In de zaak tussen de vader en de moeder, beiden wonende in Aruba, heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba op 5 januari 2016 uitspraak gedaan in een alimentatiezaak. De vader, vertegenwoordigd door advocaat mr. M.O. Lopez, had verzocht om wijziging van de alimentatiebeschikking van 15 november 2010, waarin hij was veroordeeld tot betaling van Afl. 400,- per kind per maand voor de kosten van verzorging en opvoeding van hun twee minderjarigen. De vader stelde dat hij sinds de sluiting van zijn bedrijf in 2012 geen werk meer had en dat hij door een verkeersongeval in januari 2011 functioneel invalide was, waardoor hij niet in staat was om werk te vinden.
De procedure begon met een verzoekschrift dat op 11 mei 2015 was ingediend. Tijdens de mondelinge behandeling op 1 september 2015 zijn beide partijen verschenen, bijgestaan door hun gemachtigden. De vader heeft medische rapporten overgelegd ter onderbouwing van zijn stellingen over zijn arbeidsongeschiktheid. Het gerecht heeft echter geoordeeld dat de overgelegde rapporten niet voldoende bewijs leveren voor volledige en blijvende arbeidsongeschiktheid van de vader. Bovendien heeft de vader niet aangetoond dat hij, ondanks sollicitaties, geen passend werk heeft kunnen vinden.
Op basis van deze overwegingen heeft het gerecht geoordeeld dat de vader niet aannemelijk heeft gemaakt dat er sprake is van een wijziging van omstandigheden die een herbeoordeling van de kinderalimentatie rechtvaardigt. Het verzoek van de vader tot wijziging van de alimentatiebeschikking is dan ook afgewezen. Wel is aan de vader toestemming verleend om kosteloos te procederen, gezien het bewijs van zijn financiële onvermogen.