ECLI:NL:OGEAA:2015:63

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
3 juni 2015
Publicatiedatum
8 juni 2015
Zaaknummer
A.R. no. 1535 van 2013
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • W.J. Noordhuizen
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontbinding huurovereenkomst vliegtuig tussen Lienz Finance Company Ltd. en Arubaaanse Luchtvaartmaatschappij N.V.

In deze zaak, die voor het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba werd behandeld, ging het om een geschil tussen Lienz Finance Company Ltd. en Arubaaanse Luchtvaartmaatschappij N.V. (ALM) over de ontbinding van een huurovereenkomst voor een Piper Navajo PA-31 vliegtuig. Lienz had ALM het vliegtuig verhuurd vanaf 1 november 2011 voor een maandelijkse huurprijs van US$ 9.000. ALM beëindigde de huurovereenkomst, maar Lienz stelde dat deze beëindiging niet rechtsgeldig was en dat zij de overeenkomst op 15 mei 2013 rechtsgeldig had ontbonden. Lienz vorderde schadevergoeding van ALM, die volgens haar toerekenbaar tekortgeschoten was in de nakoming van de betalingsverplichtingen uit de huurovereenkomst.

De procedure omvatte verschillende processtukken, waaronder een verzoekschrift en conclusies van antwoord, repliek en dupliek. De rechter moest beoordelen of er sprake was van een schriftelijke huurovereenkomst en of ALM toerekenbaar tekortgeschoten was. ALM voerde aan dat de huurovereenkomst automatisch was geëindigd omdat zij gedurende drie maanden geen huur had betaald. De rechter verwierp dit verweer en oordeelde dat de huurovereenkomst rechtsgeldig was ontbonden op 15 mei 2013. Lienz kreeg gelijk in haar vordering tot betaling van de achterstallige huurtermijnen, maar haar vordering tot schadevergoeding voor gebrekkige oplevering van het vliegtuig werd afgewezen.

De rechter compenseerde de proceskosten, zodat iedere partij de eigen kosten droeg. Het vonnis werd uitgesproken op 3 juni 2015 door mr. W.J. Noordhuizen, en de rechter verklaarde de veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad.

Uitspraak

Vonnis van 3 juni 2015
Behorend bij A.R. no. 1535 van 2013
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
VONNIS in de zaak van:
de rechtspersoon naar buitenlands recht
LIENZ FINANCE COMPANY LTD.,
te Tortola, Britse Maagden Eilanden,
hierna ook te noemen: Lienz,
gemachtigde: de advocaat mr. A. Ruiz,
tegen:
de naamloze vennootschap
ARUBAANSE LUCHTVAARTMAATSCHAPPIJ N.V.,
te Aruba,
hierna ook te noemen: ALM,
gemachtigde: de advocaat mr. R.E. Offringa.

1.DE PROCEDURE

Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift;
- de conclusie van antwoord;
- de conclusie van repliek;
- de conclusie van dupliek;
- de akte uitlating producties.

2.DE VASTSTAANDE FEITEN

2.1
Tussen partijen heeft een huurovereenkomst bestaan met betrekking tot een vliegtuig, een Piper Navajo PA-31 met registratienummer P4-AAB.
2.2
ALM huurde het vliegtuig vanaf 1 november 2011 voor US$ 9.000, per maand van Lienz.

3.DE STANDPUNTEN VAN PARTIJEN

3.1
Lienz vordert – uitvoerbaar bij voorraad en na wijziging van eis – een verklaring voor recht dat de huurovereenkomst niet rechtsgeldig door ALM werd beëindigd en wel rechtsgeldig door Lienz werd ontbonden op 15 mei 2013 met verklaring voor recht dat ALM aansprakelijk is voor de schade, nader op te maken bij staat en veroordeling van ALM tot betaling van US$ 450.500, , te vermeerderen met de wettelijke rente, met veroordeling van ALM tot vergoeding van de proceskosten.
3.2
Lienz grondt de vordering erop dat ALM toerekenbaar tekortgeschoten is in de nakoming van de uit de huurovereenkomst voortvloeiende betalingsverplichtingen.
3.3
ALM voert hiertegen verweer, met vordering – uitvoerbaar bij voorraad – tot veroordeling van Lienz in de proceskosten.

