ECLI:NL:OGEAA:2015:541

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
1 december 2015
Publicatiedatum
4 december 2015
Zaaknummer
E.J. 1638 van 2015
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • W.J. Noordhuizen
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Huurcommissiezaken en niet-ontvankelijkheid van beroep tegen beëindiging huurovereenkomst

In de zaak tussen E* en Nizaam Investment N.V. heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba op 1 december 2015 uitspraak gedaan. E* had in beroep willen komen tegen een eerdere uitspraak van de Huurcommissie, waarin toestemming werd verleend aan Nizaam om de huurovereenkomst met E* te beëindigen. E* was echter niet verschenen op de zitting en had zijn beroep te laat ingediend. De rechter oordeelde dat E* niet-ontvankelijk was in hun beroep, omdat zij niet binnen de gestelde termijn hadden gereageerd. De termijn voor het indienen van beroep was veertien dagen na de mededeling van de uitspraak van de Huurcommissie, die op 7 juli 2015 was verzonden. E* had de mededeling op 20 juli 2015 opgehaald, maar had tot en met 21 juli 2015 de tijd om beroep in te stellen. De rechter concludeerde dat E* niet tijdig had gereageerd en dat de verantwoordelijkheid voor het tijdig indienen van het beroep bij hen lag. E* werd bovendien veroordeeld in de kosten van de procedure, die aan de kant van Nizaam werden begroot op Afl. 1.800. De beschikking werd uitgesproken door rechter W.J. Noordhuizen in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

Beschikking van 1 december 2015
Behorend bij E.J. 1638 van 2015
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
BESCHIKKING
in de zaak van:
[naam]
en
[naam],
te Aruba,
hierna ook te noemen: E*,
procederend in persoon
tegen:
de naamloze vennootschap
NIZAAM INVESTMENT N.V.,
te Aruba,
hierna ook te noemen: Nizaam,
gemachtigde: de advocaat mr. W.G.T.M. Kloes.

1.DE PROCEDURE

Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift;
- het verweerschrift
- de behandeling ter zitting van 10 november 2015 en de daarvan gemaakte aantekeningen.
E* zijn, ondanks oproeping bij brief van 30 september 2015 op het door E* opgegeven (censo-)adres [adres], niet verschenen.
Aan Nizaam is meegedeeld dat vandaag beschikking zou worden gegeven.

2.DE VASTSTAANDE FEITEN

2.1
Bij uitspraak van 25 juni 2015 is aan [lees] Nizaam toestemming verleend de huurovereenkomst met E* te beëindigen.
2.2
Van de uitspraak is aan E* mededeling gedaan bij op 7 juli 2015 gedateerde brief.

3.DE STANDPUNTEN VAN PARTIJEN

3.1
E* zijn bij beroepschrift, ter griffie in gekomen op 27 juli 2015, in beroep gekomen van de uitspraak van de Huurcommissie.
3.2
E* gronden het beroep – kort gezegd – erop dat Nizaam het gehuurde ernstig heeft verwaarloosd.
3.3
Nizaam betoogt dat het beroep te laat is ingesteld en voert overigens verweer.

4.DE BEOORDELING

4.1
In gevolge artikel 5 tweede lid Huurcommissieverordening (Hcv) staat van de uitspraak van de Huurcommissie gedurende veertien dagen na de dagtekening van de mededeling van de uitspraak als bedoeld in artikel 5 eerste lid Hcv beroep open op de rechter in eerste aanleg.
4.2
In de onderhavige zaak blijkt uit de overgelegde stukken en de toelichting ter zitting zijdens Nizaam, dat de secretaris van de Huurcommissie de mededeling op 7 juli 2015 aan de post ter bezorging heeft aangeboden. Op 14 juli 2015 is de mededeling ter bezorging aan de postbesteller ter beschikking gesteld hetgeen, aldus navraag door Nizaam bij Post Aruba, meebrengt dat de kennisgeving van de brief op 15, 16 of 17 juli 2015 aan de geadresseerde moet zijn besteld. De mededeling is vervolgens op 20 juli 2015 door E* afgehaald.
4.3
Na ter postbezorging op 7 juli 2015 hadden E* mitsdien tot en met 21 juli 2015 termijn om beroep in te stellen. Zelfs als ervan wordt uitgegaan dat de kennisgeving van de mededeling E* pas op vrijdag 17 juli 2015 heeft bereikt, hadden zij tijd om beroep in te stellen nu de termijn daarvoor nog niet verstreken was. Dat E* de brief na kennisgeving op maandag 20 juli 2015 hebben opgehaald komt voor hun rekening en had hen er overigens niet van hoeven te weerhouden tijdig beroep in te stellen.
4.4
E* zijn derhalve niet-ontvankelijk in hun beroep.

5.DE UITSPRAAK

De rechter in dit gerecht:
verklaart E* niet-ontvankelijk in hun beroep;
veroordeelt E* in de kosten van de procedure, die tot de datum van uitspraak aan de kant van Nizaam worden begroot op Afl. 1.800, aan salaris van de gemachtigde.
Deze beschikking is gegeven door mr. W.J. Noordhuizen, rechter in dit gerecht, en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting van dinsdag 1 december 2015 in aanwezigheid van de griffier.