ECLI:NL:OGEAA:2016:120

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
16 februari 2016
Publicatiedatum
22 februari 2016
Zaaknummer
E.J. 273 van 2015
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
  • W.J. Noordhuizen
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Aansprakelijkheid van werkgever voor arbeidsongeval en loonvordering

In deze zaak, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, heeft verzoeker, een werknemer van de naamloze vennootschap Palacio Supercenter N.V., een verzoek ingediend tot betaling van loon en schadevergoeding na een arbeidsongeval. Het ongeval vond plaats op 9 januari 2015, toen verzoeker letsel opliep door een ijzeren hek dat uit de rails liep. Verzoeker vorderde een bedrag van Afl. 636,70, vermeerderd met wettelijke verhoging en rente, en een verklaring voor recht dat Palacio aansprakelijk is voor de schade die voortvloeit uit het ongeval.

Palacio voerde verweer en stelde dat verzoeker in april 2013 ontslag had genomen en later weer in dienst was getreden met een verminderd aantal uren. Het gerecht oordeelde dat verzoeker recht had op loon op basis van een 40-urige werkweek tot 20 februari 2015, en dat Palacio niet had voldaan aan haar zorgplicht, wat leidde tot de aansprakelijkheid voor het arbeidsongeval. De rechter oordeelde dat verzoeker recht had op het minimumloon en dat Palacio de proceskosten moest vergoeden.

De uitspraak bevatte een veroordeling van Palacio tot betaling van het gevorderde bedrag, de wettelijke verhoging en rente, en de afgifte van loonstroken. De rechter verklaarde de veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad en wees het meer of anders verzochte af. Deze beschikking werd gegeven op 16 februari 2016 door mr. W.J. Noordhuizen.

Uitspraak

Beschikking van 16 februari 2016
Behorend bij E.J. 273 van 2015
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
BESCHIKKING
in de zaak van:
[verzoeker],
te Aruba,
hierna ook te noemen: [verzoeker],
gemachtigde: de advocaat mr. P.A.J. van der Biezen,
tegen:
de naamloze vennootschap
PALACIO SUPERCENTER N.V.,
te Aruba,
hierna ook te noemen: Palacio,
gemachtigde: de advocaat mr. M.E.D. Brown.

1.DE PROCEDURE

Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift;
- het verweerschrift
- de behandeling ter zitting van 1 december 2015 en de daarvan gemaakte aantekeningen;
- de faxbrief met bijlage van mr. Van der Biezen van 10 december 2015;
- de mededeling van partijen ter (pro forma) zitting van 19 januari 2016 dat niet tot een regeling in der minne is gekomen.
Aan partijen is meegedeeld dat vandaag beschikking zou worden gegeven.

2.DE VASTSTAANDE FEITEN

2.1 [
[verzoeker] is in dienst bij Palacio.
2.2
Op 9 januari 2015 is [verzoeker] op het bedrijfsterrein van Palacio een ongeval overkomen.
2.3 [
[verzoeker] is onder een ijzeren hek terecht gekomen. Dat liep uit de rails toen [verzoeker] het hek bediende. [verzoeker] heeft daardoor letsel opgelopen.

3.DE STANDPUNTEN VAN PARTIJEN

3.1 [
[verzoeker] verzoekt – uitvoerbaar bij voorraad – veroordeling van Palacio tot betaling van Afl. 636,70, te vermeerderen met de wettelijke verhoging en de wettelijke rente, met doorbetaling van loon met afgifte van loonstroken vanaf januari 2013 en verklaring voor recht, dat Palacio aansprakelijk is voor geleden en te lijden schade ten gevolgen van het ongeval, met veroordeling van Palacio tot vergoeding van de proceskosten.
3.2 [
[verzoeker] grondt het verzoek erop dat Palacio gehouden is haar loon op basis van een 40-urige week te betalen, haar loonstroken te geven en aansprakelijk is voor vergoeding van de door het bedrijfsongeval geleden schade.
3.3
Palacio voert hiertegen verweer, met verzoek tot veroordeling van [verzoeker] in de proceskosten.

