Uitspraak
1.DE PROCEDURE
in de hoofdzaak en in het vrijwaringsincident
2.DE VERDERE BEOORDELING
in de hoofdzaak
dat Z vlak na haar echtscheiding met Y afstand heeft gedaan van haar aandeel in het onroerend goed, waardoor X vanaf haar met Y in de gemeenschap gesloten huwelijk niet voor ¼ deel maar voor ½ deel deelgerechtigd is geworden tot het onroerend goed. Dat bevrijdend verweer heeft Y gemotiveerd bestreden en staat daarom niet vast. Nu zij dat heeft aangeboden, wordt X in de gelegenheid gesteld om door middel van het doen horen van getuigen haar hiervoor vermelde door het Gerecht onderstreepte stelling te bewijzen. De zaak zal daartoe worden verwezen naar de in het dictum vermelde terechtzitting, tijdens welke zitting maximaal drie getuigen gehoord kunnen worden. Uiterlijk drie dagen voor die zitting dient X de personalia van de door haar voor te brengen getuige(n) schriftelijk kenbaar te maken aan het Gerecht en aan Y.
3.DE BESLISSING
vrijdag 8 januari 2016 om 10:00 uur;