Uitspraak
1.DE PROCEDURE
- het verzoekschrift, ingediend op 22 juni 2015;
- de griffiersaantekeningen van de mondelinge behandeling van 6 oktober 2015, waaruit blijkt dat zijn verschenen
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
In deze zaak, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, betreft het een verzoek om kinderalimentatie. De Voogdijraad heeft op 22 juni 2015 een verzoekschrift ingediend tegen de vader, die in persoon procedeert. De minderjarige, geboren in 2004, is erkend door de vader. De moeder en de vader zijn ook betrokken als belanghebbenden. Tijdens de mondelinge behandeling op 6 oktober 2015 zijn de vertegenwoordigers van de Voogdijraad, de moeder en de vader verschenen.
Het verzoek van de Voogdijraad strekt tot veroordeling van de vader tot het betalen van Afl. 400,- per maand voor de kosten van verzorging en opvoeding van de minderjarige, ingaande 1 juli 2015. De vader heeft draagkrachtverweer gevoerd, maar heeft geen inzicht gegeven in zijn financiële situatie. Het gerecht heeft de behoefte van de minderjarige vastgesteld op Afl. 803,75 per maand, gebaseerd op de kosten die de moeder maakt.
De draagkracht van de moeder is berekend op Afl. -164,51, terwijl de vader onvoldoende informatie heeft verstrekt om zijn draagkracht te kunnen bepalen. Het gerecht heeft geoordeeld dat het verzoek om kinderalimentatie toewijsbaar is voor een bedrag van Afl. 400,- per maand, met ingang van 1 augustus 2015. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard en is uitgesproken door rechter P.A.H. Lemaire op 17 november 2015.