ECLI:NL:OGEAA:2015:507

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
17 november 2015
Publicatiedatum
26 november 2015
Zaaknummer
E.J. 3208 van 2014
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beschikking inzake loonvordering van verzoekster tegen FDEC

In de zaak tussen verzoekster, wonende te Aruba, en de stichting FUNDACION DESAROYO EDUCATIVO COMUNITARIO (FDEC), heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba op 17 november 2015 een beschikking gegeven. Verzoekster, die in persoon procedeerde, had een loonvordering ingediend tegen FDEC, die gevestigd is te Aruba. De procedure volgde op een eerdere beschikking van 23 juni 2015, waarin verzoekster de gelegenheid kreeg om haar loonvordering nader te onderbouwen. Op 25 augustus 2015 heeft verzoekster nadere stukken overgelegd, waaronder een overzicht van het sinds 2007 maandelijks te weinig ontvangen salaris en de te weinig ontvangen vakantiebijslag.

FDEC werd in de gelegenheid gesteld om een contra-akte in te dienen, maar heeft dit, ondanks verleend uitstel, niet gedaan. Het gerecht heeft vastgesteld dat de verjaring van de loonvordering is gestuit op 27 oktober 2014, en dat de verjaringstermijn van vijf jaar betekent dat vorderingen die betrekking hebben op de periode vóór 27 oktober 2009 zijn verjaard. De rechter heeft geoordeeld dat het achterstallig salaris over de periode van 27 oktober 2009 tot en met 31 augustus 2014 toewijsbaar is, en dit bedrag is vastgesteld op Afl. 29.260,00 bruto.

Daarnaast is vastgesteld dat de vordering met betrekking tot vakantiegeld over de jaren 2002, 2003 en 2004 eveneens verjaard is. Aangezien FDEC grotendeels in het ongelijk is gesteld, is zij veroordeeld in de kosten van de procedure, bestaande uit het betaalde griffierecht. De rechter heeft de veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad verklaard en het meer of anders gevorderde afgewezen. Deze beschikking is uitgesproken ter openbare terechtzitting in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

Beschikking van 17 november 2015
Behorend bij E.J. 3208 van 2014
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
BESCHIKKING
in de zaak van:
[verzoekster]
wonende te Aruba,
verzoekster, hierna ook te noemen: [verzoekster],
procederend in persoon,
tegen:
de stichting
FUNDACION DESAROYO EDUCATIVO COMUNITARIO (FDEC),
gevestigd te Aruba,
verweerster, hierna ook te noemen: FDEC,
gemachtigde: de advocaat mr. D.G. Kock.

1.DE VERDERE PROCEDURE

Het verloop van de verdere procedure blijkt uit:
- de akte aan de zijde van [verzoekster].
Aan partijen is meegedeeld dat vandaag beschikking zou worden gegeven.

2.DE VERDERE BEOORDELING

2.1
Bij beschikking van 23 juni 2015 is aan [verzoekster] gelegenheid geboden om haar loonvordering nader te onderbouwen. [Verzoekster] heeft van deze gelegenheid gebruik gemaakt en heeft op de EJ-rol van 25 augustus 2015 nadere stukken overgelegd, waaronder een overzicht van het sinds 2007 maandelijks te weinig ontvangen salaris en de te weinig ontvangen vakantiebijslag.
2.2.
FDEC is in de gelegenheid gesteld een contra- akte te nemen, doch heeft dit – nadat ambtshave uitstel is verleend - niet gedaan. Nader uitstel is niet meer verleend.
2.3
Ingevolge artikel 118 Rv wijst het gerecht [verzoekster] erop dat de verjaring van haar loonvordering is gestuit op 27 oktober 2014. Nu de verjaringstermijn ex artikel 3:308 BWA vijf jaar bedraagt, is de vordering die betrekking heeft op de periode vóór 27 oktober 2009 verjaard. Toewijsbaar is derhalve het achterstallig salaris over de periode 27 oktober 2009 tot en met 31 augustus 2014. Uitgaande van het niet weerspoken overzicht zoals overlegd bij akte, komt dit neer op een bedrag ad Afl. 29.260,00 bruto.
2.4
De vordering die betrekking heeft op vakantiegeld over de jaren 2002, 2003 en 2004 is eveneens verjaard.
2.5
Nu FDEC grotendeels in het ongelijk is gesteld, wordt zij in de kosten veroordeeld, bestaande uit het betaalde griffierecht, nu [verzoekster] in persoon procedeerde.

5.DE BESLISSING

De rechter in dit gerecht:
5.1
veroordeelt FDEC te betalen aan [verzoekster] het netto equivalent van een bedrag ad
Afl. 29.260,00 bruto, zijnde het achterstallig salaris over de periode 27 oktober 2009 tot en met 31 augustus 2014;
5.2
veroordeelt FDEC in de kosten van de procedure, aan de zijde van [verzoekster] begroot op Afl. 450,00 griffierechten;
5.3
verklaart de veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad;
5.4
wijst het meer of anders gevorderde af.
Deze beschikking is gegeven door mr. Y.M. Vanwersch, rechter in dit gerecht, en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting van dinsdag 17 november 2015 in aanwezigheid van de griffier.