ECLI:NL:OGEAA:2015:54

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
28 mei 2015
Publicatiedatum
5 juni 2015
Zaaknummer
E.J. nr. 672 van 2015
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontbinding van de arbeidsovereenkomst van een buschauffeur na deelname aan een staking

In deze zaak heeft de naamloze vennootschap Compania Arubiano di Bus N.V. (hierna: Arubus) een verzoek ingediend tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst met de buschauffeur [verweerder]. De procedure begon met een verzoekschrift dat op 2 april 2015 werd ingediend, gevolgd door een verweerschrift van [verweerder] op 28 april 2015. De zaak werd behandeld op een zitting op 30 april 2015. Arubus stelde dat [verweerder] op 3 oktober 2014 had deelgenomen aan een wilde staking, wat leidde tot zijn non-activiteit en het indienen van een ontbindingsverzoek. Arubus voerde aan dat [verweerder] de regels voor stakingen had overtreden en dat zijn acties onrechtmatig waren, wat voldoende grond zou vormen voor ontbinding van de arbeidsovereenkomst.

[verweerder] voerde verweer en stelde dat er geen sprake was van een wilde staking, maar slechts van een tijdelijke werkonderbreking door enkele werknemers. Hij ontkende het initiatief te hebben genomen tot de staking en stelde dat hij op de dag van de werkonderbreking geen dienst had. [verweerder] betoogde dat er goede redenen waren voor de tijdelijke werkonderbreking, aangezien Arubus niet luisterde naar de klachten van de buschauffeurs over de kwaliteit van de bussen.

De rechter oordeelde dat er onvoldoende bewijs was voor de stelling van Arubus dat er sprake was van een wilde staking en dat [verweerder] een rol had gespeeld in de gebeurtenissen van 3 oktober. Het verzoek van Arubus werd afgewezen, en Arubus werd veroordeeld in de proceskosten van [verweerder]. De beschikking werd gegeven door mr. H. Mol op 28 mei 2015.

Uitspraak

Beschikking van 28 mei 2015
Behorend bij E.J. nr. 672 van 2015
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
BESCHIKKING
in de zaak van:
de naamloze vennootschap Compania Arubiano di Bus N.V.
gevestigd te Aruba,
VERZOEKSTER,
verder te noemen: Arubus,
gemachtigde: de advocaat mr. L.J. Pieters,
tegen
[VERWEERDER],
wonende te Aruba,
VERWEERDER,
verder te noemen: [verweerder],
gemachtigde: de advocaat mr. H.F Falconi.

1.DE PROCEDURE

Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het op 2 april 2015 ingediende verzoekschrift met producties;
- een faxbericht houdende producties d.d. 28 april 2015 van de zijde van Arubus;
- het op 28 april 2015 ingediende verweerschrift met producties;
- de aantekeningen van de behandeling ter terechtzitting van 30 april 2015;
Hierna is uitspraak bepaald op heden.

2.DE VASTSTAANDE FEITEN

2.1 [
verweerder] werkt als buschauffeur voor Arubus.
2.2
Op 3 oktober 2014 heeft er een werkonderbreking plaatsgevonden bij Arubus waaraan sommige maar niet alle buschauffeurs van Arubus hebben meegedaan.
2.3
Bij brief van 17 oktober 2014 heeft Arubus aan [verweerder] kenbaar gemaakt dat [verweerder] in verband met zijn deelname aan de staking op 3 oktober 2014 op non-actief is gesteld en dat er een ontbindingsverzoek zal worden ingediend.
2.4
Arubus heeft eerder disciplinaire maatregelen jegens [verweerder] getroffen.

3.HET VERZOEK EN HET VERWEER

3.1
Arubus heeft het gerecht verzocht om bij beschikking, uitvoerbaar bij voorraad, de arbeidsovereenkomst met [verweerder], te ontbinden wegens gewichtige redenen, zonder toekenning van een vergoeding en met veroordeling van [verweerder] in de kosten van de procedure.
3.2
Arubus heeft haar verzoek onderbouwd met de stelling dat [verweerder] tot een wilde staking bij Arubus heeft aangezet, zonder dat er daartoe een goede reden was. [verweerder] heeft de regels en de procedures voor een staking aan zijn laars gelapt terwijl hij die regels en procedures als shopsteward goed kent of behoort te kennen, aldus Arubus. Twee werknemers hebben tijdens de staking de in- en uitgang van Arubus versperd waardoor het openbaar vervoer op Aruba die dag werd platgelegd en waardoor collega werknemers verhinderd werden hun werkzaamheden uit te voeren. De wilde staking was onrechtmatig is daardoor voldoende grond voor de verzochte ontbinding, aldus Arubus. Daarenboven was [verweerder] een gewaarschuwd man, gelet op de eerdere disciplinaire maatregelen die jegens hem genomen zijn.
3.3 [
verweerder] heeft verweer gevoerd en verzocht Arubus niet ontvankelijk te verklaren dan wel het verzoek af te wijzen, kosten rechtens. [verweerder] heeft aangevoerd dat er geen sprake was van een staking, laat staan van een wilde staking. Wel was er sprake van dat een aantal werknemers van Arubus op 3 oktober 2014 gedurende een aantal uren ( te weten twee) het werk tijdelijk hebben neergelegd. Het klopt dat hij, [verweerder], een aantal collega’s heeft gebeld. Hij, [verweerder] heeft echter niet het initiatief genomen tot een staking of een werkonderbreking. Hij was op de ochtend van 3 oktober ten tijde van de werkonderbreking slechts aanwezig bij Arubus, uit hoofde van zijn functie van shopsteward. Hij had op 3 oktober een (rooster)vrije dag en dus geen dienst als chauffeur. Het openbaar vervoer heeft niet platgelegen, aldus [verweerder]. [verweerder] heeft voorts ontkend opdracht te hebben gegeven de in of uitgang te blokkeren.
3.3.1
Tot slot heeft [verweerder] aangevoerd dat er een goede reden was het werk tijdelijk neer te leggen. Arubus luistert al heel lang niet naar de klachten van de buschauffeurs over de kwaliteit van de bussen.
Van onrechtmatig handelen van [verweerder] is dus geen sprake, aldus [verweerder] zelf.
3.4
Geoordeeld wordt dat, gelet op het gemotiveerde verweer, niet, althans onvoldoende, is gebleken van een (wilde) staking bij Arubus op 3 oktober 2014. Ook van de rol die Arubus [verweerder] toedicht bij hetgeen op 3 oktober is voorgevallen is niet, dan wel onvoldoende gebleken.
3.5
De conclusie is dat het verzoek moet worden afgewezen nu niet van een grond voor de verzochte ontbinding is gebleken.
3.6
Als de meest in het ongelijk te stellen partij moet Arubus worden veroordeeld in de kosten van de procedure gevallen aan de zijde van [verweerder] en te begroten op het salaris van de gemachtigde.

4.DE UITSPRAAK

De rechter in dit gerecht:
4.1
wijst het verzoek af;
4.2
veroordeelt Arubus in de proceskosten gevallen aan de zijde van [verweerder] en te begroten op een bedrag van Afl. 1.800,- aan salaris gemachtigde.
Deze beschikking is gegeven door mr. H. Mol, rechter, en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting van 28 mei 2015 in aanwezigheid van de griffier.