In deze zaak heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba op 16 juni 2015 uitspraak gedaan in een verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst tussen de stichting FUNDACION CAS PA COMUNIDAD ARUBANO (FCCA) en werknemer A. FCCA verzocht om ontbinding van de arbeidsovereenkomst op grond van gewijzigde omstandigheden, omdat A op 18 juli 2014 de pensioengerechtigde leeftijd van 60 jaar had bereikt en het dienstverband van rechtswege had kunnen eindigen. FCCA stelde dat de werknemer, die na het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd bleef werken, duur was en gezondheidsproblemen had, wat de voortzetting van de arbeidsrelatie bemoeilijkte. A verweerde zich tegen de ontbinding en betwistte dat er sprake was van gewijzigde omstandigheden. Hij voerde aan dat het pensioenbeding in zijn arbeidsovereenkomst uit 1981 niet geldig was, omdat de wetgever in 2013 had bepaald dat pensioenbedingen alleen mogelijk zijn in arbeidsovereenkomsten die na 2013 zijn aangegaan.
Het gerecht oordeelde dat de arbeidsovereenkomst van A was aangegaan voordat artikel 7A:1613x BWA in werking trad en dat het pensioenbeding niet in strijd was met de wet. Het gerecht concludeerde dat FCCA niet had aangetoond dat er gewijzigde omstandigheden waren die de ontbinding van de arbeidsovereenkomst rechtvaardigden. Het verzoek van FCCA werd afgewezen en zij werd veroordeeld in de kosten van de procedure, die op dat moment waren begroot op AWG 1.800,00 voor het salaris van de gemachtigde. De uitspraak benadrukt de noodzaak voor werkgevers om concrete feiten aan te voeren bij verzoeken tot ontbinding van arbeidsovereenkomsten, vooral in situaties waarin pensioenbedingen van toepassing zijn.