ECLI:NL:OGEAA:2016:122

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
23 februari 2016
Publicatiedatum
1 maart 2016
Zaaknummer
EJ. nr. 168 van 2015
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing adoptieverzoek door stiefvader in Aruba

In deze zaak heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba op 23 februari 2016 uitspraak gedaan in een verzoek tot adoptie door de stiefvader van twee minderjarige dochters. Het verzoekschrift was ingediend op 30 januari 2015, en de procedure omvatte verschillende zittingen, waaronder een mondelinge behandeling op 26 mei 2015 en een minderjarigenverhoor op 1 juni 2015. De vader van de minderjarigen was niet verschenen en had geen verweerschrift ingediend. De moeder en de stiefvader waren wel aanwezig, evenals vertegenwoordigers van de Voogdijraad.

De feiten van de zaak zijn als volgt: de minderjarigen zijn geboren in Colombia en erkend door de vader. De stiefvader is sinds 15 mei 2004 met de moeder getrouwd en de kinderen wonen sinds 2004 bij hen in Aruba. Het verzoek tot adoptie is gedaan op basis van artikel 1:227 BW, dat stelt dat adoptie in het kennelijk belang van de minderjarigen moet zijn en dat aan bepaalde voorwaarden moet zijn voldaan.

De Voogdijraad heeft het verzoek ondersteund, maar het gerecht oordeelde dat niet was aangetoond dat de moeder alleen het gezag over de kinderen had. Dit was een vereiste volgens artikel 1:228 lid 1 sub f BW. Aangezien niet aan deze voorwaarde was voldaan, heeft het gerecht het verzoek tot adoptie afgewezen. De proceskosten werden gecompenseerd, wat betekent dat iedere partij zijn eigen kosten draagt.

Uitspraak

Beschikking van 23 februari 2016
behorend bij EJ. nr. 168 van 2015
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
BESCHIKKING
op het verzoek (ex artikel 1:227 BW) van:
[naam],
wonende in Aruba,
VERZOEKER, hierna te noemen: de stiefvader,
gemachtigde:de advocaat mr. E.E. Rosenstand,
tegen
[naam],
zonder bekende woon- en of verblijfplaats in Aruba of elders,
VERWEERDER, hierna te noemen: de vader.
Belanghebbenden:
[naam minderjarige dochter 1],
[naam minderjarige dochter 2],
de minderjarigen, beiden wonende in Aruba,
[naam], de moeder, wonende in Aruba,
VOOGDIJRAAD.

1.DE PROCEDURE

De procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift, ingediend op 30 januari 2015;
- de griffiersaantekeningen van de mondelinge behandeling op 26 mei 2015, waaruit blijkt dat zijn verschenen de stiefvader in persoon bijgestaan door zijn gemachtigde en de moeder in persoon. De vader heeft geen verweerschrift ingediend en is, ondanks daartoe behoorlijk te zijn opgeroepen, niet verschenen. Namens de Voogdijraad is verschenen mevrouw [naam X];
- het minderjarigenverhoor op 1 juni 2015;
- het rapport van de Voogdijraad, ingediend op 13 oktober 2015;
- de griffiersaantekeningen van de voortzetting van de behandeling op 1 december 2015, waaruit blijkt dat zijn verschenen de stiefvader in persoon en de moeder in persoon. Namens de Voogdijraad is verschenen mevrouw [naam Y].
De uitspraak is bepaald op heden.

2.DE FEITEN

2.1
Uit de relatie tussen de vader en de moeder is op [geboortedatum] in Colombia geboren [naam minderjarige dochter 1] en is op [geboortedatum] in Colombia geboren [naam minderjarige dochter 2]. De vader heeft de minderjarigen in Colombia erkend.
2.2
De stiefvader is op 15 mei 2004 in Colombia met de moeder in het huwelijk getreden. De minderjarigen wonen sinds 2004 bij de stiefvader en de moeder in Aruba.

3.HET VERZOEK

Het verzoek strekt tot het uitspreken van de adoptie door de stiefvader.

4.DE BEOORDELING

4.1
Het adoptieverzoek is op grond van artikel 1:227 lid 3 van het Burgerlijk Wetboek (BW) toewijsbaar indien de adoptie in het kennelijk belang van de minderjarigen is en aan de in de artikelen 1:227 lid 2 BW en 1:228 lid 1 BW gestelde voorwaarden is voldaan.
4.2
De Voogdijraad acht de verzochte adoptie uit het oogpunt van bevestiging van de banden met de stiefvader in het kennelijk belang van de minderjarigen. De minderjarigen gaan ook akkoord met het verzoek.
4.3
Een adoptieverzoek is op grond van artikel 1:228 lid 1 sub f BW toewijsbaar als de ouder of ouders niet of niet langer het gezag over het kind hebben. Indien evenwel de echtgenoot van de ouder het kind adopteert (stiefouderadoptie zoals in casu), geldt dat deze ouder
alleenhet gezag heeft.
4.4
De vraag die thans beantwoord moet worden is of de moeder thans alleen het gezag over de minderjarigen heeft. Heeft de vader van de minderjarigen niet of niet langer het gezag over de minderjarigen? Hebben de ouders thans (gelet op de Colombiaanse wetgeving) samen de zogenaamde “patria potestad” (gezamenlijk gezag) over de minderjarigen?
Het gerecht is van oordeel dat niet (met stukken onderbouwd) is komen vast te staan dat de moeder alleen het gezag over de minderjarigen heeft, zodat niet is voldaan aan de wettelijke vereiste van artikel 1:228 lid 1 sub f BW. Het gerecht zal het verzoek van de man dan ook afwijzen, nu niet aan alle wettelijke voorwaarden voor adoptie is voldaan.
4.5
De proceskosten zullen worden gecompenseerd.

5.DE BESLISSING

Het gerecht:
wijst het verzoek af,
compenseert de kosten, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt.
Deze beschikking is gegeven door mr. E.M.D. Angela, rechter in dit gerecht, ter zitting van 23 februari 2015 in aanwezigheid van de griffier.