4.DE BEOORDELING

De loonvordering
4.1 [
[verzoeker] baseert haar loonvordering erop dat sinds 2012 een arbeidsverhouding met Palacio bestaat, en wel voor de volle tijd terwijl zij over januari 2015, de maand waarin haar een arbeidsongeval overkwam, maar Alf. 1.000, aan loon heeft ontvangen. Het is niet juist dat zij in 2013 ontslag heeft genomen en voor minder uren weer in dienst is getreden. Zij is twee keer langer op vakantie geweest in haar geboorteland, de Dominicaanse Republiek en wel van 15 mei tot en met 30 juni 2013 en 19 augustus tot en met 14 september 2014, zoals uit de stempels in haar paspoort blijkt. Dat was geen ontslag.
Sinds het arbeidsongeval is [verzoeker] arbeidsongeschikt.
4.2
Volgens Palacio heeft [verzoeker] in april 2013 ontslag genomen en is zij medio 2014 weer in dienst getreden. Haar dienstverband bedroeg voorheen 40 uur per week maar na terugkomst van [verzoeker] uit de Dominicaanse Republiek zijn partijen een nieuw dienstverband van 20 uur per week overeengekomen. Na betrekkelijk korte tijd nadat [verzoeker] arbeidsongeschikt is geworden ontvalt de loondoorbetalingsverplichting van Palacio, in dit geval is dat 20 februari 2015. Palacio schiet op dit moment het ziekengeld van de Svb, waarop [verzoeker] recht heeft, voor. Een controlekaart van ná 26 mei 2015 ontbreekt overigens. Nabetaling en afgifte van salarisstroken, alles op basis van een 20-urige werkweek, heeft inmiddels plaatsgevonden.
Voor de gevolgen van het ongeval is Palacio niet geheel aansprakelijk. [verzoeker] heeft het hek op eigen initiatief opengedaan – de directeur van Palacio deed dat normaal gesproken zelf – en is daarbij onzorgvuldig geweest, mede omdat zij aan het telefoneren was. Palacio is een kleine werkgever. Naast [verzoeker] werkt alleen de directeur en diens echtgenote die de werkzaamheden van [verzoeker] heeft overgenomen in de zaak. Palacio is niet verzekerd voor de gevolgen van een arbeidsongeval.
4.3
Het gerecht constateert dat [verzoeker] loon op basis van een 40-urige werkweek vordert vanaf januari 2015. Of [verzoeker] april 2013 ontslag heeft genomen en daar lijkt het gezien de niet voldoende gemotiveerd betwiste ondertekening van een ontslagverklaring d.d. 25 april 2013 wel op en pas medio 2014 weer in dienst getreden, dan wel slechts op vakantie is geweest doet er voor de loonvordering niet toe. Voldoende is dat [verzoeker] in januari 2015 in ieder geval in dienst was. Wel van de belang is de vraag naar de omvang van het dienstverband, twintig of veertig uur per week. Uit de door [verzoeker] overgelegde betalingsbewijzen blijkt dat steeds een bedrag van (circa) Afl. 1.440, wordt afgerekend voor 192 uren werk. Bij gebrek aan gemotiveerde betwisting gaat het gerecht ervan uit dat het hier om maandelijkse betalingen gaat. Dat komt steeds neer op 192/(52/12) = gemiddeld circa 44 uur per week. De stellingen van [verzoeker] omtrent de omvang van het dienstverband zijn daarom niet voldoende gemotiveerd bestreden. Daar komt nog bij dat Palacio niet heeft voldaan aan het tijdig verschaffen van salarisstroken, zodat onduidelijkheid over het gemiddeld aantal gewerkte uren, dat voor de uitleg van de inhoud van de arbeidsovereenkomst van belang is nu ook de feitelijke uitvoering van een overeenkomst van belang is bij de vraag wat partijen daarover hebben afgesproken, voor rekening van Palacio moet blijven [1] . Zelfs ‘kwitanties’ van (loon)betalingen vanaf medio 2014, zoals [verzoeker] die deels op andere periodes betrekking hebbend heeft overgelegd, waaruit kan blijken dat [verzoeker] 20 uur per week werkte kan Palacio niet overleggen.
4.4
Palacio is dus verplicht het minimum salaris te betalen op basis van een 40-urige werkweek tot betrekkelijk korte tijd na het intreden van de arbeidsongeschiktheid. Niet gemotiveerd bestreden is dat de betrekkelijk korte tijd in dit geval eindigt op 20 februari 2015. Nadien heeft [verzoeker] enkel recht op een arbeidsongeschiktheidsuitkering van de Svb op basis van haar loon bij een 40-urige werkweek.
Niet gemotiveerd bestreden is dat [verzoeker] nog recht heeft op Alf. 635,70 aan restant loon over de maand januari 2015. Dat geldt ook het loon tot 20 februari 2015. De wettelijke verhoging zal, conform vast beleid van het Gemeenschappelijk Hof, worden beperkt tot 15%. De wettelijke rente is op grond van de wet toewijsbaar. Voor verschuldigdheid daarvan is niet nodig dat Palacio tot betaling wordt aangemaand nu de betalingsverplichting voortvloeit uit de wet. Overigens is Palacio door het ontbreken van een sommatie niet in enig belang geschaad nu zij zelfs in dit geding betoogt niet (geheel) tot betaling gehouden te zijn. Nu [verzoeker] het minimumsalaris verdient zal Palacio worden veroordeeld tot betaling daarvan tot 20 februari 2015.
4.5
Nu Palacio kennelijk slechts loonafschriften verstrekt heeft op basis van een 20-urige werkweek zal Palacio nieuwe loonstroken moeten overleggen. Het gerecht zal Palacio daartoe veroordelen maar ziet geen aanleiding om daar een dwangsom op te zetten.
Het arbeidsongeval
4.6
Ter zitting is gebleken dat het hek uit de geleiderails is gelopen omdat die stuk was. Dat was bekend bij Palacio. Of dat ook bekend was bij [verzoeker] is van ondergeschikt belang. Door het laten voortduren van een gevaarlijke situatie heeft Palacio niet voldaan aan haar uit artikel 7A:1614x BW zorgplicht. Of [verzoeker] aan het bellen was toen zij de poort bediende is voor de aansprakelijkheid niet van belang omdat Palacio als werkgever er rekening mee moet houden dat [verzoeker] niet onder alle omstandigheden zodanige mate van oplettendheid aan de dag legt, dat een ongeval voorkomen wordt. Bovendien is ter zitting gebleken dat [verzoeker] de poort bediende in aanwezigheid van de directeur van Palacio. Of zij dat op zijn instructie deed dan wel hem spontaan wilde helpen is niet van belang. Kennelijk heeft de directeur [verzoeker] er ook in dat laatste geval niet op gewezen, dat zij de poort per se met twee handen diende te bedienen en/of dat niet al telefonerend mocht doen. De laatste omstandigheid brengt het gerecht ook tot het oordeel dat van eigen schuld zijdens [verzoeker] geen sprake is. De omstandigheid dat sprake is van een kleine onderneming die ter zake geen verzekeringsdekking heeft, brengt in dit geding, waar slechts de aansprakelijkheid en (nog) niet de omvang van de schade aan de orde is, niet mee dat reeds nu geoordeeld kan worden dat Palacio niet of verminderd aansprakelijk is voor de gevolgen van het bedrijfsongeval. De vordering is in dat opzicht ook toewijsbaar.
4.7
Als de in het ongelijk te stellen partij zal Palacio de proceskosten van [verzoeker] hebben te voldoen. Nu zich geen oproepingsexploot in het griffiedossier bevindt zullen die kosten pro memorie worden opgenomen.

