ECLI:NL:OGEAA:2015:508

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
17 november 2015
Publicatiedatum
26 november 2015
Zaaknummer
EJ. nr. 1348 van 2015
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beschikking inzake kinderalimentatie door de Voogdijraad tegen de vader

In deze zaak, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, betreft het een verzoek van de Voogdijraad tot het vaststellen van een bijdrage in de kosten van verzorging en opvoeding van twee minderjarigen, geboren in respectievelijk 2004 en 2006. De vader, die in Aruba woont, is opgeroepen maar is niet verschenen tijdens de mondelinge behandeling op 6 oktober 2015. De moeder en de vertegenwoordiger van de Voogdijraad waren wel aanwezig.

De minderjarigen zijn erkend door de vader op 15 juli 2004 en 2 oktober 2006. De Voogdijraad verzoekt de vader te veroordelen tot het betalen van Afl. 400,- per kind per maand, ingaande 1 juli 2015, op basis van het feit dat de vader voldoende inkomen uit arbeid geniet. De kosten van verzorging en opvoeding van de minderjarigen zijn vastgesteld op Afl. 918,74 en Afl. 873,33 per maand.

De rechter overweegt dat ouders wettelijk verplicht zijn bij te dragen aan de kosten van hun kinderen. Aangezien de vader niet is verschenen en geen verweer heeft gevoerd, wordt het verzoek van de Voogdijraad toegewezen. De rechter beslist dat de vader met ingang van 1 augustus 2015 een maandelijkse bijdrage van Afl. 400,- per kind moet betalen aan de Voogdijraad. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad, en andere verzoeken zijn afgewezen.

Uitspraak

0Beschikking van 17 november 2015
Behorend bij EJ. nr. 1348 van 2015
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
BESCHIKKING
in de alimentatiezaak tussen:
DE VOOGDIJRAAD,
kantoorhoudend in Aruba,
VERZOEKER,
vertegenwoordigd,
en
[de vader],
wonende in Aruba,
VERWEERDER, hierna te noemen: de vader,
procederend in persoon.
Belanghebbenden:
[de minderjarige 1],
[de minderjarige 2],
de minderjarigen,
[de moeder], de moeder.

1.DE PROCEDURE

Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het verzoekschrift, ingediend op 22 juni 2015;
  • de griffiersaantekeningen van de mondelinge behandeling van 6 oktober 2015, waaruit blijkt dat zijn verschenen de vertegenwoordiger van de Voogdijraad en de moeder in persoon. De vader is, ondanks daartoe behoorlijk te zijn opgeroepen, niet verschenen.
De uitspraak is nader bepaald op heden.

2.DE FEITEN

Uit de moeder is op [datum] 2004 in Nederland geboren [minderjarige 1] en op [datum] 2006 in Nederland geboren [minderjarige 2] (hierna: de minderjarigen). De minderjarigen zijn op 15 juli 2004 en 2 oktober 2006 door de vader erkend.

3.HET VERZOEK

Het verzoek strekt tot het veroordelen van de vader tot het betalen van een bijdrage van Afl. 400,- per kind per maand in de kosten van verzorging en opvoeding van de minderjarigen, ingaande 1 juli 2015. Daartoe is gesteld dat hij voldoende inkomen uit arbeid geniet.

4.DE BEOORDELING

4.1
Ouders zijn wettelijk verplicht te voorzien in de kosten van verzorging en opvoeding van hun kinderen.
4.2
In het onderhavige geval is onweersproken gesteld dat de kosten van verzorging en opvoeding van de minderjarige sub 1 Afl. 918,74 en van de minderjarige sub 2 Afl. 873,33 bedragen.
4.3
De man heeft geen gebruik gemaakt van de aan hem geboden gelegenheid zich te verweren.
4.4
Gelet op het vorenstaande en op het ontbreken van enig verweer, zal het gerecht het verzoek toewijzen en de man veroordelen tot betaling van een maandelijkse bijdrage van 400,- per kind ingaande 1 augustus 2015 als voorziening in de kosten van verzorging en opvoeding van de minderjarigen.

5.DE BESLISSING

Het gerecht:
veroordeelt [de vader] om met ingang van 1 augustus 2015, en in de toekomst telkens bij vooruitbetaling, aan de Voogdijraad te betalen een bedrag van Afl. 400,- per kind per maand als voorziening in de kosten van verzorging en opvoeding van de minderjarigen [minderjarige 1], geboren op [datum] 2014 in Nederland en [minderjarige 2], geboren op [datum] 2006 in Nederland,
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad,
wijst het meer of anders verzochte af.
Aldus gegeven door mr. P.A.H. Lemaire, rechter in dit gerecht, en in het openbaar uitgesproken ter zitting van dinsdag 17 november 2015 in aanwezigheid van de griffier.