4.DE BEOORDELING

4.1
Partijen twisten erover of sprake is van een schriftelijke huurovereenkomst. Volgens Lienz behelst de door haar bij conclusie van repliek overgelegde kopie akte de inhoud van de overeenkomst. ALM ontkent dat. Niet, althans niet duidelijk, ontkent ALM dát tussen partijen een huurovereenkomst bestond.
4.2
ALM betoogt dat aan die overeenkomst een einde is gekomen omdat door ALM, na aanvang van de huur op 1 november 2011, gedurende (ten minste) drie maanden geen huur is betaald en op grond van artikel 7 van de door ALM overgelegde kopie akte de huur automatisch is geëindigd [1] .
4.3
Volgens ALM heeft zij het toestel na begin maart 2012, toen zij één vlucht naar Punto Fijo in Venezuela maakte verder niet gebruikt, behalve voor enkele inspectievluchten en heeft zij daaraan frequent onderhoud gepleegd.
4.4
Nog los van de ongerijmde uitleg van artikel 7 van de kopie akte door ALM, valt zonder nadere toelichting, die ontbreekt, niet in te zien, dat voormeld gebruik en onderhoud een andere oorzaak hadden dan gebruik en onderhoud uit hoofde van het bestaan van een huurovereenkomst met betrekking tot het vliegtuig. Het verweer dat aan de huurovereenkomst op 1 februari 2012 automatisch een einde was gekomen omdat ALM drie maanden de leasetermijn niet had betaald wordt dus als onvoldoende gemotiveerd verworpen.
4.5
ALM betoogt verder dat zij als startende onderneming de leasetermijnen niet kon betalen en Lienz zich daarvan bewust was omdat ALM met de ubo (ultimate beneficiary owner) van Lienz, de heer A, verder: A, met ALM allerlei financiële verplichtingen was aangegaan. De huurtermijnen zijn verrekend met door A nog te verstrekken leningen. Daarvoor hoefde, aldus ALM, geen afspraak te worden gemaakt [2] . Ziet het gerecht het goed dan voert ALM subsidiair nog aan dat het in strijd met de redelijkheid en billijkheid zou zijn als Lienz, gegeven de omstandigheid dat sprake was van ‘non-betaling’ zijdens A, een vorderingsrecht toekomt ter zake van de huur van het vliegtuig.
4.6
Noch het ene noch het andere verweer slaagt. Zonder nadere toelichting valt niet in te zien waarom, zonder daartoe strekkende afspraak, de aan Lienz verschuldigde huur moet worden verrekend met een uit een overeenkomst van geldlening zijdens A nog te betalen geldsom. Niet voldoende gemotiveerd gesteld is verder, waarom in dit geschil tussen twee ondernemingen, sprake is van misbruik van de onderscheiden rechtspersoonlijkheid van Lienz enerzijds en haar ubo anderzijds. Dat de redelijkheid en de billijkheid dan zouden meebrengen, dat aan Lienz geen vorderingsrecht toekomt is onjuist. De gevorderde verklaringen voor recht met betrekking tot de duur van de overeenkomst zijn dus toewijsbaar.
4.7
Tussen partijen staat vast dat Lienz op 15 mei 2013 de sleutels en de benodigde documentatie met betrekking tot het vliegtuig heeft teruggekregen. Op dat moment was de huurovereenkomst beëindigd. Dat gebeurde op grond van de door Lienz ingeroepen buitengerechtelijke ontbinding [3] . De niet betaalde huurtermijnen van 1 november 2011 tot en met 1 mei 2013, ad US$ 164.500, zoals gevorderd, zijn daarom toewijsbaar.
4.8
Lienz vordert ook nog schadevergoeding omdat het vliegtuig ten tijde van de oplevering op 15 mei 2013 niet luchtwaardig was. Verder vordert zij betaling van US$ 261.000,. [4] Klaarblijkelijk is dit bedrag gebaseerd op een optelling van de na 1 mei 2013 resterende huurtermijnen als de huurovereenkomst de volle door Lienz gestelde, maar door ALM weersproken, tijd van 4 jaar zou hebben geduurd. Door Lienz wordt evenwel niet voldoende toegelicht waarom de schade ten gevolge van haar positief contractsbelang op 1 mei 2013 precies evenveel was als de volgens haar resterende huurtermijnen. Anders gezegd: waarom het voor de hoogte van het toewijsbare bedrag niet uitmaakt dat Lienz aan ALM vanaf 15 mei 2013 bij gebreke van op die datum ontbonden huurovereenkomst, het huurgenot van het vliegtuig niet meer hoefde te verschaffen. Dit deel van de vordering dient daarom als onvoldoende gemotiveerd te worden afgewezen.
4.9
Ook de vordering tot schadevergoeding wegens, kort gezegd, gebrekkige oplevering van het gehuurde vliegtuig bij het einde van de huurovereenkomst zal worden afgewezen. Gesteld noch gebleken is immers dat ALM ter zake in gebreke is gesteld. Het verzoek per e-mail van 15 maart 2013 is daarvoor onvoldoende. [5] Niet gemotiveerd gesteld is dat, kort gezegd, Lienz uit gedragingen of verklaringen van ALM mocht afleiden dat ingebrekestelling geen zin had.
4.1
Nu partijen over en weer deels in het ongelijk worden gesteld zullen de proceskosten worden gecompenseerd.

5.DE UITSPRAAK

De rechter in dit gerecht, recht doende:
verklaart voor recht dat de overeenkomst rechtsgeldig is ontbonden op 15 mei 2013;
veroordeelt ALM tot betaling aan Lienz van US$ 164.500, of het daarmee overeenstemmende bedrag in Arubaanse florin, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf datum 15 mei 2013;
compenseert de proceskosten aldus dat iedere partij de eigen kosten draagt;
verklaart de veroordelingen in dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
wijst het meer of anders gevorderde af;
Dit vonnis is gewezen door mr. W.J. Noordhuizen, rechter, en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting van woensdag 3 juni 2015 in aanwezigheid van de griffier.

Voetnoten

1.Prod. 39 zijdens Lienz.
2.cva onder 9
3.cva onder 11
4.zie productie 17 zijdens Lienz: 4x12xUS$ 9.000, -/- US$ 164.500, -/- korting ad US$ 6.500,
5.Prod. 15 zijdens Lienz.