ECLI:NL:OGEAA:2015:591
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van verdachte in zaak van verkrachting en ontucht met minderjarige
In de zaak tegen de verdachte, die werd beschuldigd van verkrachting en ontucht met een minderjarige, heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba op 16 juli 2015 uitspraak gedaan. De verdachte werd vrijgesproken van de tenlastegelegde feiten, omdat er inconsistenties waren tussen de aangifte van de moeder en de verklaring van de minderjarige. De minderjarige had verklaard dat de verdachte haar had vastgepakt en gedwongen tot seksuele handelingen, maar de verklaringen vertoonden belangrijke tegenstrijdigheden. Bovendien bleek uit getuigenverklaringen dat de verdachte kort voor de vermeende feiten aan zijn hand was geopereerd, waardoor hij fysiek niet in staat was om de beschuldigde handelingen te verrichten. De rechter concludeerde dat de bewijsmiddelen onvoldoende waren om tot een veroordeling te komen. De officier van justitie had een gevangenisstraf van achttien maanden geëist, maar het gerecht oordeelde dat er geen overtuigend bewijs was dat de verdachte de feiten had gepleegd. De voorlopige hechtenis van de verdachte werd opgeheven na de vrijspraak.