ECLI:NL:OGEAA:2016:110
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Beschikking
- W.J. Noordhuizen
- Rechtspraak.nl
Aansprakelijkheid werkgevers bij arbeidsongeval en de vereisten voor werkgeversaansprakelijkheid
In deze zaak, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, heeft verzoeker, een uitgezonden werknemer, een verzoek ingediend tot schadevergoeding na een arbeidsongeval dat plaatsvond op 29 augustus 2013. Verzoeker was werkzaam voor verweerder 1 en was uitgeleend aan de naamloze vennootschap Albo. Tijdens zijn werkzaamheden raakte verzoeker gewond toen een moker uit zijn handen gleed en hij letsel opliep aan zijn linker wijsvinger. Verzoeker verzocht om een schadevergoeding van Afl. 35.000, vermeerderd met wettelijke rente en vergoeding van proceskosten, stellende dat zowel verweerder 1 als Albo als werkgevers aansprakelijk zijn voor het ongeval.
De procedure omvatte eerdere zittingen en een tussenbeschikking, waarbij partijen niet tot een regeling zijn gekomen. De rechter beoordeelde de feiten en de standpunten van partijen. Verzoeker stelde dat de werkgevers niet voldaan hadden aan hun verplichtingen om veilig gereedschap ter beschikking te stellen en adequate veiligheidsmaatregelen te treffen. De rechter oordeelde echter dat verzoeker niet voldoende had aangetoond dat de werkgevers tekortgeschoten waren in hun zorgplicht. De omstandigheden van het ongeval werden als een ongelukkige samenloop van omstandigheden beschouwd, waarvoor de werkgevers niet aansprakelijk konden worden gesteld.
De rechter wees het verzoek van verzoeker af en veroordeelde hem in de proceskosten, die voor verweerder 1 op nihil werden begroot en voor Albo op Afl. 2.700. Deze beschikking werd uitgesproken op 16 februari 2016 door mr. W.J. Noordhuizen in aanwezigheid van de griffier.