ECLI:NL:OGEAA:2015:70

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
21 april 2015
Publicatiedatum
8 juni 2015
Zaaknummer
E.J. nr. 2996 van 2014
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • N.K. Engelbrecht
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Nietigverklaring van huwelijk en rechtsbelang bij nalatenschap

In deze zaak heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba op 21 april 2015 uitspraak gedaan in een verzoek tot nietigverklaring van een huwelijk tussen B en wijlen C. Verzoeker, A, heeft het verzoek ingediend op basis van een testament waarin hij als enige erfgenaam is benoemd. De procedure begon met een verzoekschrift op 1 december 2014, gevolgd door een verweerschrift van B op 30 januari 2015. Tijdens de mondelinge behandeling op 10 februari 2015 waren beide partijen aanwezig, bijgestaan door hun gemachtigden.

De feiten van de zaak zijn als volgt: B en wijlen C zijn op een onbekende datum in 2014 in Aruba gehuwd. Wijlen C heeft op 18 november 2014 een testament opgemaakt waarin hij verzoeker als enige erfgenaam benoemt. Wijlen C is op een onbekende datum in 2014 overleden. Verzoeker stelt dat het huwelijk onder dwang en/of dwaling tot stand is gekomen, en verzoekt om nietigverklaring van het huwelijk. B verzet zich tegen dit verzoek en vraagt om toestemming voor kosteloos procederen, en verzoekt om niet-ontvankelijkheid van verzoeker.

Het Gerecht overweegt dat een huwelijk niet van rechtswege nietig kan zijn, maar alleen door een rechter kan worden vernietigd. De rechter stelt vast dat verzoeker een rechtsbelang heeft bij de vernietiging van het huwelijk, aangezien hij de enige erfgenaam is van de nalatenschap van wijlen C. Echter, verzoeker kan geen beroep doen op dwang of dwaling, omdat alleen een echtgenoot dit kan doen. Het Gerecht verklaart verzoeker niet-ontvankelijk in zijn verzoek en wijst het verzoek van B om het testament nietig te verklaren af, omdat dit verzoek onvoldoende samenhang vertoont met het oorspronkelijke verzoek.

De beslissing van het Gerecht is dat verzoeker niet-ontvankelijk wordt verklaard, B toestemming krijgt om kosteloos te procederen, en het meer of anders verzochte wordt afgewezen. Deze beschikking is gegeven door mw. mr. N.K. Engelbrecht, rechter in dit gerecht, in tegenwoordigheid van de griffier.

Uitspraak

Beschikking van 21 april 2015
Behorend bij E.J. nr. 2996 van 2014
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
BESCHIKKING
op het verzoek van:
A,
wonende in Aruba,
VERZOEKER,
de gemachtigde: de advocaat mr. I.A. Nicolaas,
Belanghebbenden:
B, de gemachtigde: mr. M.M.M.C. Ecury,
De ambtenaar van de burgerlijke stand.

1.DE PROCEDURE

Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift, ingediend op 1 december 2014;
- het verweerschrift, ingediend per fax op 30 januari 2015;
- de producties zijdens verzoeker, ingediend op 6 februari 2015;
- de griffiersaantekeningen van de mondelinge behandeling van 10 februari 2015, waaruit blijkt dat zijn verschenen de verzoeker en B bijgestaan door hun gemachtigden voornoemd en mr. J. Koolman namens de ambtenaar van de Burgerlijke Stand.
De uitspraak is bepaald op heden.

2.DE FEITEN

2.1
B (hierna: B) en wijlen C(hierna: wijlen C) zijn op ….. 2014 in Aruba met elkaar gehuwd.
2.2
Bij testament van 18 november 2014 heeft wijlen C verzoeker als zijn enige erfgenaam van zijn gehele nalatenschap benoemd.
2.3
Wijlen C is op …. 2014 in Aruba overleden.
3.DE VERZOEKEN
3.1
Het verzoek van verzoeker strekt tot nietigverklaring van het op 2 juni 2014 tussen B en wijlen C aangegane huwelijk.
3.2
Bij verweerschrift van 30 januari 2015 heeft B verzocht om haar toestemming te verlenen om kosteloos te mogen procederen, om verzoeker niet-ontvankelijk te verklaren dan wel het verzoek van verzoeker af te wijzen en voor recht te verklaren dat het testament d.d. 18 november 2014 nietig is, kosten rechtens.

