ECLI:NL:OGEAA:2015:500
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verdeling van huwelijksgoederengemeenschap in het kader van echtscheiding
In deze zaak, die voor het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba werd behandeld, betreft het een geschil tussen E*, eiseres, en G*, gedaagde, over de verdeling van de huwelijksgoederengemeenschap na hun echtscheiding. De procedure is gestart met een tussenvonnis op 7 mei 2014, gevolgd door een comparitie van partijen op 22 september 2014. Tijdens deze comparitie werd gediscussieerd over de rechtsgeldigheid van het huwelijk, waarbij gedaagde aanvoerde dat eiseres mogelijk nog gehuwd was met een ander ten tijde van de huwelijkssluiting. Het gerecht heeft deze discussie gepasseerd, aangezien beide partijen in de echtscheidingsprocedure hebben gesteld dat zij in algehele gemeenschap van goederen waren gehuwd en de verdeling van de gemeenschappelijke bezittingen hebben verzocht.
Het gerecht heeft vastgesteld dat, ongeacht de rechtsgeldigheid van het huwelijk, er sprake is geweest van gemeenschappelijke bezitsvorming, wat betekent dat partijen recht hebben op verdeling. De verdere beoordeling richt zich op de waardering van de woning en de inboedel, waarbij de actuele waarde in onbewoonde staat als peildatum zal worden gehanteerd. Partijen zijn uitgenodigd om een taxatierapport over te leggen, en indien een partij dit nalaat, zal het gerecht zich baseren op het ingediende rapport van de andere partij.
Daarnaast moeten partijen bij akte aangeven uit welke bestanddelen de gemeenschappelijke inboedel bestaat en wat de waarde daarvan is. De rechter heeft de zaak verwezen naar de rol van 13 januari 2016 voor verdere uitlating door partijen, waarbij iedere andere beslissing is aangehouden. Dit vonnis is uitgesproken op 11 november 2015 door mr. P.A.H. Lemaire, rechter, in aanwezigheid van de griffier.