ECLI:NL:OGEAA:2015:77
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- J.J. Verhoeven
- J. Pronk
- Rechtspraak.nl
Bekrachtiging voorlopige toevertrouwing van minderjarigen aan de Voogdijraad
In deze zaak, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, is op 2 juni 2015 een beschikking gegeven met betrekking tot de voorlopige toevertrouwing van drie minderjarigen, A, B en C, aan de Voogdijraad. De minderjarigen zijn geboren in respectievelijk 2008, 2010 en 2014 en zijn niet erkend door hun moeder. Op 11 maart 2015 heeft het Openbaar Ministerie de minderjarigen onttrokken aan het gezag van de moeder en voorlopig aan de Voogdijraad toevertrouwd. Dit verzoek tot bekrachtiging van de voorlopige toevertrouwing werd ingediend door de Voogdijraad op 18 mei 2015.
De procedure begon met een verzoekschrift dat op 25 maart 2015 werd ingediend. Tijdens de mondelinge behandeling op 19 mei 2015 waren de verzoeker, de moeder en vertegenwoordigers van de Voogdijraad aanwezig. De rechter heeft vastgesteld dat de bekrachtiging van de voorlopige toevertrouwing tijdig is gevorderd, waardoor de voorlopige toevertrouwing van 11 maart 2015 nog steeds van kracht is. De rechter oordeelde dat de wettelijke gronden voor de voorlopige toevertrouwing aannemelijk zijn en dat het in het belang van de minderjarigen is dat de moeder voorlopig in de uitoefening van het gezag over hen wordt geschorst.
De beschikking houdt in dat de voorlopige toevertrouwing aan de Voogdijraad wordt bekrachtigd en dat de minderjarigen tot aan de datum van de beschikking in de zaak van de ondertoezichtstelling aan de Voogdijraad worden toevertrouwd. Tevens wordt de moeder geschorst in haar gezag over de minderjarigen, en de beschikking is uitvoerbaar bij voorraad. Deze beslissing is genomen door rechter J.J. Verhoeven in aanwezigheid van de griffier.