ECLI:NL:OGEAA:2015:571

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
2 december 2015
Publicatiedatum
21 december 2015
Zaaknummer
K.G. no. 2438 van 2015
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • A.H.M. van de Leur
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontruiming van bedrijfsruimte en betaling van achterstallige huur in kort geding

In deze zaak, die op 2 december 2015 door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba is behandeld, heeft de naamloze vennootschap Allegro Palm Beach VBA (hierna: Allegro) een kort geding aangespannen tegen de naamloze vennootschap The Millennium Resource Group (hierna: TMRG) met als doel ontruiming van een bedrijfsruimte en betaling van achterstallige huur. Allegro, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. A.M. Wever, vorderde dat TMRG de bedrijfsruimte binnen zeven dagen na betekening van het vonnis zou ontruimen en dat TMRG een dwangsom zou verbeuren van Afl. 10.000,-- voor elke dag dat zij dit bevel niet opvolgde. Daarnaast vorderde Allegro een voorschot van US$ 430.115,69 aan achterstallige huur, vermeerderd met wettelijke rente vanaf 8 oktober 2015.

TMRG, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. J.A. Saade, voerde verweer en concludeerde tot afwijzing van de vorderingen van Allegro. De rechter oordeelde dat het spoedeisend belang van Allegro bij de ontruiming en de betaling van de huurpenningen evident was. De huurovereenkomst tussen Allegro en TMRG was op 4 november 2015 buitengerechtelijk ontbonden, en TMRG had een aanzienlijke huurachterstand van US$ 430.000,--. De rechter oordeelde dat TMRG de bedrijfsruimte binnen 30 dagen na betekening van het vonnis moest ontruimen en dat Allegro recht had op betaling van US$ 212.000,-- aan achterstallige huur, vermeerderd met wettelijke rente.

De rechter wees de vorderingen van Allegro grotendeels toe, met uitzondering van het verzoek om zelf de ontruiming ter hand te nemen. TMRG werd ook veroordeeld in de proceskosten. Het vonnis werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het meer of anders verzochte werd afgewezen. Dit vonnis is openbaar uitgesproken op 2 december 2015 door mr. A.H.M. van de Leur, rechter, in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

Vonnis van 2 december 2015
Behorend bij K.G. no. 2438 van 2015
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
VONNIS in kort geding van:
de naamloze vennootschap
ALLEGRO PALM BEACH VBA,
gevestigd in Aruba,
eiseres,
hierna ook te noemen: Allegro,
gemachtigde: de advocaat mr. A.M. Wever,
tegen:
de naamloze vennootschap
THE MILLENNIUM RECOURCE GROUP,
gevestigd in Aruba,
gedaagde,
hierna ook te noemen: TMRG,
gemachtigde: de advocaat mr. J.A. Saade.

1.DE PROCEDURE

1.1
Het verloop van de procedure blijkt uit:
-het verzoekschrift, met producties;
-de aantekeningen van de griffier van de mondelinge behandeling van de zaak ter terechtzitting van 6 november 2015.
1.2
Allegro is ter zitting verschenen bij haar gemachtigde, die werd vergezeld door (general manager respectievelijk financial manager bij Allegro). TMRG is verschenen bij haar gemachtigde. Partijen hebben in twee termijnen het woord gevoerd - mede aan de hand van overgelegde pleitnota’s, die van TMRG voorzien van toegelaten producties - en hebben gereageerd of kunnen reageren op elkaars stellingen.
1.3
Vonnis is bepaald op heden.

2.DE STANDPUNTEN VAN PARTIJEN

2.1
Na vermindering van eis vordert Allegro - zakelijk weergegeven - dat het Gerecht bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis:
a. TMRG beveelt de in Aruba te [adres] gelegen bedrijfsruimte (hierna: de bedrijfsruimte) binnen 7 dagen van de betekening van dit vonnis aan TMRG te ontruimen en te verlaten met alle zich daarin van harentwege bevindende personen en goederen, en die bedrijfsruimte onder afgifte van de sleutels daarvan ter vrije beschikking te stellen van Allegro, en bepaalt dat TMRG ten behoeve van Allegro een dwangsom verbeurt van Afl. 10.000,-- voor elke dag of deel daarvan dat zij dit bevel niet of niet geheel opvolgt, met machtiging van Allegro om die ontruiming zelf te doen uitvoeren - desnoods met behulp van de sterke arm van politie en justitie - indien TMRG niet zelf tijdig tot ontruiming overgaat;
b. TMRG veroordeelt om bij wijze van voorschot aan Allegro te betalen
US$ 430.115,69 aan achterstallige huur, te vermeerderen met wettelijke rente gerekend vanaf 8 oktober 2015;
c. TMRG veroordeelt in de proceskosten.
2.2
TMRG voert verweer en concludeert tot afwijzing van het door Allegro verzochte, kosten rechtens.
2.3
Voor zover van belang voor de beslissing worden de stellingen van partijen hierna besproken.

