ECLI:NL:OGEAA:2016:126

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
23 februari 2016
Publicatiedatum
1 maart 2016
Zaaknummer
EJ nr. 2485 van 2015
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontkenning vaderschap en benoeming bijzondere curator in familiezaken

In deze beschikking van het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, gedateerd 23 februari 2016, wordt het verzoek behandeld van een moeder en een man, die respectievelijk in Aruba en de Verenigde Staten wonen. Het verzoek betreft de ontkenning van het door het huwelijk ontstane vaderschap van de man over de minderjarige, geboren uit het huwelijk tussen de moeder en de man. De procedure startte met een verzoekschrift dat op 27 oktober 2015 werd ingediend, gevolgd door een advies van de ambtenaar van de burgerlijke stand op 6 januari 2016 en een mondelinge behandeling op 12 januari 2016.

De feiten van de zaak zijn dat de minderjarige is geboren uit het huwelijk van de moeder en de man. De moeder verzoekt om ontkenning van het vaderschap, waarbij de Voogdijraad als bijzondere curator is benoemd. De wetgeving, specifiek artikel 1:212 van het Burgerlijk Wetboek van Aruba, vereist dat in zaken van afstamming het minderjarig kind vertegenwoordigd wordt door een door het gerecht benoemde bijzondere curator. De Voogdijraad heeft deze rol op zich genomen.

De beoordeling van het verzoek is gebaseerd op artikel 1:200 van het Burgerlijk Wetboek, dat de mogelijkheid biedt om het vaderschap te ontkennen indien de vader niet de biologische vader is. Hoewel er geen DNA-onderzoek is overgelegd, concludeert het gerecht dat de verklaring van de verzoekers, in combinatie met de omstandigheden rondom de conceptie, voldoende bewijs levert dat de man niet de biologische vader is. Het verzoek wordt toegewezen, en de Voogdijraad wordt benoemd tot bijzondere curator van de minderjarige. De beschikking is gegeven door rechter E.M.D. Angela in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

Beschikking van 23 februari 2016
Behorend bij EJ nr. 2485 van 2015

BESCHIKKING
op het verzoek van:
1., hierna te noemen: de moeder,
wonende in Aruba,
2.[naam], hierna te noemen: de man,
wonende in de Verenigde Staten van Amerika,
VERZOEKERS,
gemachtigde: de advocaat mr. J.S. Croes.
Belanghebbenden:
[naam],de minderjarige,
DE VOOGDIJRAAD, in zijn hoedanigheid van bijzonder curator.

1.DE PROCEDURE

Het verloop de procedure blijkt uit:
  • het verzoekschrift met producties, ingediend op 27 oktober 2015;
  • het advies van de ambtenaar van de burgerlijke stand, overgelegd op 6 januari 2016;
  • de griffiersaantekeningen van de mondelinge behandeling van 12 januari 2016, waaruit blijkt dat zijn verschenen de moeder bijgestaan door haar gemachtigde, de man bij zijn gemachtigde, de ambtenaar van de Burgerlijke Stand bij mr. J.M.A.M. Ponsioen en de Voogdijraad bij mr. M. Ras-Pieternella.
De uitspraak is bepaald op heden.

2.DE FEITEN

Uit het huwelijk tussen de moeder en de man is op [geboortedatum] in Aruba geboren [naam] (hierna: de minderjarige).

3.HET VERZOEK

Het verzoek strekt tot ontkenning van het door het huwelijk ontstane vaderschap van de man.

4.DE BEOORDELING

4.1
Ingevolge artikel 1:212 van het Burgerlijk Wetboek van Aruba (BW) dient in zaken van afstamming het minderjarig kind vertegenwoordigd te worden door een daartoe door het gerecht benoemde bijzondere curator. De Voogdijraad heeft zich bereid verklaard als bijzondere curator van de minderjarige op te treden.
4.2
Ingevolge artikel 1:200 leden 1 en 5 BW kan, op de grond dat de vader niet de biologische vader van het kind is, het door huwelijk ontstane vaderschap worden ontkend. Het onderhavige verzoek is binnen de wettelijke termijn ingediend, zodat de verzoekers ontvankelijk zijn in hun verzoek.
4.3
In casu is er geen resultaat van een DNA-onderzoek overgelegd. De ambtenaar van de burgerlijke stand en de bijzonder curator stellen zich op het standpunt dat voor de gegrondverklaring van de ontkenning van het vaderschap in voornoemde zaak geen DNA-onderzoek noodzakelijk is. Het gerecht meent dat, gezien de verklaring van de verzoekers in samenhang met het feit dat de moeder rondom de conceptie van de minderjarige in Aruba was en de man in de Verenigde Staten verbleef, het voldoende aannemelijk is geworden dat de man niet de biologische vader kan zijn van de minderjarige. Het verzoek zal derhalve worden toegewezen.
DE BESLISSING
Het gerecht:
benoemt de Voogdijraad tot bijzonder curator van de minderjarige,
verklaart gegrond de ontkenning van het door het huwelijk ontstane vaderschap van [naam vader], geboren op [geboortedatum] in Puerto Rico, van [naam minderjarige], geboren op [geboortedatum] in Aruba uit [naam moeder].
Deze beschikking is gegeven op dinsdag 23 februari 2016 door mr. E.M.D. Angela, rechter in dit gerecht, in tegenwoordigheid van de griffier.