ECLI:NL:OGEAA:2015:75

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
2 juni 2015
Publicatiedatum
8 juni 2015
Zaaknummer
EJ nr. 211 van 2015
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Partneralimentatie na echtscheiding en beoordeling van behoeftigheid en draagkracht

In deze zaak, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, heeft de vrouw, aangeduid als verzoekster, een verzoek ingediend tot partneralimentatie van Afl. 350 per maand na de echtscheiding van haar man, aangeduid als verweerder. De echtscheiding werd uitgesproken op 22 september 2014 en ingeschreven op 22 oktober 2014. De procedure begon met een verzoekschrift op 5 februari 2015, gevolgd door producties van beide partijen en een mondelinge behandeling op 21 april 2015.

De vrouw heeft een inkomen van ongeveer Afl. 1.940 netto per maand, na eerder een hoger inkomen van Afl. 2.250 netto per maand te hebben gehad. De man heeft een inkomen van ongeveer Afl. 3.500 netto per maand. Het gerecht heeft vastgesteld dat de vrouw in staat is om in haar eigen levensonderhoud te voorzien, ondanks haar keuze voor een lager inkomen. De beoordeling van de behoeftigheid van de vrouw en de draagkracht van de man leidde tot de conclusie dat de man niet in staat is om partneralimentatie te betalen.

Uiteindelijk heeft het gerecht het verzoek van de vrouw om partneralimentatie afgewezen, op basis van de bevindingen over de financiële situatie van beide partijen. De beslissing werd genomen op 2 juni 2015 door rechter E.M.D. Angela, in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

Beschikking van 2 juni 2015
behorend bij EJ nr. 211 van 2015
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
BESCHIKKING
in de zaak tussen:
A,
wonende in Aruba,
VERZOEKSTER, hierna te noemen: de vrouw,
gemachtigde: de advocaat mr. J.J.S. Poeran,
en
B,
wonende in Aruba,
VERWEERDER, hierna te noemen: de man,
gemachtigde: de advocaat mr. C.S. Edwards.

1.DE PROCEDURE

De procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift, ingediend op 5 februari 2015;
- de producties zijdens de man, ingediend op 14 april 2015;
- de producties zijdens de vrouw, ingediend op 15 april 2015;
- de griffiersaantekeningen van de mondelinge behandeling van 21 april 2015, waaruit blijkt dat zijn verschenen partijen in persoon en bijgestaan door hun gemachtigden voornoemd.
De uitspraak is bepaald op heden.

2.DE FEITEN

Bij beschikking van dit gerecht van 22 september 2014 (EJ 1391/2014) is de echtscheiding tussen partijen uitgesproken. De echtscheiding is op 22 oktober 2014 ingeschreven in de daartoe bestemde registers.

3.HET VERZOEK

3.1
Het verzoek van de vrouw strekt tot veroordeling van de man om Afl. 350,= per maand aan haar te betalen als bijdrage in de kosten van haar levensonderhoud.
3.2
De man voert draagkrachtverweer.

4.DE BEOORDELING

4.1
De vraag of en in hoeverre een echtgenoot na ontbinding van het huwelijk recht heeft op een door de andere echtgenoot te betalen onderhoudsbijdrage hangt af van de (mate van) behoeftigheid van de verzoekende echtgenoot en de draagkracht van de andere echtgenoot, maar tevens van de feitelijke situatie waarin de echtgenoten door het huwelijk en de ontbinding ervan zijn komen te verkeren. In dat verband kunnen alle omstandigheden van het geval, ook niet financiële, een rol spelen.
4.2
Het inkomen van de vrouw bedroeg ca. Afl. 2.250,= netto per maand. De vrouw heeft ontslag genomen en is vervolgens ergens anders gaan werken waar zij thans gemiddeld ca. Afl. 1.940,= netto per maand verdient. Dat de vrouw meer inkomsten heeft is niet aannemelijk geworden. De totale in aanmerking te nemen (noodzakelijke) vaste lasten van de vrouw (waarbij geen rekening is gehouden met de kosten van verzorging en opvoeding van het kind) bedragen totaal afgerond Afl. 2.230,=.
4.3
Het inkomen van de man bedraagt thans gemiddeld ca. Afl. 3.500,= netto per maand. Dat de man meer inkomsten heeft of kan verwerven is niet aannemelijk geworden. De totale in aanmerking te nemen (noodzakelijke) vaste lasten van de man bedragen totaal afgerond Afl. 3.050,= (waarbij geen rekening is gehouden met zijn “persoonlijke kosten” zoals bijvoorbeeld voeding, kleren, benzine etc.).
4.4
De vrouw heeft verdiencapaciteit en is in staat gebleken inkomsten uit arbeid te genereren van in ieder geval Afl. 2.250,= netto per maand. Met dit inkomen was zij in staat om in haar eigen levensonderhoud te voorzien. Zij heeft zelf gekozen voor een baan met een veel lager inkomen. Dat is een keuze die niet voor rekening van de man kan worden gebracht. De vrouw moet nog steeds in staat worden geacht inkomsten als voorheen door haar genoten te genereren zodanig dat zij geheel in haar eigen behoeften kan voorzien. Het verzoek van de vrouw om partneralimentatie zal reeds op grond van het vorenstaande worden afgewezen. Het gerecht is overigens, gezien de gebleken noodzakelijke kosten en het netto inkomen van de man, van oordeel dat de man voldoende aannemelijk heeft gemaakt niet draagkrachtig te zijn om enig bedrag aan partneralimentatie te voldoen.

5.DE BESLISSING

Het gerecht:
wijst het verzoek af.
Deze beschikking is gegeven door mr. E.M.D. Angela, rechter in dit gerecht, ter zitting van maandag 2 juni 2015 in tegenwoordigheid van de griffier.