3.DE BEOORDELING

3.1
Het spoedeisend belang van Allegro bij de door haar verzochte ontruiming van het gehuurde en betaling bij wijze van voorschot van beweerdelijke achterstallige huurpenningen ligt besloten in de (samenlopende) aard van die vorderingen.
3.2
Vast staat tussen partijen het volgende. Allegro verhuurt krachtens een tussen partijen op 16 november 2009 gesloten huurovereenkomst de (aan Allegro in eigendom toebehorende) bedrijfsruimte aan TMRG, tegen een laatstelijke voor het jaar 2015 geldende (verlaagde) maandelijkse huurprijs van US$ 37.575,37. TMRG exploiteert in de bedrijfsruimte een casino, en heeft aldaar 46 werknemers in dienst. TMRG heeft een deposito gestort onder Allegro van US$ 218.000,-- als zekerheid voor verhaal van (1) mogelijke door TMRG veroorzaakte schade aan de bedrijfsruimte en (2) door TMRG onbetaald gelaten huur (hierna: het deposito). Zonder verrekening met het deposito is TMRG in elk geval voor een bedrag van
US$ 430.000,-- achterstallig met betaling van huur aan Allegro. Bij brief van 4 november 2015 heeft Allegro de huurovereenkomst met TMRG buitengerechtelijk ontbonden.
3.3
Voormeld bedrag aan huurachterstand behelst 11 maanden onbetaald gelaten huur. Hoewel het deposito naar het voorlopig oordeel van het Gerecht (anders dan TMRG meent) niet kan gelden als bron van verrekening voor achterstallige huurpenningen onder een lopende huurovereenkomst, zou in de denkbeeldige situatie dat dit wel het geval is en het gehele deposito daarvoor zou kunnen aangewend immer nog sprake zijn van een niet geringe huurachterstand, en wel voor een bedrag van US$ 212.000,--. Dat bedrag behelst vrijwel zes maanden onbetaald gelaten huur.
3.4.1
Bij de hiervoor geschetste stand van zaken valt naar het oordeel van het Gerecht in een bodemprocedure het oordeel te verwachten dat de ernst van de door TMRG jegens Allegro geleverde wanprestatie de (buitengerechtelijk ingeroepen) ontbinding van de tussen partijen gesloten huurovereenkomst rechtvaardigt en dat TMRG daarom tot ontruiming van de bedrijfsruimte wordt bevolen, alsmede dat TMRG worden veroordeeld tot betaling aan Allegro van de achterstallige huurpenningen (waarover hierna meer). Dat brengt mee dat de hiervoor onder a. door Allegro verzochte voorziening zal worden toegewezen, met dien verstande dat TMRG de bedrijfsruimte binnen 30 dagen na betekening aan haar van dit vonnis - welke termijn als redelijk en billijk heeft te gelden, temeer omdat TMRG ter zitting zelf heeft verklaard dat zij één maand nodig heeft om tot ontruiming over te gaan - zal moeten ontruimen en voorts met inachtneming van het hiernavolgende.
3.4.2
Uit het eerste lid van artikel 556 Rv volgt dat Allegro de ontruiming niet zelf ter hand mag nemen, en dat gedwongen ontruiming het exclusieve terrein is van de deurwaarder. Allegro heeft voldoende aan dit vonnis om de deurwaarder te mogen inschakelen indien TMRG niet vrijwillig tot nakoming daarvan overgaat. In het licht daarvan heeft Allegro derhalve geen machtiging nodig om de ontruiming zelf te doen bewerkstelligen. Voorwaarde is dat het ontruimingsvonnis door de deurwaarder wordt betekend aan TMRG, en dat aan TMRG overeenkomstig het bepaalde in artikel 555 Rv bevel wordt gedaan om binnen drie dagen (na ommekomst van de aan haar gegunde termijn van 30 dagen dus) te ontruimen. De deurwaarder op zijn beurt behoeft geen rechterlijke machtiging om bevoegd te zijn de hulp van de sterke arm van politie en justitie in te roepen indien de deuren van het te ontruimen pand gesloten zijn of de opening daarvan geweigerd wordt. Die bevoegdheid ontleent de deurwaarder immers rechtstreeks aan artikel 557 Rv, waarin artikel 444 Rv van overeenkomstige toepassing wordt verklaard. Voorziet de instrumenterende deurwaarder problemen, dan kan hij op de voet van (strekking en geest van) de Algemene Politieverordening - zonder dat daartoe rechterlijke machtiging nodig is - bijstand van de politie inroepen. In het licht van dit alles valt van de bodemrechter het oordeel te verwachten dat dit onderdeel van het onder a. door Allegro verzochte moet worden afgewezen. Dat betekent dat dit onderdeel van de thans onder a. door Allegro verzochte voorziening zal worden afgewezen.
3.4.3
Dwangsommen zullen gemaximeerd worden opgelegd aan TMRG, omdat daarvan naar het oordeel van het Gerecht vooralsnog voldoende prikkel uitgaat naar TMRG om tijdig tot ontruiming van de bedrijfsruimte te geraken.
3.5
Wat betreft de vordering ter zake van achterstallige huur wordt het volgende overwogen, waarbij voorop wordt gesteld dat thans geen sprake meer is van een lopende huurovereenkomst, daar die buitengerechtelijk is ontbonden. Dat brengt met zich dat het deposito al dan niet in zijn geheel kan worden aangewend voor verhaal van onbetaald gelaten huur. Gesteld noch gebleken is in elk geval dat dit niet het geval is. Uit dit één en ander volgt dat niet vast komt te staan noch voorshands aannemelijk wordt geoordeeld dat TMRG (na verrekening met in deposito gestorte gelden) het in hoofdsom gevorderde bedrag aan achterstallig huur nog verschuldigd is aan Allegro. Wel staat als door TMRG erkend vast dat zij in geval van volledige verrekening van het deposito met achterstallige huur US$ 212.000,-- verschuldigd is aan Allegro, terwijl is gesteld noch gebleken of en voor hoeveel precies Allegro het deposito zal aanspreken voor door TMRG veroorzaakte schade aan het bedrijfspand. Eén en ander brengt met zich dat de vordering onder b. zal worden toegewezen voor een bedrag van US$ 212.000,--, te vermeerderen met wettelijke rente gerekend vanaf 8 oktober 2015 nu Allegro die nevenvordering niet heeft betwist.
3.6
Afweging van de belangen van partijen maakt al het vorenstaande niet anders, omdat het Gerecht geen zwaarwegender belangen ziet van TMRG bij afwijzing van de door Allegro verzochte ontruiming en betaling van achterstallige huurpenningen ten opzichte van de belangen van Allegro bij toewijzing daarvan. Met name wegen de belangen van TMRG ten opzichte van haar (hun baan verliezende) werknemers niet zwaarder dan de belangen van Allegro om zich niet langer geconfronteerd te zien met een notoire wanbetaler als het gaat om betaling van huur voor de bedrijfsruimte. Ook het gegeven dat de vorige directie of het vorige bestuur van Allegro coulant omging met de huurbetalingsachterstand zoals gesteld door TMRG, kan haar niet baten. TMRG is nu eenmaal contractueel jegens Allegro gehouden om tijdig, dat wil zeggen iedere maand bij vooruitbetaling, de huur te voldoen. Er is niets mis mee dat Allegro geen of niet langer genoegen neemt met bedoelde meer dan forse huurbetalingsachterstand, temeer omdat is gebleken dat TMRG zelfs na verlaging van de huurprijs niet is staat blijkt te zijn om de huurbetalingsachterstand op substantiële wijze in te lopen, in welk verband het maar afwachten is voor Allegro of die achterstand ooit betaald wordt door TMRG.
3.7
TMRG zal, als de grotendeels in het ongelijk gestelde partij, worden verwezen in de kosten van deze procedure gevallen aan de zijde van Allegro, tot aan deze uitspraak begroot op (7.500,-- + 215,83 =) Afl. 7.715,83 aan verschotten en Afl. 1.500,-- aan salaris voor de gemachtigde.

