Uitspraak
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
BESCHIKKING
DE PROCEDURE
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
In de civiele procedure tussen BARCADERA CONTAINER TERMINAL N.V. (Terminal) en ARUBA PORTS AUTHORITY N.V. (APA) en ARUBA STEVEDORING COMPANY (ASTEC) N.V. heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba op 17 november 2015 uitspraak gedaan. Terminal had verzocht om een voorlopig getuigenverhoor, maar dit verzoek werd afgewezen. De procedure begon met een beschikking van 26 augustus 2015, gevolgd door verweerschriften van APA en ASTEC, en een mondelinge behandeling op 22 september 2015. Het hof had eerder op 24 maart 2015 een tussenbeschikking gegeven, maar het gerecht oordeelde dat Terminal onvoldoende duidelijk had gemaakt op welk feitelijk gebeuren het verzoek betrekking had. Het hof vernietigde de beschikking van het gerecht en verwees de zaak terug, zonder de verdere behandeling van het verzoek aan zich te trekken.
Het gerecht oordeelde dat Terminal niet voldoende had aangetoond dat zij schade had geleden door de afwijzing van haar verzoek. APA had betoogd dat Terminal misbruik maakte van haar bevoegdheid om getuigen te horen en dat er geen belang was bij het verzoek, aangezien de aanbesteding niet aan Terminal was gegund. Terminal had niet aangetoond dat zij voldeed aan de vereisten voor de aanbesteding en had geen waarborgsom verstrekt. Het gerecht concludeerde dat Terminal geen belang had bij het voorlopig getuigenverhoor en wees het verzoek af. Terminal werd bovendien veroordeeld in de proceskosten van APA en ASTEC, die op Afl. 1.800 per partij werden begroot. De uitspraak werd gedaan door mr. W.J. Noordhuizen en vond plaats in aanwezigheid van de griffier.