4.DE BEOORDELING

4.1
Een huwelijk kan niet van rechtswege nietig zijn, maar kan alleen door een rechter vernietigd worden krachtens een uitdrukkelijke wettelijke bepaling.
In de wet is bepaald wie bevoegd zijn tot een aanvraag voor vernietiging.
4.2
Nietigverklaring van een huwelijk kan ingevolge artikel 1:69 lid 1 sub c verzocht worden op grond van het feit dat de echtgenoten niet de vereisten in zich verenigden om te zamen een huwelijk aan te gaan. Daarnaast zijn er een aantal bijzondere gevallen voor de vernietiging van een huwelijk. Artikel 1:70 BW bepaalt dat een huwelijk kan worden vernietigd als de ambtenaar van de burgerlijke stand onbevoegd was om een huwelijk te sluiten of indien het huwelijk niet in tegenwoordigheid van het vereiste aantal getuigen is voltrokken. Ingevolge artikel 1:71 BW kan een huwelijk ook op grond van bepaalde wilsgebreken worden vernietigd, te weten als sprake is van een (onrechtmatige) bedreiging of dwaling. Het gerecht overweegt dat er sprake is van een (onrechtmatige) bedreiging indien de bedreigde zich echter niet gemakkelijk aan de bedreiging kan onttrekken en van dwaling is er enkel sprake als de één echtgenoot jegens de andere echtgenoot heeft gedwaald omtrent diens identiteit of wanneer men de betekenis van de huwelijksvoltrekking niet begreep.
Op grond van artikel 1:71a kan het openbaar ministerie een huwelijk laten vernietigen als sprake is van een schijnhuwelijk.
4.3
Ingevolge artikel 1: 69 lid 1 sub c kunnen personen die bij de vernietiging van het huwelijk een onmiddellijk rechtsbelang hebben, echter deze na de ontbinding van het huwelijk verzoeken.
Bij testament van 18 november 2014 heeft wijlen C verzoeker als zijn enige erfgenaam van zijn gehele nalatenschap benoemd. Verzoeker heeft derhalve een rechtsbelang bij de verzochte vernietiging van het huwelijk, te weten de nalatenschap van wijlen C. Voorts is tevens aan de vereiste van ontbinding, zoals bepaald in artikel 1:69 lid 1 sub c voldaan, nu het huwelijk door de dood van wijlen C is ontbonden.
4.4
Verzoeker stelt dat de totstandkoming van het huwelijk op grond van dwang en/of dwaling heeft plaatsgevonden. B c.s. zou op de wijlen C hebben ingepraat dat hij verzorgingsbehoeftige is en daardoor het beter voor hem is om in huwelijk te treden met B, zodat zij voor hem kan zorgen. Verzoeker voert voorts aan dat het vermoeden bestaat dat het huwelijk uitsluitend is aangegaan ter verwerven van de nalatenschap. Verzoeker concludeert dus – zo begrijpt het gerecht – dat B wijlen C heeft gedwaald zodanig dat wijlen C de betekenis van de huwelijksvoltrekking niet heeft begrepen. B heeft bij verweerschrift van 30 januari 2015 en ter zitting verweer gevoerd en onder meer aangevoerd dat er nimmer sprake was van bedreiging en/of dwaling van wijlen C. Voorts voert B aan dat verzoeker niet bevoegd is om op grond van bedreiging en/of dwaling, zoals bepaald in artikel 1:71 BW, in te dienen, nu ingevolge dit artikel uitsluitend een echtgenoot bij bedreiging of dwaling de nietigverklaring van het huwelijk kan verzoeken.
4.5
Tussen partijen is niet in geschil dat wijlen C tot aan zijn dood niet aan enige vorm van dementie leed en dat zijn denkvermogen in goede staat was. Wjilen C heeft drie dagen voor zijn dood een testament laten opmaken. Het gerecht acht dan ook dat hieruit en uit hetgeen ter zitting is besproken geconcludeerd kan worden dat wijlen C niet aan enige vorm van geestelijke stoornis leed en dus wel degelijk is staat was om bij het aangaan van het huwelijk zijn wil te bepalen of de betekenis van het huwelijk te begrijpen, zoals vereist in artikel 1:32 BW. Dit is ter zitting ook door de ambtenaar van de Burgerlijke Stand bevestigd.
4.6
In titel 5, afdeling 1 van het BW worden de vereisten bepaald tot het aangaan van een huwelijk. Indien er aan deze vereisten niet zijn voldaan, kan conform artikel 1:69 BW, de nietigverklaring van het huwelijk worden verzocht. Verzoeker is alleen bevoegd om op grond van artikel 1:69 BW de nietigverklaring van het huwelijk te verzoeken. Echter, verzoeker voert bedreiging en/of dwaling aan als grond voor de nietigverklaring van het huwelijk. Nu verzoeker zijn verzoek op grond van artikel 1:71 BW baseert, is het gerecht het met B van oordeel dat verzoeker niet-ontvankelijk dient te worden verklaard in zijn verzoek. Ingevolgde artikel 1:71 BW is uitsluitend een echtgenoot bevoegd om een verzoek tot vernietiging van het huwelijk in te dienen. Het gerecht zal derhalve verzoeker niet-ontvankelijk verklaren in zijn verzoeker.
4.7
Met betrekking tot het zelfstandig verzoek van B, overweegt het gerecht als volgt.
Conform de Burgerlijke Rechtsvordering mag een verweerschrift een zelfstandig verzoek bevatten, mits dit betrekking heeft op het onderwerp van het oorspronkelijke verzoek. In casu heeft B bij haar verweer verzocht om voor recht te verklaren dat het testament van wijlen C d.d. 18 november 2014 nietig is. Dit zelfstandig verzoek is een civielrechtelijk verzoek, welk naar het oordeel van het gerecht onvoldoende samenhang heeft met het onderhavig verzoek. Het gerecht zal derhalve dit verzoek afslaan.
4.8
Het bovenstaande leidt dan ook tot de volgende beslissing.

5.DE BESLISSING

Het gerecht:
verklaart verzoeker niet-ontvankelijk in zijn verzoek;
verleent toestemming aan B om kosteloos te mogen procederen;
wijst het meer of anders verzochte af.
Deze beschikking is gegeven op 21 april 2015 door mw. mr. N.K. Engelbrecht, rechter in dit gerecht, in tegenwoordigheid van de griffier.