4.DE BESLISSING

Het Gerecht, rechtdoende in kort geding:
-beveelt TMRG de in Aruba te [adres] gelegen bedrijfsruimte binnen 30 dagen na de betekening van dit vonnis aan TMRG te ontruimen en te verlaten met alle zich daarin van harentwege bevindende personen en goederen, en die bedrijfsruimte onder afgifte van de sleutels daarvan ter vrije beschikking te stellen van Allegro;
-bepaalt dat TMRG ten behoeve van Allegro een dwangsom verbeurt van
Afl. 10.000,-- voor elke dag of deel daarvan dat zij voormeld bevel niet of niet geheel opvolgt, en bepaalt voorts dat TMRG te dezen maximaal Afl. 10.000.000,-- aan dwangsommen kan verbeuren;
-veroordeelt TMRG om bij wijze van voorschot aan Allegro te betalen
US$ 212.000,-- aan achterstallige huur, te vermeerderen met wettelijke rente gerekend vanaf 8 oktober 2015;
-veroordeelt TMRG in de kosten van deze procedures gevallen aan de zijde van Allegro, tot aan deze uitspraak begroot op Afl. 7.715,83 aan verschotten en
Afl. 1.500,-- aan salaris voor de gemachtigde;
-verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
-wijst af het meer of anders verzochte.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.H.M. van de Leur, rechter, en in tegenwoordigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken op woensdag 2 december 2015.