ECLI:NL:OGEAA:2016:114

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
16 februari 2016
Publicatiedatum
22 februari 2016
Zaaknummer
EJ nr. 2190 van 2015
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
  • W.J. Noordhuizen
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Schadeloosstelling wegens onregelmatig ontslag en toestemming tot kosteloos procederen

In deze zaak heeft verzoeker, een werknemer van Sunrise Charters N.V., een verzoek ingediend om schadeloosstelling wegens onregelmatig ontslag. Verzoeker stelt dat hij op 16 december 2014 op staande voet is ontslagen zonder dat er sprake was van een dringende reden. Hij was sinds 1 november 2014 in dienst bij Sunrise, met een brutoloon van Afl. 2.200,-- per maand. Verzoeker heeft berust in het ontslag en vraagt nu om een vergoeding van Afl. 2.200,--, vermeerderd met wettelijke verhogingen en rente.

De procedure begon met een verzoekschrift dat op 25 september 2015 werd ingediend. Sunrise werd opgeroepen om op 5 januari 2016 te verschijnen, maar verscheen niet. Ondanks een verzoek van Sunrise om alsnog verweer te voeren, werd dit verzoek afgewezen omdat de zaak al in staat van wijzen was. De rechter heeft de vordering van verzoeker beoordeeld aan de hand van de relevante artikelen van het Burgerlijk Wetboek, die bepalen dat ontslag zonder dringende reden schadeplichtig is.

De rechter heeft geoordeeld dat Sunrise geen verweer heeft gevoerd tegen de vordering van verzoeker en dat de vordering voldoende onderbouwd is. Daarom is de vordering tot betaling van de schadeloosstelling toegewezen, evenals de wettelijke verhoging en rente. Sunrise is ook veroordeeld in de kosten van de procedure. Verzoeker is toestemming verleend om kosteloos te procederen, gezien het overgelegde bewijs van onvermogen. De beschikking is uitgesproken op 16 februari 2016 door rechter W.J. Noordhuizen.

Uitspraak

Beschikking d.d. 16 februari 2016
Behorend bij EJ nr. 2190 van 2015
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
BESCHIKKING
in de zaak van:
[verzoeker],
wonende te Aruba,
VERZOEKER, hierna: [verzoeker],
gemachtigde: de advocaat mr. C.S. Edwards,
tegen:
de naamloze vennootschap
SUNRISE CHARTERS N.V.,
gevestigd te Mazurka 10 in Aruba,
VERWEERSTER, hierna: Sunrise,
niet verschenen.

1.HET VERLOOP VAN DE PROCEDURE

1.1
Dit verloop blijkt uit:
- het verzoekschrift met producties, ingediend op 25 september 2015;
- het exploot van betekening d.d. 25 november 2015, waarbij Sunrise is opgeroepen om op 5 januari 2016 een verweerschrift in te dienen en te verschijnen voor de behandeling. Sunrise is, ondanks behoorlijke oproeping, niet verschenen. Nadat de behandeling van de zaak was gesloten, werd er zijdens Sunrise een verzoek ontvangen om alsnog verweer te mogen voeren. De zaak bevond zich toen al in staat van wijzen. Het verzoek is afgewezen.
1.2
De beschikking is bepaald op vandaag.

2.HET VERZOEK

[Verzoeker] verzoekt het gerecht toestemming om kosteloos te mogen procederen en om
bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren beschikking:
- Sunrise te veroordelen aan [verzoeker] tegen behoorlijk bewijs van kwijting te betalen
Afl. 2.200,-- ten titel van schadeloosstelling wegens onregelmatig ontslag, vermeerderd met de wettelijke verhoging ex artikel 7A:1614q BWA en de wettelijke rente vanaf de dag van opeisbaarheid;
- Sunrise te veroordelen in de kosten van deze procedure.

3.DE BEOORDELING

3.1 [
Verzoeker] legt aan zijn vordering de stelling ten grondslag dat Sunrise hem op staande voet heeft ontslagen op 16 december 2014, terwijl geen sprake was van een daartoe vereiste dringende reden. [verzoeker] heeft onweersproken gesteld dat hij op 1 november 2014 in dienst is getreden bij Sunrise, tegen een brutoloon van Afl. 2.200,-- per maand. [verzoeker] berust thans in het aan hem gegeven ontslag.
3.2
Ingevolge artikel 7A:1615o BWA is ieder der partijen bevoegd de arbeidsovereenkomst onverwijld op te zeggen om een dringende reden, onder gelijktijdige mededeling van die reden aan de wederpartij. De partij die opzegt zonder een dringende reden of zonder gelijktijdige mededeling van de dringende reden is schadeplichtig. Ingeval een der partijen schadeplichtig is, kan de wederpartij zich beroepen op de in artikel 7A:1615r BWA genoemde wettelijke schadeloosstelling.
3.3
Op grond van artikel 7A:1615r BWA is de gefixeerde schadevergoeding gelijk aan het loon over de opzegtermijn. De periode dat [verzoeker] bij Sunrise in dienst is geweest heeft korter geduurd dan vijf jaar, zodat de opzegtermijn één maand bedraagt. Dat brengt met zich dat de gefixeerde schadevergoeding gelijk is aan één maandloon. Nu Sunrise geen gebruik heeft gemaakt van de aan haar aangeboden mogelijkheid om verweer te voeren, en van de zijde van Sunrise geen verweer is gevoerd tegen de vordering tot betaling aan [verzoeker] van een schadeloosstelling terzake de niet inachtgenomen opzeggingstermijn, en deze voldoende is onderbouwd, zal het gerecht de vordering toewijzen. Datzelfde geldt voor de vordering tot betaling van de wettelijke verhoging ex artikel 7A:1614q BWA en de wettelijke rente ex artikel 6:119 BW. De wettelijke verhoging zal overeenkomstig vaste rechtspraak van het Hof worden gematigd tot 15%.
3.4
Sunrise zal als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de kosten van de procedure, tot op heden begroot op Afl. 50,- griffierecht, op Afl. 185,25 aan explootkosten en op Afl. 250,- aan salaris van gemachtigde.
3.5
Gezien het overgelegde bewijs van onvermogen zal aan [verzoeker] toestemming worden verleend om kosteloos te mogen procederen.

4.DE BESLISSING

De rechter:
4.1
verleent [verzoeker] toestemming om kosteloos te mogen procederen;
4.2
veroordeelt Sunrise om aan [verzoeker] te betalen Afl. 2.200,--, te vermeerderen met 15% wettelijke verhoging ex artikel 7A:1614q BWA, en de wettelijke rente ex artikel 6:119 BWA te rekenen vanaf 16 juni 2015 tot de dag der voldoening;
4.3
veroordeelt Sunrise in de kosten van de procedure, die tot de datum van uitspraak aan de kant van [verzoeker] worden begroot op Afl. 50, aan griffierecht, Afl. 185,25 aan explootkosten, Afl. 250, aan salaris van de gemachtigde;
4.4
verklaart deze beschikking voor de onderdelen 4.2 en 4.3 uitvoerbaar bij voorraad.;
4.5
wijst af het meer of anders verzocht.
Deze beschikking is gegeven door mr. W.J. Noordhuizen, rechter in dit gerecht en werd in het openbaar uitgesproken op dinsdag 16 februari 2016, in tegenwoordigheid van de griffier.