5.DE UITSPRAAK

De rechter in dit gerecht:
verklaart voor recht dat Palacio aansprakelijk is voor alle door [verzoeker] geleden en te lijden schade ten gevolge van het haar overkomen arbeidsongeval en veroordeelt Palacio tot vergoeding daarvan, nader op te maken bij staat;
veroordeelt Palacio tot betaling aan [verzoeker] van een bedrag van Afl. 636,70, te vermeerderen met 15% en met de wettelijke rente, steeds over het saldo van de dan openstaande hoofdsom vanaf 1 februari 2015 tot de dag waarop volledig zal zijn betaald;
veroordeelt Palacio tot betaling aan [verzoeker] van het minimumloon op basis van een 40-urige werkweek tot 20 februari 2015;
veroordeelt Palacio tot afgifte aan [verzoeker] van alle loonstroken vanaf januari 2013;
veroordeelt Palacio in de kosten van de procedure, die tot de datum van uitspraak aan de kant van [verzoeker] worden begroot op Afl. 50. aan griffierecht, Afl. p.m. aan explootkosten en Afl. 1.800, aan salaris van de gemachtigde;
verklaart de veroordelingen in deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad;
wijst het meer of anders verzochte af.
Deze beschikking is gegeven door mr. W.J. Noordhuizen rechter in dit gerecht, en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting van dinsdag 16 februari 2016 in aanwezigheid van de griffier.

Voetnoten

1.Vergelijk Hoge Raad, 25 maart 2011, NJ 2011, 594