONVENTIE EN IN RECONVENTIE

4.1
Uit de na de mondelinge behandeling overgelegde stukken blijkt dat partijen over en weer (op zijn minst een begin van) uitvoering hebben gegeven aan de nadere afspraken zoals die zijn gemaakt ter zitting van 13 oktober 2015.
4.2
De kortgedingrechter wenst daarom geïnformeerd te worden of inmiddels de akte van verdeling is opgemaakt en namens Gedaagde door haar gemachtigde is getekend en Gedaagde met de door Eiser afgegeven machtigingen de benodigde informatie heeft gekregen van de desbetreffende banken. Als dat nog niet het geval is komt het de kortgedingrechter voor dat partijen met een minimum aan goede wil, zo nodig met tussenkomst van hun advocaten, alsnog tot uitvoering van de afspraken zouden moeten kunnen overgaan.
4.3
De beslissing wordt daarom aangehouden. Partijen moeten zich uiterlijk 18 november a.s. schriftelijk uitlaten over de uitvoering van de afspraken.
4.4
Iedere verdere beslissing wordt aangehouden.

5.DE UITSPRAAK

De rechter in dit gerecht:
verwijst de zaak naar de (rol)zitting van 18 november 2015 voor uitlating van beide zijden,
peremptoir;
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. W.J. Noordhuizen rechter, en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting van woensdag 11 november 2015 in aanwezigheid van de griffier.