Uitspraak
1.DE PROCEDURE
2.DE VASTSTAANDE FEITEN
- Erfgenaam 1 (Eiseres);
- Erfgenaam 2;
- Erfgenaam 3(Gedaagde);
- Erfgenaam 4;
- Erfgenaam 5.
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
In deze zaak, die voor het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba werd behandeld, betreft het een vordering van de Eiseres, die deelgenoot is in de nalatenschap van Maria Christina Eiseres, hierna erflaatster. Eiseres is bij testament benoemd tot executeur van de nalatenschap en heeft de overige erfgenamen, met uitzondering van Gedaagde, gemachtigd om de verdeling van de nalatenschap te regelen. Gedaagde, die ook erfgenaam is, procedeert in persoon en heeft verweer gevoerd tegen de vordering van Eiseres.
De procedure omvatte een tussenvonnis van 29 april 2015, aantekeningen van de comparitie van partijen op 29 mei 2015, en de conclusies van repliek en dupliek. Eiseres vordert toestemming om de nalatenschap te verdelen volgens een voorstel dat in het verzoekschrift is aangegeven. Dit voorstel houdt in dat de kosten van de nalatenschap, de kosten van de verdeling en de kosten van het geding ten laste komen van de nalatenschap. Eiseres vraagt ook dat het vonnis in de plaats komt van de wilsverklaring van Gedaagde tot verkoop van de rechten op onroerende goederen.
Gedaagde heeft verweer gevoerd, waarbij hij persoonlijke ervaringen rondom het overlijden en de begrafenis van erflaatster aanhaalt. De rechter oordeelt echter dat in dit geding alleen de vermogensrechtelijke gevolgen van het overlijden aan de orde zijn en dat er geen ruimte is voor persoonlijke ervaringen. De vordering van Eiseres wordt als te vaag beoordeeld, wat kan leiden tot executiegeschillen met Gedaagde. De rechter geeft Eiseres de gelegenheid om concreet aan te geven welke goederen aan welke erfgenaam moeten worden toebedeeld en wat de waarde van die goederen is. Voor goederen die niet aan enige deelgenoot moeten worden toebedeeld, zal het gerecht openbare verkoop gelasten. De zaak wordt verwezen naar de rol van 24 februari 2016 voor verdere behandeling.